Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
Artikel 14 (facultatieve weigeringsgronden)
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2011
- Bronpublicatie:
12-05-2011, Stb. 2011, 232 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32188)
- Inwerkingtreding
01-08-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2011, Stb. 2011, 342 (uitgifte: 08-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
De officier van justitie kan de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing, houdende een geldelijke sanctie, weigeren indien:
- a.
het feit waarvoor de geldelijke sanctie is opgelegd:
- 1°
geacht wordt geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied of buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig te zijn gepleegd; of
- 2°
buiten het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat is gepleegd, terwijl naar Nederlands recht geen vervolging zou kunnen worden ingesteld indien het feit buiten Nederland zou zijn gepleegd;
- b.
de hoogte van de geldelijke sanctie 70 euro of minder bedraagt.