NJB 2023/468:Rechtsgeldige betekening van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep: als de verdachte als ingezetene is ingeschreven in de BRP en bij de aanbieding van de oproeping aan het BRP-adres van de verdachte geen uitreiking heeft kunnen geschieden, wordt de oproeping uitgereikt aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan. De oproeping is dan op grond van art. 36e lid 2, aanhef en onder b, Sv rechtsgeldig betekend op voorwaarde dat bij adresverificatie blijkt dat de verdachte op de dag waarop de oproeping aan het BRP-adres is aangeboden en in elk geval vijf dagen nadien op dat adres was ingeschreven. De autoriteit van welke zij is uitgegaan zendt vervolgens onmiddellijk een afschrift van de oproeping aan het BRP-adres.