Einde inhoudsopgave
Besluit (EU) 2017/848 tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren en specificaties en gestandaardiseerde methoden voor monitoring en beoordeling, en tot intrekking van Besluit 2010/477/EU
Artikel 4 Vaststelling van drempelwaarden door middel van uniale, regionale of subregionale samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 07-06-2017
- Bronpublicatie:
17-05-2017, PbEU 2017, L 125 (uitgifte: 18-05-2017, regelingnummer: 2017/848)
- Inwerkingtreding
07-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2017, PbEU 2017, L 125 (uitgifte: 18-05-2017, regelingnummer: 2017/848)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
1.
Indien de lidstaten op grond van dit besluit drempelwaarden dienen vast te stellen door middel van uniale, regionale of subregionale samenwerking, moeten deze waarden:
- a)
deel uitmaken van de reeks kenmerken die de lidstaten gebruiken bij de omschrijving van de goede milieutoestand;
- b)
in overeenstemming zijn met de EU-wetgeving;
- c)
waar van toepassing het kwaliteitsniveau onderscheiden dat het belang van een nadelig effect op een criterium weerspiegelt en worden vastgesteld ten opzichte van een referentievoorwaarde;
- d)
op een passende geografische schaal voor de beoordeling worden vastgesteld om de verschillende biotische en abiotische kenmerken van de regio's, subregio's en onderverdelingen daarvan te weerspiegelen;
- e)
worden vastgesteld op basis van het voorzorgsbeginsel, waardoor de potentiële risico's voor het mariene milieu worden weerspiegeld;
- f)
consistent zijn tussen de verschillende criteria als ze betrekking hebben op hetzelfde ecosysteemelement;
- g)
gebaseerd zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke kennis;
- h)
gebaseerd zijn op lange tijdreeksen van gegevens, indien beschikbaar, om de meest geschikte waarde te kunnen bepalen;
- i)
de dynamiek van de natuurlijke ecosystemen weerspiegelen, waaronder de relaties tussen predator en prooi, en hydrologische en klimatologische variaties, waarbij ook wordt erkend dat een verslechterd ecosysteem, of delen daarvan, kan herstellen tot een toestand die de heersende fysiografische, geografische, klimatologische en biologische omstandigheden weerspiegelt, in plaats van terug te keren naar een specifieke toestand uit het verleden;
- j)
voor zover passend en uitvoerbaar, in overeenstemming zijn met de relevante waarden in het kader van de regionale institutionele samenwerkingsstructuren, waaronder de regionale zeeverdragen.
2.
Totdat de lidstaten door middel van uniale, regionale of subregionale samenwerking drempelwaarden hebben vastgesteld zoals vereist uit hoofde van dit besluit, kunnen zij van de volgende waarden gebruikmaken om aan te geven in welke mate de goede milieustatus is bereikt:
- a)
nationale drempelwaarden, op voorwaarde dat aan de verplichting tot regionale samenwerking in de artikelen 5 en 6 van Richtlijn 2008/56/EG is voldaan;
- b)
directionele tendensen van de waarden;
- c)
op belasting gebaseerde drempelwaarden als benadering.
Deze moeten, indien mogelijk, de beginselen zoals omschreven in lid 1, punten a) tot en met i), volgen.
3.
Indien drempelwaarden, met inbegrip van die welke overeenkomstig dit besluit door de lidstaten zijn vastgesteld, voor een bepaald criterium niet in de mate worden gehaald die de lidstaat heeft vastgesteld als een goede milieutoestand overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2008/56/EG, gaan de lidstaten, indien van toepassing, na of er maatregelen moeten worden genomen op grond van artikel 13 van die richtlijn, dan wel of verder onderzoek moet worden uitgevoerd.
4.
De overeenkomstig dit besluit door de lidstaten vastgestelde drempelwaarden kunnen in het licht van de wetenschappelijke en technische vooruitgang periodiek opnieuw worden bekeken en, indien nodig, op tijd voor de toetsing als bedoeld in artikel 17, lid 2, onder a), van Richtlijn 2008/56/EG worden aangepast.