FED 2018/70
De heffing van revisierente vormt geen inbreuk op het eigendomsrecht als bedoeld in art. 1 Protocol 1 EVRM
HR 09-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:167, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
17/02950
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
G.Th.K. Meussen
- JCDI
JCDI:ADS274092:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:167, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1462, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2017
- Wetingang
Art. 30i AWR; art. 3.133 lid 1 en 2 aanhef en letter d Wet IB 2001; art. 1 Protocol 1 EVRM
Essentie
Samenvatting
Belanghebbende heeft in het jaar 2012 twee lijfrenteverzekeringen afgekocht. Belanghebbende heeft verklaard dat de sterk verslechterende financiële omstandigheden (economische crisis) hem noopten de lijfrenten af te kopen. Nadat andere financiële middelen waren opgedroogd moest hij de lijfrenten wel afkopen. Terzake is sprake van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen als bedoeld in art. 3.133 lid 1 en lid 2 aanhef en letter d Wet IB 2001.
Terzake is belanghebbende op de voet van art. 30i AWR tevens revisierente verschuldigd. Naast de reguliere belastingheffing over de lijfrenten is belanghebbende, na vermindering, tevens een revisierente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.