Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 84
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 08-07-2019.
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 92 (uitgifte: 26-03-2020, regelingnummer: 2020/442)
- Inwerkingtreding
15-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 92 (uitgifte: 26-03-2020, regelingnummer: 2020/442)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Het solvabiliteitskapitaalvereiste wordt berekend op basis van elk van de onderliggende activa van instellingen voor collectieve beleggingen en andere als fondsen verpakte beleggingen (doorkijkbenadering).
2.
De doorkijkbenadering als bedoeld in lid 1 wordt ook toegepast op:
- (a)
indirecte blootstellingen aan marktrisico, met uitzondering van instellingen voor collectieve beleggingen en als fondsen verpakte beleggingen;
- (b)
indirecte blootstellingen aan verzekeringstechnisch risico;
- (c)
indirecte blootstellingen aan tegenpartijrisico.
3.
Indien artikel 88 wordt nageleefd en de doorkijkbenadering niet kan worden toegepast op instellingen voor collectieve beleggingen en als fondsen verpakte beleggingen, kan het solvabiliteitskapitaalvereiste worden berekend op basis van de gerichte toewijzing van onderliggende activa of, indien de gerichte toewijzing van onderliggende activa niet beschikbaar is voor de onderneming, op basis van de laatst gerapporteerde toewijzing van activa van de instelling voor collectieve beleggingen of het fonds, mits, in elk van beide gevallen, de onderliggende activa worden beheerd in overeenstemming met die gerichte toewijzing of de laatst gerapporteerde toewijzing van activa, naargelang het geval, en dat niet wordt verwacht dat de blootstellingen en risico's wezenlijk variëren over een korte periode.
Voor die berekening kunnen gegroepeerde gegevens worden gebruikt, mits daarmee alle relevante ondermodules en scenario's van de standaardformule op prudente wijze kunnen worden berekend en ze niet worden toegepast op meer dan 20 % van de totale waarde van de activa van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
3 bis.
Voor het bepalen van het percentage activa waarvoor gegroepeerde gegevens worden gebruikt als bedoeld in lid 3, houden verzekerings- of herverzekeringsondernemingen geen rekening met onderliggende activa van de instelling voor collectieve beleggingen of de als fondsen verpakte belegging die verplichtingen op grond van unit-linked en geïndexeerde verzekeringen dekken waarbij het marktrisico door de verzekeringnemers wordt gedragen.
4.
Lid 2 is niet van toepassing op beleggingen in verbonden ondernemingen, andere dan beleggingen waarvoor aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
het voornaamste doel van de verbonden onderneming bestaat erin activa aan te houden en te beheren namens de deelnemende onderneming;
- b)
de verbonden onderneming ondersteunt de verrichtingen van de deelnemende onderneming in verband met beleggingsactiviteiten, volgens een specifiek en schriftelijk vastgelegd beleggingsmandaat;
- c)
de verbonden onderneming verricht geen andere significante activiteiten dan belegging ten voordele van de deelnemende onderneming.
Voor de toepassing van dit lid worden ‘verbonden onderneming’ en ‘deelnemende onderneming’ begrepen in de zin van artikel 212, leden 1 en 2, van Richtlijn 2009/138/EG.