WR 2020/75
Servicekosten – woonruimte – niet redelijk voordeel: afrekenmethodiek servicekosten geliberaliseerde huur; uitleg art. 7:259 lid 1 BW; kosten VvE; contractsvrijheid? relatie met werkelijke kosten; toetsing door rechter
HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:808, m.nt. J.K. Six-Hummel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00457
- Conclusie
A-G Wissink
- Noot
J.K. Six-Hummel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202494:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:808, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1396, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2019
- Wetingang
(Art. 7:247, 7:259 lid 1 en art. 7:264 BW)
Essentie
Servicekosten – woonruimte – niet redelijk voordeel: afrekenmethodiek servicekosten geliberaliseerde huur; uitleg art. 7:259 lid 1 BW; kosten VvE; contractsvrijheid? relatie met werkelijke kosten; toetsing door rechter
Samenvatting
Deze zaak gaat over de vraag hoever de contractsvrijheid reikt van partijen die bij het sluiten van een huurovereenkomst voor geliberaliseerde woonruimte overeenkomen dat de huurder een vast bedrag per maand aan servicekosten betaalt voor meubilair en aan de verhuurder de maandelijkse bijdrage voor de VvE vergoedt. Het komt daarbij aan op de uitleg en toepassing van art. 7:259 lid 1 BW. Art. 7:259 BW geldt zowel voor geliberaliseerde als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.