RBP 2017/52
Bewijs. Levert een onderhandse schuldbekentenis zonder een goedschrift als bedoeld in artikel 158 lid 1 Rv dwingend bewijs op?
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:566
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01858
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS22174:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:566, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:48, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Bewijs. Schuldbekentenis.
Levert een onderhandse schuldbekentenis zonder een goedschrift als bedoeld in artikel 158 lid 1 Rv dwingend bewijs op?
Samenvatting
Eisers tot cassatie (althans hun erflater(s)) en verweerder in cassatie hebben een akte van schuldbekentenis getekend. Verweerder eist betaling van het in die akte genoemde bedrag. Nadat die vordering door de rechtbank is afgewezen, wijst het hof deze in hoger beroep toe. Het hof overweegt daartoe onder meer dat de akte een onderhandse akte is, die op grond van art. 157 lid 2 Rv tussen partijen dwingend bewijs oplevert van de waarheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.