V-N Vandaag 2024/2509
Inbreng FIOD-stukken in beroepsprocedure ter discussie (art. 81 Wet RO)
HR 13-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1849
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2024
- Zaaknummer
22/04804
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1849, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2024
- Wetingang
Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 27h)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 27e)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 11)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 9)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:42)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 16)
Essentie
De vereiste aangifte is niet gedaan, de inspecteur stelt de navorderingen met omkering en verzwaring van de bewijslast juist vast. De cd-rom die ten grondslag ligt aan het proces-verbaal van de FIOD, is niet een op de zaak betrekking hebbend stuk, omdat de inspecteur daarover niet de beschikking had. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X verricht binnen zijn eenmanszaak werkzaamheden en is veroordeeld tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf voor onder meer het opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangiften IB over 2003-2007. Deze veroordeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.