NJ 2011/483
Voorlopige hechtenis en toepasselijkheid art. 31 Vluchtelingenverdrag; criterium art. 67a lid 3 Sv.
HR 11-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR0573
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
11/00503 B
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BR0573
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BR0573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BR0573, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2011
- Wetingang
Vluchtelingenverdragart. 31; Sv art. 67a lid 3
Essentie
De rechtbank had zich bij de behandeling van het hoger beroep tegen de afwijzing van de vordering inbewaringstelling ter zake het bezit van een vals paspoort, zelfstandig een oordeel moeten vormen over de toepasselijkheid van art. 31 Vluchtelingenverdrag, ook al was van enige beslissing omtrent het asielverzoek nog geen sprake. De rechtbank had daarbij onder ogen moeten zien of die bepaling aan de gegrondverklaring van het beroep in de weg stond dan wel — gelet op art. 67a lid 3 Sv — of er ernstig rekening mee diende te worden gehouden dat verdere vervolging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.