NJB 2016/891
Samenleven met een ander als waren zij gehuwd. Wederzijdse verzorging. HR: Het hof heeft zijn oordeel dat de vrouw en de ander elkaar wederzijds verzorgen, ontoereikend gemotiveerd. Zou het hof hebben geoordeeld dat de man voorshands heeft voldaan aan zijn (stelplicht en) bewijslast ter zake van de eis van wederzijdse verzorging, dan had het de vrouw tot tegenbewijs moeten toelaten
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:724
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
15/02355
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:724, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:4, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2015
- Wetingang
(art. 1:160 BW)
Essentie
Samenleven met een ander als waren zij gehuwd. Wederzijdse verzorging. HR: Het hof heeft zijn oordeel dat de vrouw en de ander elkaar wederzijds verzorgen, ontoereikend gemotiveerd. Zou het hof hebben geoordeeld dat de man voorshands heeft voldaan aan zijn (stelplicht en) bewijslast ter zake van de eis van wederzijdse verzorging, dan had het de vrouw tot tegenbewijs moeten toelaten
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de man, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Het huwelijk van partijen is in 2006 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Sinds 2009 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.