RN 2023/30
Huwelijksvermogensrecht. Is bij een afrekening alsof echtgenoten in gemeenschap van goederen waren gehuwd uitsluitend sprake van een regeling over de omvang van het te verrekenen vermogen of ook de mogelijkheid van vergoedingsrechten?
HR 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1389
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00518
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS698890:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Finaal verrekenbeding. Vergoedingsrechten.
Is bij een afrekening alsof echtgenoten in gemeenschap van goederen waren gehuwd uitsluitend sprake van een regeling over de omvang van het te verrekenen vermogen of ook de mogelijkheid van vergoedingsrechten?
Samenvatting
Man (M) en vrouw (V) zijn in 1997 gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden. M had bij het aangaan van het huwelijk een eigen woning. Partijen hebben in die huwelijkse voorwaarden een afspraak gemaakt dat zij de kosten van de gemeenschappelijke huishouding voldoen naar evenredigheid uit de netto inkomens van de echtgenoten en als de inkomens niet voldoende zijn, dan naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.