NJB 2023/468
Rechtsgeldige betekening van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep: als de verdachte als ingezetene is ingeschreven in de BRP en bij de aanbieding van de oproeping aan het BRP-adres van de verdachte geen uitreiking heeft kunnen geschieden, wordt de oproeping uitgereikt aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan. De oproeping is dan op grond van art. 36e lid 2, aanhef en onder b, Sv rechtsgeldig betekend op voorwaarde dat bij adresverificatie blijkt dat de verdachte op de dag waarop de oproeping aan het BRP-adres is aangeboden en in elk geval vijf dagen nadien op dat adres was ingeschreven. De autoriteit van welke zij is uitgegaan zendt vervolgens onmiddellijk een afschrift van de oproeping aan het BRP-adres.
HR 31-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:117
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02823
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:117, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
- Wetingang
(art. 36e Sv)
Essentie
Rechtsgeldige betekening van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep: als de verdachte als ingezetene is ingeschreven in de BRP en bij de aanbieding van de oproeping aan het BRP-adres van de verdachte geen uitreiking heeft kunnen geschieden, wordt de oproeping uitgereikt aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan. De oproeping is dan op grond van art. 36e lid 2, aanhef en onder b, Sv rechtsgeldig betekend op voorwaarde dat bij adresverificatie blijkt dat de verdachte op de dag waarop de oproeping aan het BRP-adres is aangeboden en in elk geval vijf dagen nadien op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.