HR, 26-03-2013, nr. 12/04413 B
ECLI:NL:HR:2013:BZ5408
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26-03-2013
- Zaaknummer
12/04413 B
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BZ5408
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:BZ5408, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5408
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BZ5408
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2013-0138
Uitspraak 26‑03‑2013
Inhoudsindicatie
Beschikking. Vordering tenuitvoerlegging lijfsdwang ex art. 577c Sv. Ontvankelijkheid cassatieberoep. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke tegen een beschikking als de onderhavige, waarbij verlof is verleend tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang a.b.i. art. 577c Sv, beroep in cassatie openstaat, kan veroordeelde in het ingestelde beroep niet worden ontvangen. Dit wordt niet anders doordat in HR LJN BP9449 is geoordeeld dat de in art. 577c Sv voorziene maatregel van lijfsdwang heeft te gelden als ‘penalty’ i.d.z.v. art. 7.1 EVRM. Ook in het licht van dit oordeel kan immers uit art. 13 EVRM niet volgen dat tegen de rechterlijke beslissing waarbij die maatregel is opgelegd steeds een rechtsmiddel moet openstaan.
26 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/04413 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 juli 2012, nummer 001321-11, op een vordering als bedoeld in art. 577c Sv, in de zaak van:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft mr. J.W. Soeteman, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de veroordeelde niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald.
Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke tegen een beschikking als de onderhavige, waarbij verlof is verleend tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang als bedoeld in art. 577c Sv, beroep in cassatie openstaat, kan de veroordeelde in het ingestelde beroep niet worden ontvangen.
Dit wordt niet anders doordat in HR 20 december 2011, LJN BP9449, NJ 2012/237 is geoordeeld dat de in art. 577c Sv voorziene maatregel van lijfsdwang heeft te gelden als 'penalty' in de zin van art. 7, eerste lid, EVRM. Ook in het licht van dit oordeel kan immers uit art. 13 EVRM niet volgen dat tegen de rechterlijke beslissing waarbij die maatregel is opgelegd steeds een rechtsmiddel moet openstaan.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en J. Wortel, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2013.
Conclusie 29‑01‑2013
Mr. Vellinga
Partij(en)
Nr. 12/04413 B
Mr. Vellinga
Zitting: 29 januari 2013
Conclusie inzake:
[Klager]
1.
Het beroep in cassatie heeft betrekking op een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch d.d. 23 juli 2012.
2.
Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arrest van 9 november 2010, LJN BL1706 staat voor de veroordeelde tegen een beschikking op een vordering op de voet van art. 577c Sv tot het verlenen van verlof tot de tenuitvoerlegging van lijfsdwang geen rechtsmiddel open. De veroordeelde kan derhalve niet in zijn beroep in cassatie worden ontvangen.
3.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG