Einde inhoudsopgave
Remigratiewet
Artikel 6d
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 331 (uitgifte: 20-08-2013, kamerstukken: 33085)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2014, Stb. 2014, 156 (uitgifte: 17-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De Sociale verzekeringsbank besluit de betaling van de remigratievoorzieningen te schorsen, indien zij het gegronde vermoeden heeft dat:
- a.
het recht op de remigratievoorzieningen niet meer bestaat;
- b.
het recht op de remigratievoorzieningen bestaat tot een lager bedrag;
- c.
de remigrant en, voor zover van toepassing, zijn partner, een van de kinderen dan wel hun wettelijke vertegenwoordiger een verplichting als bedoeld in artikel 2a, 5a of 8g niet of niet behoorlijk is nagekomen;
- d.
de remigrant of, voor zover van toepassing, zijn partner dan wel een van hun kinderen recht heeft op een uitkering op grond van:
- 1°
- 2°
- 3°
de Toeslagenwet;
- 4°
- 5°
- 6°
- 7°
doch ter zake geen aanvraag heeft ingediend of anderszins weigert mee te werken aan de vaststelling van dat recht.
2.
De schorsing duurt maximaal zes maanden.