Verordening (EG) Nr. 3603/93 tot vaststelling van de definities voor de toepassing van de in artikel 104 en artikel 104 B, lid 1, van het Verdrag vastgelegde verbodsbepalingen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
13-12-1993, PbEG 1993, L 332 (uitgifte: 31-12-1993, regelingnummer: 3603/93)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-1993, PbEG 1993, L 332 (uitgifte: 31-12-1993, regelingnummer: 3603/93)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Wanneer de Europese Centrale Bank of de nationale centrale banken van de overheidssector ter incasso cheques ontvangen die door derden zijn uitgegeven en zij de rekening van de overheidssector crediteren voordat de bank die de betrokkene is, gedebiteerd is, wordt de verrichting niet als kredietfaciliteit in de zin van artikel 104 van het Verdrag beschouwd, wanneer sinds de ontvangst van de cheque een bepaalde termijn is verstreken die overeenkomt met de normale termijn voor het incasseren van cheques door de centrale bank van de betrokken Lid-Staat, mits de eventuele ‘float’ uitzonderlijk is, een klein bedrag betreft en op korte termijn ongedaan wordt gemaakt.