Het namens verzoeker (als verdachte) tegen dit arrest ingesteld cassatieberoep heeft de Hoge Raad bij arrest van 17 maart 2009, LJN BH0705, verworpen. Een namens hem ingediend gratieverzoek werd op 22 september 2009 afgewezen.
HR (P-G), 17-01-2012, nr. 10/03041 H
ECLI:NL:PHR:2012:BU8702
- Instantie
Hoge Raad (Procureur-Generaal)
- Datum
17-01-2012
- Zaaknummer
10/03041 H
- Conclusie
Mr. Machielse
- LJN
BU8702
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BU8702, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU8702
Conclusie 17‑01‑2012
Mr. Machielse
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Aanvrager]
1.
Bij onherroepelijk geworden arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 6 december 2006 is aanvrager van herziening wegens ‘overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van negen maanden.1.
2.
Namens aanvrager heeft mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, een aanvrage tot herziening ingediend.
3.
De aanvrage steunt op de stelling dat er van een persoonsverwisseling sprake is. In de strafzaak waarop de aanvrage betrekking heeft zou een ander dan aanvrager zich voor aanvrager hebben uitgegeven.
4.
De onder 3 bedoelde strafzaak draaide, kort gezegd, om het volgende. Er vindt een eenzijdig ongeval met een personenauto plaats. De politie heeft ter plaatse contact met de naar alcohol riekende bestuurder van de betrokken auto, voordat hij in verband met zijn verwondingen naar een ziekenhuis wordt gebracht. In het ziekenhuis weigert de man om mee te werken aan een bloedonderzoek.
5.
Tijdens de behandeling van de strafzaak in hoger beroep2. heeft de verdediging het verweer gevoerd dat niet aanvrager maar zijn zwager, [betrokkene 1], bij het ongeluk betrokken is geweest en dat [betrokkene 1] tegen de politie [aanvrager]' naam heeft opgegeven. Het Hof heeft dit verweer gemotiveerd verworpen.
6.
Ter staving van de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling zijn bij de aanvrage onder meer de volgende stukken gevoegd:
- (i)
een schrijven van 22 januari 2005 van W.W. te Riele, arts-assistent chirurgie, namens de afdeling Heelkunde van het AZ3. centrum spoedeisende hulp, inhoudende dat op genoemde datum bij [aanvrager], geboren op [geboortedatum]-1968, na klinisch, röntgen en laboratoriumonderzoek als diagnose is gesteld: contusie thorax rechts;
- (ii)
email-correspondentie uit februari 2010 tussen de raadsman en H.M. de Bakker, radioloog in het Groene Hart Ziekenhuis, over de mogelijkheid om door vergelijking van de röntgenfoto's van de halswervels van aanvrager met de foto's die op 22 januari 2005 in het St. Antonius Ziekenhuis van de bestuurder zijn gemaakt aan te tonen of uit te sluiten dat de foto's dezelfde persoon betreffen, of te concluderen dat hierover geen uitspraak mogelijk is;
- (iii)
een schrijven van 29 maart 2010 van B.M.C. Quint, a.i. hoofd Medische Registratie & Informatie in het St. Antonius Ziekenhuis aan de raadsman van aanvrager, inhoudende dat zij hem op zijn verzoek doet toekomen een afschrift van het dossier van [aanvrager], geboren op [geboortedatum]-1968;
- (iv)
een verslag van H.M. Bakker voornoemd, inhoudende dat op 3 en 14 juni 2010 in het Groene Hart Ziekenhuis thoraxfoto's zijn gemaakt van [aanvrager], die zich middels identificatie heeft gelegitimeerd, welke foto's zijn vergeleken met een op 22 januari 2005 in het Sint Antonius Ziekenhuis vervaardigde thoraxfoto, waarop de naam [van aanvrager] staat, en dat verschillen in de habitus, de tekening in de longen en de kromming in het corpus van het sternum tot de conclusie leiden, dat de foto van 22 januari 2005 een andere persoon betreft dan de foto's van juni 2010.
7.
In verband met de beoordeling van de aanvrage heb ik het College van Procureurs-Generaal onder meer verzocht om röntgenfoto's te laten nemen van de halswervels van aanvrager, omkleed met waarborgen omtrent diens identiteit, en deze foto's door een ter zake deskundige arts te laten vergelijken met de op 22 januari 2005 in het AZ centrum spoedeisende hulp genomen röntgenfoto's van [aanvrager] en de vraag te laten beantwoorden of de foto's één persoon of verschillende personen betreffen of dat hierover geen uitspraak kan worden gedaan.
8.
Hierop zijn op 31 oktober 2011 in het Amsterdamse Academisch Medisch Centrum (AMC) röntgenfoto's gemaakt van de borstkas en de nekwervels van aanvrager.4. Drs. R.R.R. Gerretsen, arts-forensisch antropoloog bij het Nederlands Forensisch Instituut, en dr. R.R. van Rijn, arts radioloog bij het AMC, hebben deze beelden vergeleken met de beelden die op 22 januari 2005 zijn gemaakt van de bij het ongeval betrokken bestuurder. Uit hun radiologisch onderzoek is gebleken dat de röntgenfoto's van 22 januari 2005 en de röntgenfoto's van 31 oktober 2011 niet afkomstig zijn van dezelfde persoon.5.
9.
Het voorgaande levert een nieuwe omstandigheid op van dien aard, dat het ernstig vermoeden rijst dat de rechter, ware hij hiermee bekend geweest, aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
10.
Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren, voor zoveel nodig de opschorting en schorsing van de tenuitvoerlegging van het gewijsde zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar een ander gerechtshof, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467 lid 1 Sv is voorzien.
De Procureur-Generaalbij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 17‑01‑2012
Op de zittingen in hoger beroep van 28 juli, 11 oktober en 22 november 2006.
Ik neem aan dat AZ hier staat voor St. Antonius Ziekenhuis. Uit het door het Hof gebezigde bewijsmiddel 1 blijkt dat verdachte na het ongeval is overgebracht naar het medisch centrum Mesos te Utrecht. Raadpleging van de website www.antoniusziekenhuis.nl leert dat het St. Antonius Ziekenhuis is ontstaan door het samengaan van Mesos Medisch Centrum in Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.
Proces-verbaal PL 0981 2011117359-8 d.d. 31 okotber 2011, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 1].
Rapport ‘Forensisch antropologisch onderzoek in het kader van een herzieningsaanvraag van de Hoge Raad’ van drs. R.R.R. Gerretsen d.d. 14 november 2011, p. 7.