Verdrag tot regeling van zekere wetsconflicten ten aanzien van chèques
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1934
- Bronpublicatie:
19-03-1931, Stb. 1934, 210 (uitgifte: 04-05-1934, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1934
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-1959, Trb. 1959, 166 (uitgifte: 01-01-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Ieder Lid van den Volkenbond en iedere Staat niet-Lid, voor wien dit Verdrag in werking is, zal na het einde van het vierde jaar, volgende op de inwerkingtreding van dit Verdrag, een verzoek kunnen richten tot den Secretaris-Generaal van den Volkenbond, strekkende tot herziening van enkele of van alle bepalingen van dit Verdrag.
Indien een zoodanig verzoek na mededeeling aan de andere Leden van den Volkenbond of Staten niet-Leden, voor wie het Verdrag alsdan van kracht zal zijn, binnen den termijn van een jaar wordt gesteund door ten minste zes van hen, zal de Raad van den Volkenbond beslissen of er reden is, te dien einde een Conferentie samen te roepen.