RvdW 2016/308
Ontslag op staande voet wegens dringende reden; vereiste van onverwijlde mededeling dringende reden; strekking; stelplicht en bewijslast; uitleg in opzeggingsbrief vermelde opzeggingsgrond; gebruik strafrechtelijk begrip in opzeggingsbrief.
HR 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:290
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
14/05316
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:290, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2014
- Wetingang
Art. 7:677 BW; art. 310 Sr
Essentie
Ontslag op staande voet wegens dringende reden; vereiste van onverwijlde mededeling dringende reden; strekking; stelplicht en bewijslast; uitleg in opzeggingsbrief vermelde opzeggingsgrond; gebruik strafrechtelijk begrip in opzeggingsbrief.
In geval van opzegging van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden dient die reden onverwijld aan de wederpartij te worden meegedeeld (art. 7:677 lid 1 BW). De strekking hiervan is dat voor de wederpartij onmiddellijk duidelijk behoort te zijn welke eigenschappen of gedragingen de ander hebben genoopt tot het beëindigen van de dienstbetrekking. De werkgever dient te stellen en zo nodig te bewijzen dat de door de werkgever meegedeelde ontslaggrond zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.