Einde inhoudsopgave
Aanbestedingsreglement Werken 2016
12.5 Geschiktheidseisen in de aankondiging
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2020
- Bronpublicatie:
14-06-2020, Stcrt. 2020, 30657 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: WJZ/ 19120270)
- Inwerkingtreding
29-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2020, Stcrt. 2020, 30657 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: WJZ/ 19120270)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Algemeen
12.5.1 | De aanbesteder kan, na gebruik van de onlinedatabank van certificaten e-Certis, geschiktheidseisen stellen aan de ondernemers. De aanbesteder stelt uitsluitend geschiktheidseisen die kunnen garanderen dat de ondernemers over de juridische capaciteiten, financiële middelen en de technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid beschikken om het ontwerp op te stellen en de opdracht die eventueel uit de prijsvraag voortvloeit uit te voeren. | ||
12.5.2 GP3.5B GP3.5H | Indien de aanbesteder geschiktheidseisen stelt inzake draagkracht en bekwaemheden eis bedoeld in de artikelen 12.11 tot en met 12.16, houden deze verband met en staan ze in redelijke verhouding tot het voorwerp van het ontwerp en de opdracht die eventueel uit de prijsvraag voortvloeit. De aanbesteder vermeldt deze geschiktheidseisen in de aankondiging. Indien de aanbesteder geschiktheidseisen stelt, hebben deze eisen geen betrekking op de hoogte van de totale omzet en de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van het ontwerp en de opdracht die eventueel uit de prijsvraag voortvloeit is, tenzij de aanbesteder dit met zwaarwegende argumenten motiveert in de aankondiging. In dat geval is die eis niet hoger dan driemaal de geraamde waarde van het ontwerp en de opdracht die eventueel uit de prijsvraag voortvloeit. | ||
12.5.3 | De aanbesteder kan geschiktheidseisen stellen die betrekking hebben op gegevens uit jaarrekeningen, bijvoorbeeld de ratio tussen passiva en activa. Deze gegevens mogen in aanmerking worden genomen indien de aanbesteder in de aankondiging opgave doet van de hiervoor te gebruiken methoden en criteria. Deze methoden en criteria moeten transparant, objectief en niet-discriminerend zijn. |