Ktr. Groningen, 05-01-2012, nr. 514184 CV EXPL 11-10014
ECLI:NL:RBGRO:2012:BW2279
- Instantie
Rechtbank Groningen (Kantonrechter)
- Datum
05-01-2012
- Zaaknummer
514184 CV EXPL 11-10014
- LJN
BW2279
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGRO:2012:BW2279, Uitspraak, Rechtbank Groningen, 05‑01‑2012; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 05‑01‑2012
Inhoudsindicatie
KLIC-melding, WION onderzoeksplicht, kabelschade
Partij(en)
RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 514184 \ CV EXPL 11-10014
Vonnis d.d. 5 januari 2012
inzake
de besloten vennootschap Enexis B.V.,
statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eiseres, hierna Enexis te noemen,
gemachtigde J. Haringa, gerechtsdeurwaarder te Zuidbroek,
tegen
de besloten vennootschap Loonbedrijf [a] B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [adres],
gedaagde, hierna [a] te noemen,
gemachtigde mr. G. Bensbach, werkzaam bij ASR Verzekeringen te Utrecht.
PROCESGANG
Enexis heeft op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd [a] te veroordelen tot betaling van € 4.476,64 vermeerderd met rente en kosten.
[a] heeft de vordering bestreden.
Bij tussenvonnis van 15 september 2011 is een comparitie van partijen gelast.
De comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 5 december 2011. Daarbij waren aanwezig S. Leemburg (namens de gemachtigde van Enexis), [naam] (directeur van [a]), [naam] (assurantietussenpersoon) en mr. G. Bensbach. Van hetgeen ter zitting is verklaard, heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Tot slot is wederom vonnis bepaald. De uitspraak daarvan is vastgesteld op heden.
OVERWEGINGEN
- 1.
De feiten
- 1.1.
Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
- 1.2.
Enexis is netbeheerder in de zin van de Elektriciteitswet 1998 en op grond van artikel 16Aa juncto 161 van die wet exclusief belast met onder meer het verrichten van reparaties aan haar netwerk. Dat netwerk bestaat onder meer en voor zover in casu van belang, uit kabels en leidingen voor het transporteren van gas en elektriciteit.
- 1.3.
Enexis is een beheerder als bedoeld in artikel 1, lid 1, aanhef en onder h van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: WION). [a] is een grondroerder (degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht) als bedoeld in artikel 1, lid 1, aanhef en onder g van de WION.
- 1.4.
[a] heeft op 22 september 2010 te Roderesch graafwerkzaamheden verricht in de nabije omgeving van de Hoofdweg nummer 7. Voorafgaand aan die graafwerkzaamheden is er een zogenaamde KLIC-melding gedaan. Naar aanleiding van die melding heeft [a] tekeningen (KLIC-tekeningen) gekregen met daarop vermeld de kabels en leidingen die zich in de bodem van de graaflocatie bevinden. Deze tekeningen zijn verstrekt ter voorkoming van schade aan die kabels en leidingen.
- 1.5.
[a] heeft bij haar graafwerkzaamheden een zich in eigendom van Enexis bevindende zogeheten 10kV middenspanningskabel (hierna: kabel) beschadigd. De ligging van deze kabel in de bodem had een feitelijke afwijking van 2 1/2 meter ten opzichte van de ligging als vermeld op de KLIC-tekeningen die [a] had ontvangen.
- 1.6.
De schade die Enexis als gevolg van de beschadiging van de kabel heeft geleden bedraagt € 3.787,40.
- 2.
Het standpunt van Enexis
- 2.1.
[a] had naar aanleiding van de KLIC-tekeningen onderzoek moeten doen naar de precieze ligging van de op die tekening vermelde kabels en leidingen, inclusief de kabel die is beschadigd. Door dat niet te doen heeft zij haar onderzoeksplicht geschonden. Enexis heeft in dit verband verwezen naar een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem van 25 november 2008 (LJN BG9077, r.o. 4.9). Wat gedaagde had moeten doen, in plaats van zonder afdoende onderzoek te gaan graven, is contact opnemen met Enexis en melding maken van het feit dat zij de exacte ligging van de kabel niet kon lokaliseren. Enexis had dan kosteloos een zogeheten preventie/aanwijs medewerker de precieze locatie van de kabel laten opsporen.
- 2.2.
Het feit dat de ligging van de kabel feitelijk 21/2 meter afweek van de ligging zoals vermeld op de KLIC-tekeningen kan [a] niet baten. Het gerechtshof te Arnhem heeft in de reeds genoemde uitspraak van 25 november 2008 uitgemaakt dat een "gespecialiseerd aannemer rekening [dient] te houden met mogelijk afstandsverschillen van enkele meters tussen de tekening en de werkelijkheid, te meer omdat de feitelijke ligging van kabels in de loop van de tijd door diverse oorzaken kan wijzigen".
- 2.3.
[a] dient de door Enexis geleden schade daarom te vergoeden. Omdat zij dat niet deed, heeft Enexis de vordering ter incasso uit handen gegeven. Enexis maakt daarom aanspraak op wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
- 3.
Het standpunt van [a]
- 3.1.
Enexis dient op grond van artikel 10 van de WION onder meer de actuele liggingsgegevens van kabels te verstrekken. Zij dient tijdig, volledige, nauwkeurige en betrouwbare informatie aan te leveren. Die gegevens moeten binnen een bepaalde marge corresponderen met de ondergrondse situatie. Blijkens de Memorie van Toelichting (MvT) bij de WION zal met betrekking tot de nauwkeurigheid van de liggingsgegevens een bandbreedte van 1 meter aan weerszijden van de kabel of leiding worden vastgesteld.
- 3.2.
In het onderhavige geval is deze marge, gelet op de afwijking van 2 1/2 meter, ruimschoots overschreden. Volgens de MvT is de beheerder (in dit geval dus Enexis) dan aansprakelijk. Weliswaar heeft de grondroerder (in dit geval [a]) een zorgplicht, maar het is niet redelijk van haar te verlangen dat zij proefsleuven maakt op een plaats waar zij redelijkerwijs geen kabels hoeft te verwachten, laat staan te melden dat er geen kabel gelokaliseerd kan worden.
- 3.3.
[a] heeft dus niet onrechtmatig gehandeld en de vorderingen van Enexis moeten daarom worden afgewezen.
- 4.
De beoordeling
- 4.1.
De kantonrechter overweegt als volgt. Daarbij zal voor zover van belang nader worden ingegaan op hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd en aan stukken hebben overgelegd.
- 4.2.
In artikel 2, lid 2 van de WION is bepaald dat de grondroerder graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze verricht.
- 4.3.
Ingevolge artikel 10, lid 1 aanhef en onder a van de WION verstrekt een beheerder na verzending van een graafbericht in ieder geval de liggingsgegevens aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers. Deze Dienst verstrekt ingevolge artikel 11, lid 1 dan wel 2 van de WION onverwijld gebiedsinformatie aan degene die de graafmelding heeft gedaan.
- 4.4.
In de MvT bij de WION is in paragraaf 2.4 (het proces van informatie-uitwisseling) opgenomen dat in lagere regelgeving wordt uitgewerkt aan welke eisen de informatie over de liggingsgegevens moet voldoen. Deze eisen zullen onder meer inhouden dat met betrekking tot de nauwkeurigheid van de liggingsgegevens een bandbreedte van één meter aan weerskanten van de kabel of leiding zal worden vastgesteld. Daarnaast is in de MvT in paragraaf 3.3 (toekomstige situatie) opgenomen:
"Dit wetsvoorstel omschrijft duidelijk wie welke verantwoordelijkheden heeft. De kabel- en leidingbeheerder moet informatie aanleveren die aan de eisen uit dit wetsvoorstel en de daarop gebaseerde regelgeving voldoet. Omdat wordt vastgelegd wat grondroerders in de gegeven omstandigheden van de verkregen gebiedsinformatie mogen verwachten, wordt ook duidelijker wanneer de informatie niet aan deze eisen voldoet. Dit betekent bijvoorbeeld dat de informatie die op de kaart wordt aangegeven binnen een bepaalde marge moet corresponderen met de feitelijke situatie in de grond. Liggen de kabels of leidingen buiten die marge dan is de beheerder aansprakelijk voor eventuele schade aan de kabels of leidingen [onderstreping kantonrechter].
(...)
Deze marge wordt, zoals eerder is aangegeven, opgenomen in lagere regelgeving. Dit ontslaat de grondroerder niet van de plicht om altijd zorgvuldig te graven."
- 4.5.
In artikel 5, lid 2, van het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: het besluit) is vastgelegd dat de liggingsgegevens die deel uitmaken van de beheerdersinformatie, betrekking hebben op de horizontale ligging en gebaseerd zijn op de meest nauwkeurige metingen die voor de beheerder beschikbaar zijn, met dien verstande dat de metingen ten minste een nauwkeurigheid van een meter hebben.
- 4.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat de kabel die door [a] is beschadigd lag op 2 1/2 meter van de plek waar hij op basis van de KLIC-tekeningen had moeten liggen en dat deze afwijking er de oorzaak van is dat [a] de kabel heeft geraakt, waardoor deze is beschadigd. Partijen zijn echter verdeeld over het antwoord op de vraag wie aansprakelijk is voor de ontstane schade.
- 4.7.
Ter zitting heeft [a] nader toegelicht wat er op 22 september 2010 is gebeurd. Zij heeft proefsleuven gegraven om de kabels op te sporen die volgens de KLIC-tekeningen lagen op de plek waar de graafwerkzaamheden plaats moesten vinden. Daarbij heeft zij de kabels die volgens de KLIC-tekeningen op die plek zouden liggen gelokaliseerd. De kabel die zij vervolgens heeft beschadigd, betrof een kabel die volgens de KLIC-tekeningen 2 1/2 meter verderop zou liggen. Enexis heeft deze door [a] geschetste gang van zaken niet betwist.
- 4.8.
Namens Enexis is ter zitting bepleit dat de in de MvT genoemde marge van 1 meter aan weerszijden van de kabel louter ziet op de nauwkeurigheid waarmee de netbeheerder metingen moet verrichten en niet op de aansprakelijk voor schade. Daarbij is verwezen naar artikel 5, lid 2, van het besluit. De kantonrechter volgt Enexis hierin niet. In genoemd artikel wordt inderdaad gewag gemaakt van metingen met een nauwkeurigheid van een meter. Dit neemt niet weg dat uit de MvT valt af te leiden dat de netbeheerder in beginsel aansprakelijk is voor schade aan een kabel die buiten de in de MvT genoemde marge van 1 meter ligt. Dit ligt slechts anders indien een kabel wordt beschadigd die volgens de KLIC-tekeningen op de plek van de werkzaamheden moet liggen, maar daar niet wordt aangetroffen. In dat geval mag van de grondroerder verlangd worden dat hij - ook (ruim) buiten genoemde marge van 1 meter - nader onderzoek instelt om de niet aangetroffen kabel alsnog op te sporen, zoals het gerechtshof te Arnhem in haar meergenoemde uitspraak van 25 oktober 2008 heeft overwogen.
- 4.9.
In het onderhavige geval heeft [a] de kabels die volgens de KLIC-tekening op de plek van de werkzaamheden lagen, gelokaliseerd. De onderzoeksplicht van [a] strekte naar het oordeel van de kantonrechter niet zo ver, dat zij vervolgens ook kabels diende te lokaliseren die volgens de KLIC-tekeningen niet binnen een straal van 1 à 1 1/2 meter van de plek van de werkzaamheden lagen. [a] hoefde daarom niet te zoeken naar een kabel die volgens de KLIC-tekeningen 2 1/2 meter verderop lag. Dat brengt mee dat zij niet aansprakelijk is voor de schade aan die kabel.
- 4.10.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de vordering van Enexis zal worden afgewezen.
- 4.11.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Enexis worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Enexis in de kosten van het geding, aan de zijde van [a] tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 400,00 voor salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. de Jong, kantonrechter, en op 5 januari 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: wj