Verordening (EG) Nr. 3603/93 tot vaststelling van de definities voor de toepassing van de in artikel 104 en artikel 104 B, lid 1, van het Verdrag vastgelegde verbodsbepalingen
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
13-12-1993, PbEG 1993, L 332 (uitgifte: 31-12-1993, regelingnummer: 3603/93)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-1993, PbEG 1993, L 332 (uitgifte: 31-12-1993, regelingnummer: 3603/93)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor toepassing van artikel 104 en artikel 104 B, lid 1, van het Verdrag, wordt onder ‘openbaar bedrijf’ verstaan elk bedrijf waarop de Staat of andere territoriale lichamen rechtstreeks of middelijk een dominerende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de desbetreffende voorschriften.
Dominerende invloed wordt vermoed uitgeoefend te kunnen worden, wanneer de Staat of andere territoriale lichamen, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van het bedrijf:
- a)
de meerderheid van het geplaatste kapitaal van dat bedrijf bezitten,
- b)
over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de door genoemd bedrijf uitgegeven aandelen beschikken, of
- c)
meer dan de helft der leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van genoemd bedrijf kunnen benomen.
2.
Voor de toepassing van artikel 104 en artikel 104 B, lid 1, van het Verdrag, maken de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken geen deel uit van de overheidssector.