Aanbestedingsreglement Werken 2016
Deel IV Artikelsgewijze toelichting
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2020
- Bronpublicatie:
14-06-2020, Stcrt. 2020, 30657 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: WJZ/ 19120270)
- Inwerkingtreding
29-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2020, Stcrt. 2020, 30657 (uitgifte: 29-06-2020, regelingnummer: WJZ/ 19120270)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1 Algemene bepalingen
1.1 Definities
1.1.1 | 1.1 |
(1.1.1. b) Onder aanbestedigsstukken vallen in ieder geval: aankondiging van de opdracht, de vooraankondiging indien deze wordt gebruikt als oproep tot mededinging, de technische specificaties, het beschrijvend document, de voorgestelde contractvoorwaarden, formats voor de aanbieding van documenten door gegadigden en inschrijvers, informatie over algemeen toepasselijke verplichtingen, de nota('s) van inlichtingen en alle aanvullende documenten Correspondentie via onder andere e-mail, waarin mededelingen worden gedaan, valt met onder het begrip aanbestedingsstukken.. | |
(1.1.1. c en d) De gunning van een concessieopdracht voor werken of voor diensten houdt de overdracht aan de concessiehouder in van het operationeel risico dat inherent is aan de exploitatie van de werken of diensten en dat het vraagrisico of het aanbodrisico of beide omvat. De concessiehouder wordt geacht het operationeel risico op zich te nemen wanneer er onder normale exploitatieomstandigheden geen garantie bestaat dat de gedane investeringen of de kosten die gemaakt zijn bij het exploiteren van de werken of diensten die het voorwerp van de concessie vormen, kunnen worden terugverdiend. Heit deel van het aan de concessiehouder overgedragen risico behelst een werkelijke blootstelling aan de grillen van de markt, hetgeen betekent dat elk potentieel door de concessiehouder te lijden verlies niet louter nominaal of te verwaarlozen is. | |
(1.1.1. e) Voorbeelden van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten zijn ijken, testen, certificeren en inspecteren. In Nederland is de Stichting Raad voor Accreditatie op grond van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie aangewezen om conformiteitsbeoordelingsactiviteiten in de zin van verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2006 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen var producten en tot intrekking ven verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218) te accrediteren. | |
(1.1.1. o) Een keurmerk ken worden verstrekt door een overheidsinstantie of een private organisatie. | |
(1.1.1. p) Keurmerkeisen zijn de onderliggende eisen van een keurmerk Als een product, dienst, proces of procedure voldoet aan die onderliggende eisen, kan een keurmerk worden verkregen. | |
(1.1.1. r) De stadia in een levenscyclus lopen uiteen van de verkrijging van grondstof of de opwekking van hulpbronnen tot de verwijdering of opruiming De fases daartussen kunnen bijvoorbeeld betreffen: uit te voeren onderzoek en ontwikkeling, productie, handel en handelsvoorwaarden, vervoer, gebruik en onderhoud. |
1.2 Termijnen
1.2.1 | - |
1.2.2 | - |
1.2.3 | - |
1.2.4 | - |
1.2.5 | - |
1.3 Toepasselijkheid
1.3.1 | - |
1.3.2 | - |
1.3.3 | - |
1.3.4 | - |
1.3.5 | - |
1.3.6 | - |
1.3.7 | - |
1.4 Wijze van aanbesteding
1.4.1 | - |
1.4.2 | - |
1.4.3 | 2.56 |
1.4.4 | 2.57 |
1.5 Slotbepaling
1.5.1 | - |
2 Openbare procedure | 3 Niet-openbare procedure | 4 Concurrentiegerichte dialoog | 5 Mededingingsprocedure met onderhandeling | 6 Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging | 7 Meervoudig onderhandse procedure | 8 Procedure van het innovatiepartnerschap | 9 Raamovereenkomst met een enkele ondernemer | 10 Raamovereenkomst met meerdere ondernemers | 11 Procedure voor sociale en andere specifieke diensten | 12 Openbare prijsvraag | 13 Niet-openbare prijsvraag | 14 Instelling van en toelating tot een dynamisch aankoopsysteem | 15 Plaatsen van opdrachten binnen een dynamisch aankoopsysteem | 16 Concessieprocedure | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | |||||||||||||||
2.1 | 3.1 | 4.1 | 5.1 | 6.1 | 7.1 | 8.1 | 9.1 | 10.1 | 11.1 | 12.1 | 13.1 | 14.1 | 15.1 | 16.1 | |
2.1.1 | 3.1.1 | 4.1.1 | 5.1.1 | 6.1.1 | 7.1.1 | 9.1.1 | 10.1.1 | 11.1.1 | 12.1.1 | 13.1.1 | 14.1.1 | 15.1.1 | 16.1.1 | (1.1) | |
8.1.1 | (1.1) | ||||||||||||||
Het verschil tussen een concessieovereenkomst voor werken en een gewone opdracht voor werken is dat de tegenprestatie voor de uitvoering van het werk met bestaat uit een betaling van de aanbesteder aan de aannemer maar uit het verlenen van een exclusief recht aan de aannemer om het resultaat van de bouwwerkzaamheden te exploiteren of door het betalen van een bepaald bedrag gekoppeld aan een exploitatierecht. Indien de aanbesteder de concessiehouder regelmatig vergoedingen geeft voor de uitvoering van het werk of de exploitatie ervan, die voor een belangrijk deel het exploitatiensico wegnemen, dan is er geen sprake meer van een concessieovereenkomst omdat het exploitatiensico bij de concessiehouder moet liggen. | |||||||||||||||
4.1.2 | 2.28.1 | ||||||||||||||
Voor de Europese aanbesteding geldt: Ingeval een aanbestedende dienst de procedure van de concurrentiegerichte dialoog wil toepassen omdat met in zijn behoeften kan worden voorzien door aanpassing van gemakkelijk beschikbare oplossingen, zal het moeten gaan om een aanzienlijke aanpassing van de beschikbare oplossingen Uit overweging 43 van richtlijn 2014/24/EU volgt dat voor standaarddiensten of- leveringen die door vete verschillende spelers op de markt kunnen worden aangeboden, geen gebruik mag worden gemaakt van de procedure van de concurrentiegerichte dialoog Die overweging verduidelijkt tevens dat het voor toepassing van de procedure van de concurrentiegerichte dialoog ingeval van werken onder meer gaat om werken die geen standaardgebouwen zijn of werken die tevens ontwerpen of innovatieve oplossingen behelzen, zoals omvangrijke geïntegreerde vervoersinfrastructuurprojecten Voor diensten of leveringen verduidelijkt deze overweging dat het vooral gaat om complexe aankopen van geavanceerde producten of intellectuele diensten waarbij aanpassings-of ontwerpactiviteiten nodig zijn, zoals bepaalde consultancy-, architectuur- of ingenieursdiensten, of grote ICT-projecten Het gaat in dergelijke gevallen dus net om een kleine aanpassing. | |||||||||||||||
Voor de nationale aanbesteding geldt Het gebruik van de procedure van de concurrentiegerichte dialoog is vrij gelaten om tegemoet te komen aan de behoefte van aanbesteders en ondernemers om tijdens de aanbesteding van met name ggeïntegreerde contracten, zoals Design and Construct, een dialoog te kunnen voeren De toepasbaarheid hangt mede af van het door de aanbesteder gehanteerde beleid. | |||||||||||||||
Een van de gronden waarop de procedure van de concurrentiegerichte dialoog mag worden toegepast is wanneer voor een aanbesteding slechts ‘onaanvaardbare’ inschrijvingen zijn ontvangen Dit reglement bepaalt met betrekking tot alle procedures dat een aanbesteder de meeste gerede aanbieding als ‘onaanvaardbaar’ kan bestempelen indien de prijs van deze aanbieding hoger is dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder. Overigens zal de aanbesteder op verzoek van de meest gerede inschrijver gegevens moeten kunnen overleggen die deze inschrijver in staat stellen de zorgvuldigheid van de raming van de aanbesteder te toetsen. | |||||||||||||||
4.1.3 | - | ||||||||||||||
5.1.2 | 2.28.1 (2.30) | ||||||||||||||
Ingeval een aanbestedende dienst de mededingingsprocedure met onderhandeling wil toepassen omdat met in zijn behoeften kan worden voorzien door aanpassing van gemakkelijk beschikbare oplossingen, zal het moeten gaan om een aanzienlijke aanpassing van de beschikbare oplossingen. Uit overweging 43 van richtlijn 2014/24/EU volgt dat voor standaarddiensten of- leveringen die door vele verschillende spelers op de markt kunnen worden aangeboden, geen gebruik mag worden gemaakt van de mededingingsprocedure met onderhandeling. Die overweging verduidelijkt tevens dat het voor toepassing van de mededingingsprocedure met onderhandeling ingeval van werken onder meer gaat om werken die geen standaardgebouwen zijn of werken die tevens ontwerpen of innovatieve oplossingen behelzen, zoals omvangrijke geïntegreerde vervoersinfrastructuurprojecten. Voor diensten of leveringen verduidelijkt deze overweging dat het vooral gaat om complexe aankopen van geavanceerde producten of intellectuele diensten waarbij aanpassings-of ontwerpactiviteiten nodig zijn, zoals bepaalde consultancy-, architectuur- of ingenieursdiensten, of grote ICT-projecten Het gaat in dergelijke gevallen dus niet om een kleine aanpassing. | |||||||||||||||
Een van de gronden waarop de mededingingsprocedure met onderhandeling mag worden toegepast is wanneer voor een aanbesteding slechts ‘onaanvaardbare’ inschrijvingen zijn ontvangen Dit reglement bepaalt met betrekking tot alle procedures dat een aanbesteder de meeste gerede aanbieding als ‘onaanvaardbaar’ kan bestempelen indien de prijs van deze aanbieding hoger is dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder. Overigens zal de aanbesteder op verzoek van de meest gerede inschrijver gegevens moeten kunnen overleggen die deze inschrijver in staat stellen de zorgvuldigheid van de raming van de aanbesteder te toetsen. | |||||||||||||||
5.1.3 | - | ||||||||||||||
4.1.4 | 5.1.4 | 2.28.3 | |||||||||||||
4.1.5 | 5.1.5 | 2.28.4 | |||||||||||||
6.1.2 | 2.32.1 | ||||||||||||||
Uit de jurisprudentie van het Hof over de in deze artikelen genoemde uitzonderingen blijkt dat alle uitzonderingen restrictief geinterpreteerd moeten worden (HvJEG van 10 maart 1987, Commissie/Italië, zaak C-199/85, Jur 1987, blz I-01039) Daarnaast zijn de uitzonderingen limitatief opgesomd (HvJEG van 17 november 1993, Commissie/Spanje, zaak C-71/92, Jur 1993, blz I-05923, en recentelijk HvJEG van 8 april 2008, Commissie/Italië, zaak C-337/05, Jur 2008, blz I-02173) Voorts blijkt uit de junsprudentie dat de aanbesteder die een beroep doet op één van de uitzonderingssituaties het bestaan van die uitzonderingssituatie moet aantonen. | |||||||||||||||
De aanbesteder die zich beroept op de uitzondenng genoemd in artikel 6.1.2, onderdeel b. moet bewijzen dat er technische redenen zijn in de zin van die bepaling, maar ook dat die technische redenen het volstrekt noodzakelijk maken de in geding zijnde opdracht aan de onderneming in kwestie te gunnen (HvJEG van 18 mei 1995, Commissie/Italië, zaak C-57/94, Jur 1995, blz I-01249). Tevens moeten alle voorwaarden worden vervuld die aan de uitzondering worden gesteld waarop de aanbesteder zich beroept (HvJEGvan 28 maart 1996, Commissie/Duitsland, zaak C-318/94, Jur 1996, blz I-91949). | |||||||||||||||
Ten aanzien van de uitzondenng voor exclusieve rechten, tevens genoemd in artikel 612, onderdeel b, is naar aanleiding van de uitspraak van het Hof inzake Commissie/Spanje (HvJEG van 3 mei 1994, Commissie/Spanje, zaak C-329/92, Jur 1994, biz I-01569) duidelijk geworden dat hiervoor niet voldoende is dat de betreffende levering of de betreffende dienst door een exclusief recht zoals een octrooi wordt beschermd, maar dat de aanbesteder ook moet bewijzen dat de betreffende levering of dienst slechts door een bepaalde leverancier kunnen worden vervaardigd of geleverd, respectievelijk slechts door een bepaalde dienstvertener kan worden verleend Aan deze laatste voorwaarde kan volgens het Hof alleen worden voldaan met betrekking tot die producten en specialiteiten waarvoor op de markt geen concurrentie plaats vindt. | |||||||||||||||
Ten aanzien van de uitzondering genoemd in artikel 6.1.2, onderdeel c. moet worden aangetoond dat die omstandigheden niet door de aanbesteder konden worden voorzien en voorts niet te wijten zijn aan de aanbesteder zelf (zie HvJ EG inzake Commissie/Spanje, zaak C-24/91, 1992, blz. I-01989 en HvJ EG inzake Commissie/Italië, zaak C-107/92, 1993, blz. I-04655). De vertraging die in het kader van een vergunningprocedure optreedt doordat in deze procedure bezwaren zijn ingediend werd door het Hof dan ook als voorzienbaar aangemerkt Indien de aanbesteder zelf enige tyd heeft laten passeren voordat hij actie onderneemt, leidt dit er volgens het Hof eveneens toe dat de aanbesteder zich niet op de uitzondering van dwingende spoed kan beroepen. | |||||||||||||||
6.1.3 | - | ||||||||||||||
6.1.4 | 2.32.2 | ||||||||||||||
6.1.5 | 2.32.3 | ||||||||||||||
6.1.6 | (2.32.3) | ||||||||||||||
4.1.6 | 2.112.3 | ||||||||||||||
4.1.7 | 5.1.6 | 2.28.2 | |||||||||||||
5.1.7 | (2.28.2) | ||||||||||||||
6.1.7 | 2.33 | ||||||||||||||
6.1.8 | 2.34 | ||||||||||||||
6.1.9 | 2.36 | ||||||||||||||
9.1.2 | 10.1.2 | 2.44 | |||||||||||||
9.1.3 | 10.1.3 | - | |||||||||||||
15.1.2 | 2.149.2 | ||||||||||||||
Algemene bepalingen | |||||||||||||||
9.2 | 10.2 | 16.2 | |||||||||||||
Voor meer informatie over raamovereenkomsten zij verwezen naar de Explanatory Note on Framework Agreements van de Europese Commissie (CC/2005/03) | |||||||||||||||
9.2.1 | 10.2.1 | 2.140.1 | |||||||||||||
9.2.2 | 10.2.2 | 2.140.2 | |||||||||||||
9.2.3 | 10.2.3 | 2.140.3 | |||||||||||||
16.2.1 | - | ||||||||||||||
16.2.2 | (2a.36) | ||||||||||||||
16.2.3 | 2a.33.3 en 4 | ||||||||||||||
16.2.4 | 2a.33.5 | ||||||||||||||
16.2.5 | 2a.33.6 | ||||||||||||||
16.2.6 | 2a.33.7 | ||||||||||||||
16.2.7 | 2a.33.8 en 9 | ||||||||||||||
16.2.8 | 2a.36 | ||||||||||||||
16.2.9 | 2a.3 | ||||||||||||||
Communicatiemiddelen | |||||||||||||||
2.2 | 3.2 | 4.2 | 5.2 | 6.2 | 7.2 | 8.2 | 9.3 | 10.3 | 12.2 | 13.2 | 14.2 | 15.2 | |||
2.2.1 | 3.2.1 | 4.2.1 | 5.2.1 | 6.2.1 | 8.2.1 | 9.3.1 | 10.3.1 | 12.2.1 | 13.2.1 | 14.2.1 | 15.2.1 | 2.52a.1 | |||
2.2.2 | 3.2.2 | 4.2.2 | 5.2.2 | 6.2.2 | 7.2.1 | 8.2.2 | 9.3.2 | 10.3.2 | 12.2.2 | 13.2.2 | 2.52b.1 | ||||
Dit artikel bevat geen limitatieve opsomming van ‘de essentiële elementen van een aanbestedingsprocedure’. | |||||||||||||||
Vooraankondiging | |||||||||||||||
2.3 | 3.3 | 4.3 | 5.3 | 8.3 | 11.2 | 12.3 | 13.3 | 14.3 | |||||||
2.3.1 | 3.3.1 | 4.3.1 | 5.3.1 | 8.3.1 | 11.2.1 | 12.3.1 | 13.3.1 | 14.3.1 | 2.58 | ||||||
2.3.2 | 3.3.2 | 4.3.2 | 5.3.2 | 8.3.2 | 11.2.2 | 12.3.2 | 13.3.2 | 14.3.2 | 2.59.2 | ||||||
2.3.3 | 3.3.3 | 4.3.3 | 5.3.3 | 8.3.3 | 11.2.3 | 12.3.3 | 13.3.3 | 14.3.3 | 2.59.1 en 2.61 | ||||||
2.3.4 | 3.3.4 | 4.3.4 | 5.3.4 | 8.3.4 | 11.2.4 | 12.3.4 | 13.3.4 | 14.3.4 | 2.61.3 | ||||||
2.3.5 | 3.3.5 | 4.3.5 | 5.3.5 | 8.3.5 | 11.2.5 | 12.3.5 | 13.3.5 | 14.3.5 | (2.64) | ||||||
11.2.6 | 2.58a.1 en 2 | ||||||||||||||
11.2.7 | 2.58a.3 | ||||||||||||||
2.3.6 | 3.3.6 | 4.3.6 | 5.3.6 | 8.3.6 | 11.2.8 | 12.3.6 | 13.3.6 | 14.3.6 | 2.60.1 en 3 | ||||||
2.3.7 | 3.3.7 | 4.3.7 | 5.3.7 | 8.3.7 | 11.2.9 | 12.3.7 | 13.3.7 | 14.3.7 | 2.67 | ||||||
2.3.8 | 3.3.8 | 4.3.8 | 5.3.8 | 8.3.8 | 11.2.10 | 12.3.8 | 13.3.6 | 14.3.8 | (2.65) | ||||||
Aankondiging / Uitnodiging tot inschrijving | |||||||||||||||
2.4 | 3.4 | 4.4 | 5.4 | 6.3 | 7.3 | 8.4 | 11.3 | 12.4 | 13.4 | 14.4 | 15.3 | ||||
Waar in deze artikelen sprake is van ‘in de aankondiging’ mag ook worden gelezen ‘in een bijlage van de aankondiging’. | |||||||||||||||
2.4.1 | 3.4.1 | 4.4.1 | 5.4.1 | 6.3.1 | 7.3.1 | 8.4.1 | 11.3.1 | 12.4.1 | 13.4.1 | 14.4.1 | 15.3.1 | 2.62.1 | |||
4.4.2 | 5.4.2 | 2.28.2 | |||||||||||||
5.4.3 | (2.28.2) | ||||||||||||||
2.4.2 | 3.4.2 | 4.4.3 | 5.4.4 | 8.4.2 | 11.3.2 | 12.4.2 | 13.4.2 | 14.4.2 | 2.62.3 | ||||||
2.4.3 | 3.4.3 | 4.4.4 | 5.4.5 | 8.4.3 | 11.3.3 | 12.4.3 | 13.4.3 | 14.4.3 | 2.62.2 | ||||||
2.4.4 | 3.4.4 | 4.4.5 | 5.4.6 | 8.4.4 | 11.3.4 | 12.4.4 | 13.4.4 | 14.4.4 | (2.64) | ||||||
2.4.5 | 3.4.5 | 4.4.6 | 5.4.7 | 8.4.6 | 11.3.5 | 14.4.5 | 1.18.1 | ||||||||
2.4.6 | 3.4.6 | 4.4.7 | 5.4.8 | 8.4.6 | 11.3.6 | 12.4.5 | 13.4.5 | 14.4.6 | 2.65 | ||||||
2.4.7 | 3.4.7 | 4.4.8 | 5.4.9 | 8.4.7 | 11.3.7 | 12.4.6 | 13.4.6 | 14.4.7 | 2.67 | ||||||
2.4.8 | 3.4.8 | 4.4.9 | 5.4.10 | 8.4.8 | 11.3.8 | 12.4.7 | 13.4.7 | 14.4.8 | (2.65) | ||||||
2.4.9 | 3.4.9 | 4.4.10 | 5.4.11 | 8.4.9 | 11.3.9 | 12.4.8 | 13.4.8 | 14.4.9 | 2.66 | ||||||
De passage ‘voor zover deze stukken beschikbaar zijn’ dient zo te worden begrepen dat het geen ruimte schept om een aanbesteding al te starten met een aankondiging terwijl bepaalde aanbestedingstukken (bijvoorbeeld het bestek) nog in de maak zijn en daarom nog niet beschikbaar zijn Er zijn echter aanbestedingsstukken die per definitie nog niet beschikbaar zijn op het moment van aankondiging (bijvoorbeeld Nota van Inlichtingen). | |||||||||||||||
6.3.2 | 7.3.2 | 15.3.2 | - | ||||||||||||
6.3.3 | 7.3.3 | - | |||||||||||||
Geschiktheldseisen en proces uitnodiging in de aankondiging | |||||||||||||||
2.5 | 3.5 | 4.6 | 5.5 | 6.4 | 8.5 | 12.6 | 13.6 | 14.6 | |||||||
2.5.1 | 3.5.1 | 4.5.1 | 5.5.1 | 8.5.1 | 12.5.1 | 13.5.1 | 14.5.1 | 2.90.1 en 4 | |||||||
Dit artikel beoogt te benadrukken, dat aan bestedere hoofdzakelijk gebruik dienen te maken van e-Certis en voor zover mogelijk die typen van certificaten en bewijsstukken verplicht stellen die in e-Certis beschikbaar zijn Dit moet leiden tot meer eenvormigheid in de te vragen bewijsmiddelen en daarmee tot lagere lasten voor ondernemers. | |||||||||||||||
14.5.2 | 2.144.4 en 5 | ||||||||||||||
14.5.3 | 2.144.6 | ||||||||||||||
14.5.4 | 2.145.2 | ||||||||||||||
2.5.2 | 3.5.2 | 4.5.2 | 5.5.2 | 6.4.1 | 8.5.2 | 12.5.2 | 13.5.2 | 14.5.5 | 1.10, 2.53 en 2.90 | ||||||
Met name bij kleinere opdrachten moet terughoudend worden omgegaan met het stellen van eisen. | |||||||||||||||
Voor de bepaling van de geraamde waarde van de opdracht zie afdeling 2.1.2 ‘Raming van de waarde’ van de Aanbestedingswet. | |||||||||||||||
2.5.3 | 3.5.3 | 4.5.3 | 5.5.3 | 8.5.3 | 12.5.3 | 13.6.3 | 14.5.6 | 2.90.6 | |||||||
3.5.4 | 4.5.4 | 5.5.4 | 8.5.4 | 13.5.4 | 2.99 en 2.100 | ||||||||||
3.5.6 | - | ||||||||||||||
5.5.5 | 6.4.3 | 8.5.5 | 2.126.4 | ||||||||||||
15.3.3 | 2.79.5 | ||||||||||||||
15.3.4 | (2.147.2) | ||||||||||||||
Gunning scriteria in de aankondiging | |||||||||||||||
2.6 | 3.6 | 4.6 | 5.6 | 6.5 | 7.4 | 8.6 | 12.6 | 13.6 | 14.6 | 15.4 | |||||
2.6.1 | 3.6.1 | 4.6.1 | 5.6.1 | 6.5.1 | 7.4.1 | 8.6.1 | 12.6.1 | 13.6.1 | 14.6.1 | 15.4.1 | 2.114.1 en 2 | ||||
De economisch meest voordelige inschrijving is nu het voor gunningscriteria overkoepelende begrip geworden. | |||||||||||||||
Laagste kosten berekend op basis van kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, mogen gecombineerd worden met kwalitatieve criteria Een dergelijke combinatie valt dan onder het begrip ‘beste prijs-kwaliteitverhouding’. | |||||||||||||||
Uit de uitspraken van het Hof in de zaken SIAC (HvJ EG, zaak C-19/00, 2001, blz 107725) en Succhi di Frutta (HvJ EG, zaak C-496/99 P.n.n.g.) vloeit voort dat de gunningscritena zodanig geformuleerd moeten zijn dat normaal zorgvuldige inschrijvers in staat zijn deze criteria op dezelfde wijze te interpreteren, en voorts dat de aanbesteder de gunningscriteria gedurende de gehele aanbestedingsprocedure op dezelfde wijze moet toe passen. | |||||||||||||||
2.6.2 | 3.6.2 | 4.6.2 | 5.6.2 | 6.5.2 | 7.4.2 | 8.6.2 | 14.6.2 | 2.115.1 en 2 | |||||||
2.6.3 | 3.6.3 | 4.6.3 | 5.6.3 | 6.6.3 | 7.4.3 | 8.6.3 | 14.6.3 | 2.115.3 | |||||||
2.6.4 | 3.6.4 | 4.6.4 | 5.6.4 | 6.5.4 | 7.4.4 | 8.6.4 | 14.6.4 | 15.4.2 | 2.115.4 | ||||||
Dit artikel dient in samenhang met het bepaalde in artikel 2.4.9, 3.4.9, etc. te worden gelezen Het biedt due geen ruimte om het relatieve gewicht van de nadere criteria voor de bepaling van de beste prijs-kwaliteitverhouding pas op een later moment dan de bekendmaking van de aankondiging vastte stellen en kenbaar te maken. | |||||||||||||||
2.6.5 | 3.6.5 | 4.6.5 | 5.6.5 | 6.5.5 | 7.4.5 | 8.6.5 | 14.6.5 | 15.4.3 | 2.115.5 | ||||||
Dit artikel dient in samenhang met het bepaalde in artikel 2.4.9, 3.4.9, etc. te worden gelezen. Het biedt dus geen ruimte om de nadere criteria (in afnemende volgorde van belang) voor de bepaling van de beste prije-kwaliteitverhouding pas op een later moment dan de bekendmaking van de aankondiging vast te stellen en kenbaar te maken. | |||||||||||||||
2.6.5 | 3.6.6 | 4.6.6 | 5.6.6 | 6.5.6 | 7.4.6 | 8.6.3 | 14.6.6 | 2.115a.1 | |||||||
2.6.7 | 3.6.7 | 4.6.7 | 5.6.7 | 6.5.7 | 7.4.7 | 8.6.7 | 14.6.7 | 2.115a.2 | |||||||
2.6.8 | 3.6.8 | 4.6.8 | 5.6.8 | 6.5.8 | 7.4.8 | 8.6.3 | 14.6.8 | 2.115a.3 | |||||||
2.6.9 | 3.6.9 | 4.6.9 | 5.6.9 | 6.5.9 | 7.4.9 | 8.6.8 | 14.6.9 | 2.115a.4 | |||||||
15.4.4 | 2.81 | ||||||||||||||
4.6.10 | 15.4.4 | 2.110.3 | |||||||||||||
2.6.10 | 3.6.10 | 5.6.10 | 6.6.10 | 7.4.10 | 14.6.10 | 2.114.3 | |||||||||
2.6.11 | 3.6.11 | 4.6.11 | 5.6.11 | 6.5.11 | 7.4.11 | 8.6.10 | 14.6.11 | 2.113a.1 | |||||||
4.6.12 | 5.6.12 | 8.6.11 | 2.111.1 en 3 | ||||||||||||
Opdrachtvoorwaarden in de aankondiging | |||||||||||||||
2.7 | 3.7 | 4.7 | 5.7 | 6.6 | 12.7 | 13.7 | 14.7 | ||||||||
4.7.1 | 14.7.1 | 2.110.2 | |||||||||||||
De dialoog wordt gevoerd aan de hand van het beschrijvend document dat, anders dan een bestek, geen oplossingen beschrijft maar slechts een omschrijving geeft van de behoefte van de aanbesteder Het is derhalve niet mogelijk dat ondernemers op basis van het beschrijvend document een inschrijving kunnen doen. Een inschrijving is pas mogelijk nadat, op basis van de dialoog, de behoefte van de aanbesteder concreter is ingevuld en door de deelnemers aan de dialoog i$ omgezet in oplossingen die voorzien in de behoeften van de aanbesteder. | |||||||||||||||
12.7.1 | 13.7.1 | 2.158.3 | |||||||||||||
12.7.2 | 13.7.2 | (2.34) | |||||||||||||
2.7.1 | 3.7.1 | 4.7.2 | 5.7.1 | 8.7.1 | 12.7.3 | 13.7.3 | 14.7.2 | 2.82 | |||||||
Zo kan door middel van beroep en werk worden bijgedragen aan het bevorderen van de maatschappelijke integratie van gehandicapten en kansarmen De reden om opdrachten voor te behouden aan dergelijks werkplaatsen, programma's of ondernemingen is gelegen in het feit dat zij er onder normale mededingingsvoorwaarden vaak niet in slagen voldoende opdrachten te verwerven. | |||||||||||||||
Om binnen de reikwijdte van deze regeling te kunnen vallen, dient een ondernemer aan te tonen dat zij de maatschappelijke en professionele (her)integratie van gehandicapten of kansarmen tot belangrijkste doel heeft, bijvoorbeeld doordat zij dit in haar statuten heeft opgenomen Gehandicapten en ‘kansarmen’ worden in Nederland vaak aangeduid als ‘personen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. | |||||||||||||||
Onder ‘gehandicapten’ en ‘kansarmen’ moet in elk geval worden verstaan die personen die onder de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten vallen De doelgroep van deze wet omvat:
Daarnaast kan onder gehandicapten en kansarmen ook worden begrepen personen die een uitkering ontvangen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze opsomming is net limitatief. | |||||||||||||||
De eis dat 30% van de werknemers Pinnen één van de doelgroepen van het artikel valt, moet op een substantiële manier zijn ingevuld Kortlopende tijdelijke contracten en nul -urencontracten vormen in elk geval geen substantiële invulling. Aan de hand van bijvoorbeeld de vertoonde uren of de loonsom kan een werkgever aantonen dat hij substantiële invulling geeft aan de 30%-eis. | |||||||||||||||
2.7.2 | 3.7.2 | 4.7.3 | 5.7.2 | 8.7.2 | 14.7.3 | 2.82a | |||||||||
Bij de hier bedoelde organisaties kan gedacht worden aan initiatieven als (online) buurtplatforms, samenwerkingen van mantelzorgers of zorgcoöperaties. | |||||||||||||||
2.7.3 | 3.7.3 | 4.7.4 | 5.7.3 | 6.6.1 | 8.7.3 | 12.7.4 | 13.7.4 | 14.7.4 | 2.81.1 | ||||||
2.7.4 | 6.6.2 | 2.81.2 | |||||||||||||
14.7.6 | 2.145.2 | ||||||||||||||
14.7.6 | 2.80.1 en 2.75.3 | ||||||||||||||
8.7.4 | 2.129b.4 | ||||||||||||||
8.7.5 | 2.126b.6 | ||||||||||||||
Bepalingen over elektronische middelen in de aankondiging | |||||||||||||||
2.8 | 3.8 | 4.8 | 5.8 | 6.7 | 7.5 | 8.8 | 12.3 | 13.3 | 14.8 | 15.6 | |||||
14.8.1 | 15.6.1 | 2.145.2c | |||||||||||||
2.8.1 | 3.6.1 | 4.8.1 | 5.8.1 | 6.7.1 | 8.8.1 | 12.8.1 | 13.8.1 | 14.6.2 | 15.6.2 | 2.65.3 en 5 en 2.52a.4 | |||||
2.8.2 | 3.8.2 | 4.8.2 | 5.6.2 | 6.7.2 | 8.8.2 | 12.8.2 | 13.8.2 | 14.8.3 | 15.5.3 | 2.57a, 2.66.4 en 5 | |||||
2.8.3 | 3.8.3 | 4.8.3 | 5.8.3 | 6.7.3 | 8.8.3 | 12.8.3 | 13.8.3 | 14.8.4 | 15.5.4 | 2.52e 2 | |||||
2.8.4 | 3.6.4 | 4.8.4 | 5.8.4 | 6.7.4 | 7.5.2 | 8.6.4 | 14.6.6 | 2.109d.a | |||||||
2.8.5 | 3.8.6 | 5.8.6 | 7.8.3 | 2.117.1a | |||||||||||
7.5.4 | - | ||||||||||||||
Overige bepalingen In de aankondiging | |||||||||||||||
2.9 | 3.9 | 4.9 | 5.9 | 6.8 | 7.6 | 8.9 | |||||||||
2.9.1 | 3.3.1 | 4.9.1 | 5.9.1 | 6.8.1 | 7.6.1 | 8.9.1 | 2.10.1-4 | ||||||||
2.9.2 | 3.9.2 | 3.9.2 | 5.9.2 | 6.8.2 | 7.6.2 | 8.9.2 | 1.5.2. 2.90.3 en 2.114.2 | ||||||||
2.9.3 | 3.9.3 | 4.9.3 | 5.9.3 | 6.8.3 | 7.6.3 | 8.9.3 | 2.79.5 | ||||||||
2.9.4 | 3.9.4 | 4.9.4 | 5.9.4 | 6.8.4 | 7.6.4 | 8.9.4 | 2.83.2 | ||||||||
Technische specificaties | |||||||||||||||
2.10 | 3.10 | 4.10 | 5.10 | 6.9 | 8.10 | 11.4 | 15.6 | ||||||||
Technische specificaties dienen gelijke toegang te bieden aan de inschrijvers en mogen geen onnodige belemmeringen opwerpen. Technische specificaties moeten altijd in verband staan met de opdracht. Er mogen geen eisen gesteld worden bij de opdracht die geen verband houden met de opdracht. In de technische specificaties geeft een aanbesteder alle technische eisen aan die hij aan het werk, het product of de dienst stelt. De aanbesteder kan bijvoorbeeld eisen stellen aan het niveau van duurzaamheid, kwaliteit of milieuvriendelijkheid, toegankelijkheid voor gehandicapten, gebruiksgeschiktheid, veiligheid of afmeting van een product, voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, kwaliteitsborgingsprocedures, verpakking, markering, etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocessen en -methoden en overeenstemmingbeoordelingsprocedures. Voor werken kunnen technische voorschriften voorts bestaan uit voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, voorwaarden voor proefneming, controle en oplevering van de werken, alsmede bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbesteder kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld. | |||||||||||||||
2.10.1 | 3.10.1 | 4.10.1 | 5.10.1 | 6.9.1 | 8.10.1 | 11.4.1 | 15.6.1 | 2.75.1 en 6 | |||||||
8.10.2 | 2.126b.2 | ||||||||||||||
8.10.3 | 2.126b.4 | ||||||||||||||
8.10.4 | 2.126b.6 | ||||||||||||||
5.10.2 | 8.10.5 | 2.126.2 | |||||||||||||
2.10.2 | 3.10.2 | 4.10.2 | 5.10.3 | 6.9.2 | 8.10.6 | 11.4.2 | 15.6.2 | 2.75.2 | |||||||
Uit deze bepaling volgt dat een aanbestedende dienst bij het opstellen van de technische specificates de proportionaliteit van de eisen goed in het oog dient te houden. | |||||||||||||||
2.10.3 | 3.10.3 | 4.10.3 | 5.10.4 | 6.9.3 | 8.10.7 | 11.4.3 | 15.6.3 | 2.76.1 | |||||||
2.10.5 | 3.10.5 | 4.10.5 | 5.10.6 | 6.9.5 | 8.10.9 | 11.4.5 | 15.6.5 | 2.77.1 | |||||||
2.10.6 | 3.10.6 | 4.10.6 | 5.10.7 | 6.9.6 | 8.10.10 | 11.4.6 | 15.6.6 | 2.78b.1 | |||||||
2.10.7 | 3.10.7 | 4.10.7 | 5.10.8 | 6.9.7 | 8.10.11 | 11.4.7 | 15.6.7 | 2.78b.2 | |||||||
2.10.8 | 3.10.8 | 4.10.8 | 5.10.9 | 6.9.8 | 8.10.12 | 11.4.8 | 15.6.8 | 2.78b.3 | |||||||
2.10.9 | 3.10.9 | 4.10.9 | 5.10.10 | 6.9.9 | 8.10.13 | 11.4.9 | 15.6.9 | 2.77.2 | |||||||
2.10.10 | 3.10.10 | 4.10.10 | 5.10.11 | 6.9.10 | 8.10.14 | 11.4.10 | 15.6.10 | 2.78 | |||||||
2.10.11 | 3.10.11 | 4.10.11 | 5.10.12 | 6.9.11 | 8.10.15 | 11.4.11 | 15.6.11 | 2.76.3 en 5 | |||||||
2.10.12 | 3.10.12 | 4.10.12 | 5.10.13 | 6.9.12 | 8.10.16 | 11.4.12 | 15.6.12 | 2.76.4 en 6 | |||||||
De door de aanbesteder opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van opdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld in termen van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese — of bij ontstentenis daarvan naar de nationale — norm, op andere gelijkwaardige oplossingen gebaseerde inschrijvingen door de aanbesteder in overweging worden genomen. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. De aanbesteder moet iedere beslissing dat er geen sprake is van gelijkwaardigheid kunnen motiveren. | |||||||||||||||
Toegankelijkheid en bijzondere voorwaarden | |||||||||||||||
2.11 | 3.11 | 4.11 | 5.11 | 6.10 | 8.11 | 11.5 | 15.7 | ||||||||
2.11.1 | 3.11.1 | 4.11.1 | 5.11.1 | 6.10.1 | 8.11.1 | 11.5.1 | 15.7.1 | 2.75.4 | |||||||
2.11.2 | 3.11.2 | 4.11.2 | 5.11.2 | 6.10.2 | 8.11.2 | 11.5.2 | 15.7.2 | 2.75.5 | |||||||
Een voorbeeld van een in dit artikel bedoelde rechtshandeling van de Europese Unie: Verordening (EG) nr. 1107/2006 van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen. | |||||||||||||||
2.11.3 | 3.11.3 | 4.11.3 | 5.11.3 | 6.10.3 | 8.11.3 | 11.5.3 | 15.7.3 | 2.80(.2) en 2.115.3 | |||||||
Voorbeelden (niet limitatief) van voorwaarden als bedoeld in dit artikel:
| |||||||||||||||
Bijzondere voorwaarden die betrekking hebben op het algemene ondernemingsbeleid hebben geen direct verband met het voorwerp van de opdracht en zijn dus niet toegestaan. | |||||||||||||||
Bijzondere voorwaarden betreffende arbeidsgerelateerde en sociale aspecten van het productieproces dienen te worden toegepast in overeenstemming met richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18, de detacheringsrichtlijn) en zij mogen niet worden gekozen of toegepast op een wijze die direct of indirect discriminerend is ten aanzien van ondernemers uit andere lidstaten of uit derde landen die partij zijn bij de GPA-overeenkomst of bij andere vrijhandelsakkoorden waarbij de Europese Unie partij is. | |||||||||||||||
Keurmerken | |||||||||||||||
2.12 | 3.12 | 4.12 | 5.12 | 6.11 | 8.12 | 11.6 | 15.8 | ||||||||
2.12.1 | 3.12.1 | 4.12.1 | 5.12.1 | 6.11.1 | 8.12.1 | 11.6.1 | 15.8.1 | 2.76.3 en 2.78a.1 | |||||||
Het als aanbesteder mogen eisen van een specifiek keurmerk is nieuw. Er dient dan wel aan de strikte voorwaarden in dit en de volgende artikelen te worden voldaan. | |||||||||||||||
2.12.2 | 3.12.2 | 4.12.2 | 5.12.2 | 6.11.2 | 8.12.2 | 11.6.2 | 15.8.2 | 2.78a.2 | |||||||
2.12.3 | 3.12.3 | 4.12.3 | 5.12.3 | 6.11.3 | 8.12.3 | 11.6.3 | 15.8.3 | 2.78a.3 | |||||||
2.12.4 | 3.12.4 | 4.12.4 | 5.12.4 | 6.11.4 | 8.12.4 | 11.6.4 | 15.8.4 | 2.78a.4 | |||||||
2.12.5 | 3.12.5 | 4.12.5 | 5.12.5 | 6.11.5 | 8.12.5 | 11.6.5 | 15.8.5 | 2.78a.5 | |||||||
Uitsluitingsgronden | |||||||||||||||
2.13 | 3.13 | 4.13 | 5.13 | 6.12 | 7.7 | 8.13 | 12.9 | 13.9 | 14.9 | ||||||
2.13.1 | 3.13.1 | 4.13.1 | 5.13.1 | 6.12.1 | 7.7.1 | 8.13.1 | 12.9.1 | 13.9.1 | 14.9.1 | 2.86.1 | |||||
2.13.2 | 3.13.2 | 4.13.2 | 5.13.2 | 6.12.2 | 7.7.2 | 8.13.2 | 12.9.2 | 13.9.2 | 14.9.2 | 2.86.2 | |||||
2.13.3 | 3.13.3 | 4.13.3 | 5.13.3 | 6.12.3 | 7.7.3 | 8.13.3 | 12.9.3 | 13.9.3 | 14.9.3 | 2.86.3 | |||||
2.13.4 | 3.13.4 | 4.13.4 | 5.13.4 | 6.12.4 | 7.7.4 | 8.13.4 | 12.9.4 | 13.9.4 | 14.9.4 | 2.86.4 en 5 en 2.86a | |||||
De regeling rond kennelijk onredelijke uitsluiting betreft een hardheidsclausule. Het ziet op de situatie dat de ondernemer onvoldoende tijd heeft gehad om tot betaling of tot het aangaan van een bindende regeling over te gaan. Voorts ziet de hardheidsclausule op situaties waarin de verschuldigde bedragen dermate klein zijn dat uitsluiting niet proportioneel is. Of een specifiek verschuldigd bedrag klein is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan bijvoorbeeld de relatie met de omvang van de onderneming of de verhouding tussen de omvang van het niet betaalde bedrag en het eventueel wal betaalde bedrag een rol spelen. | |||||||||||||||
2.13.5 | 3.13.5 | 4.13.5 | 5.13.5 | 6.12.5 | 7.7.5 | 8.13.5 | 12.9.5 | 13.9.5 | 14.9.5 | 2.86.3 en 6 | |||||
2.13.6 | 3.13.6 | 4.13.6 | 5.13.6 | 6.12.6 | 7.7.6 | 8.13.6 | 12.9.6 | 13.9.6 | 14.9.6 | 2.89.2 | |||||
De gedragsverklaring aanbesteden is een algemene verklaring die gedurende twee jaar na de afgifte voor aanbestedingsprocedures kan worden gebruikt. Indien een onderneming niet beschikt over een dergelijke verklaring doet hij, indien hij twijfelt of hij antecedenten heeft, er zeker goed aan om voorafgaand aan een mogelijke aanbesteding een gedragsverklaring aanbesteden aan te vragen. Een onderneming zonder antecedenten zel in de meeste gevallen nog gedurende de termijn voor indiening van het verzoek van deelneming of inschrijving een gedragsverklaring aanbesteden kunnen krijgen. Indien Justis (onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) onverhoopt langer doet over het beoordelen van een aanvraag, komt dit echter voor risico van de onderneming. | |||||||||||||||
2.13.7 | 3.13.7 | 4.13.7 | 5.13.7 | 6.12.7 | 7.7.7 | 8.13.7 | 12.9.7 | 13.9.7 | 14.9.7 | 2.87.1 en 5 | |||||
De tekortkoming als bedoeld in onderdeel g van dit artikel dient te hebben geleid tot vroegtijdige beëindiging, schadevergoeding of andere vergelijkbare sancties van een aanbesteder. Uiteraard dient een en ander altijd proportioneel te zijn. Het ligt voor de hand dat uitsluiting vanwege een relatief lage schadevergoeding die standaard uit het contract voortvloeit voor een kleine tekortkoming niet proportioneel zal zijn. Het dient dus om een uitzonderlijke situatie te gaan. Tot slot dient de tekortkoming binnen de invloedsfeer van de ondernemer te liggen, de ondernemer dient immers blijk te hebben gegeven van de tekortkoming. De bepalingen omtrent overmacht en toerekenbaarheid van de tekortkoming in het Burgerlijk Wetboek zijn daarbij van toepassing. De eisen dienen cumulatief te worden gelezen. | |||||||||||||||
2.13.8 | 3.13.8 | 4.13.8 | 5.13.8 | 6.12.8 | 7.7.8 | 8.13.8 | 12.9.8 | 13.9.8 | 14.9.8 | 2.87.2 | |||||
2.13.9 | 3.13.9 | 4.13.9 | 5.13.9 | 6.12.9 | 7.7.9 | 8.13.9 | 12.9.9 | 13.9.9 | 14.9.9 | 2.89.1-3 | |||||
2.13.10 | 3.13.10 | 4.13.10 | 5.13.10 | 6.12.10 | 7.7.10 | 8.13.10 | 12.9.10 | 13.9.10 | 14.9.10 | 2.89.4 | |||||
2.13.11 | 3.13.11 | 4.13.11 | 5.13.11 | 6.12.11 | 7.7.11 | 8.13.11 | 12.9.11 | 13.9.11 | 14.9.11 | 2.87a | |||||
Bij de in dit artikel genoemde concrete maatregelen kan worden gedacht aan het ontslaan van de personen die verantwoordelijk waren voor de strafbare feiten of fouten. Indien de ondernemer aan deze voorwaarden voldoet is het vervolgens aan de aanbesteder om te bepalen of de maatregelen voldoende zijn en de uitsluitingsgrond in deze individuele aanbesteding niet van toepassing is op de ondernemer. | |||||||||||||||
De beslissing om een ondernemer al dan niet uit te sluiten moet proportioneel en niet-discriminatoir zijn. | |||||||||||||||
2.13.12 | 3.13.12 | 4.13.12 | 5.13.12 | 6.12.12 | 7.7.12 | 8.13.12 | 12.9.12 | 13.9.12 | 14.9.12 | 2.88 | |||||
Volgens de jurisprudentie ven het HvJEG omvat het begrip dwingende reden van algemeen belang in ieder gevel de volgende gronden: openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid als bedoeld in de artikelen 46 en 55 van het Verdrag; handhaving van de maatschappelijke orde; doelstellingen ven het sociaal beleid; bescherming van afnemers van diensten; consumentenbescherming; bescherming van werknemers, met inbegrip van de sociale bescherming van werknemers; dierenwelzijn; handhaving van het financieel evenwicht van het socialezekerheidsstelsel; voorkoming van fraude; voorkoming van oneerlijke concurrentie; bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, met inbegrip van stedelijke en rurale ruimtelijke ordening; bescherming van schuldeisers; waarborging van een deugdelijke rechtsbedeling; verkeersveiligheid; bescherming van intellectuele eigendom; culturele beleidsdoelen, met inbegrip van het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder ten aanzien van de sociale, culturele, religieuze en filosofische waarden van de maatschappij; de noodzaak om een hoog niveau van onderwijs te waarborgen, behoud van de diversiteit van de pers en bevordering van de nationale taal; behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en veterinair beleid. | |||||||||||||||
2.13.13 | 3.13.13 | 4.13.13 | 5.13.13 | 6.12.13 | 8.13.13 | 14.9.13 | 2.92.5 en 6, 2.94.4 en 5 | ||||||||
Scheiding van belang | |||||||||||||||
2.14 | 3.14 | 4.14 | 5.14 | 6.13 | 8.14 | 12.10 | 13.10 | 14.0 | |||||||
2.14.1 | 3.14.1 | 4.14.1 | 5.14.1 | 6.13.1 | 8.14.1 | 12.10.1 | 13.10.1 | 14.10.1 | 2.51.1 en 2 | ||||||
2.14.2 | 3.14.2 | 4.14.2 | 5.14.2 | 6.13.2 | 8.14.2 | 12.10.2 | 13.10.2 | 14.10.2 | 2.51.3 en 4 | ||||||
2.14.3 | 3.14.3 | 4.14.3 | 5.14.3 | 6.13.3 | 7.7.13 | 8.14.3 | 12.10.3 | 13.10.3 | 14.10.3 | 1.10b | |||||
Financiële en economische draagkracht | |||||||||||||||
2.15 | 3.15 | 4.15 | 5.15 | 6.14 | 8.15 | 12.11 | 13.11 | 14.11 | |||||||
Bij het stellen van eisen ter onderbouwing van de financiële en economische draagkracht, moet de aanbesteder eisen stellen die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang var de opdracht. Met name bij kleinere opdrachten moet terughoudend worden omgegaan met het stellen van eisen. Omzeteisen kunnen slechts gesteld worden indien de aanbesteder dit motiveert met zwaarwegende argumenten. Indien omzeteisen worden gesteld, kan slechts een onconditionele omzetgrens van maximaal 300 procent van het aanbestedingsbedrag gehanteerd worden. | |||||||||||||||
2.15.1 | 3.15.1 | 4.15.1 | 5.14.1 | 6.14.1 | 8.15.1 | 12.11.1 | 13.11.1 | 14.11.1 | 2.90.6 en 7 | ||||||
2.15.2 | 3.15.2 | 4.15.2 | 5.15.2 | 6.14.2 | 8.15.2 | 12.11.2 | 13.11.2 | 14.11.2 | 2.91.1 | ||||||
Dit artikel bevat geen limitatieve opsomming van de bewijsmiddelen. | |||||||||||||||
2.15.3 | 3.15.3 | 4.15.3 | 5.15.3 | 6.14.3 | 8.15.3 | 12.11.3 | 13.11.3 | 14.11.3 | 2.91.2 | ||||||
2.15.4 | 3.15.4 | 4.15.4 | 5.15.4 | 6.14.4 | 8.15.4 | 12.11.4 | 13.11.4 | 14.11.4 | 2.91.3 | ||||||
2.15.5 | 3.15.5 | 4.15.5 | 5.15.5 | 6.14.5 | 8.15.5 | 12.11.5 | 13.11.5 | 14.11.5 | 2.91.1 en 3 | ||||||
De mogelijkheid om als aanbesteder te eisen dat bedoelde andere natuurlijke personen of rechtspersonen hoofdelijk aansprakelijk zijn, zorgt ervoor dat indien een aanbesteder geschiktheidseisen inzake de financiële en economische draagkracht stelt, hij meer grip heeft op de naleving van deze eisen. Immers, bij een tekortkoming in de naleving van deze eisen kan hij zowel de inschrijver als de partij waarop deze zich beroept hiervoor aansprakelijk stellen. | |||||||||||||||
2.15.6 | 3.15.6 | 4.15.6 | 5.15.6 | 6.14.6 | 8.15.6 | 12.11.6 | 13.11.6 | 14.11.6 | 2.91.4 | ||||||
De in dit artikel neergelegde verplichting beoogt te voorkomen dat een ondernemer die zelf niet in aanmerking kan komen voor de opdracht omdat er een uitsluitingsgrond op hem van toepassing is, daar als onderaannemer alsnog bij wordt betrokken. | |||||||||||||||
2.15.7 | 3.15.7 | 4.15.7 | 5.15.7 | 6.14.7 | 8.15.7 | 12.11.7 | 13.11.7 | 14.11.7 | 2.92.2 | ||||||
2.15.8 | 3.15.8 | 4.15.8 | 5.15.8 | 6.14.8 | 8.15.8 | 12.11.8 | 13.11.8 | 14.11.8 | 2.52.5 | ||||||
Technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid | |||||||||||||||
2.16 | 3.16 | 4.16 | 5.16 | 6.15 | 8.16 | 12.12 | 13.12 | 14.12 | |||||||
2.16.1 | 3.16.1 | 4.16.1 | 5.16.1 | 6.15.1 | 8.16.1 | 12.12.1 | 13.12.1 | 14.12.1 | 2.92a.1 en 2 | ||||||
Bij het stellen van eisen ter onderbouwing van de technische bekwaamheid, moet de aanbesteder eisen stellen die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de opdracht. Met name bij kleinere opdrachten moet terughoudend worden omgegaan met het stellen van eisen. | |||||||||||||||
8.16.2 | 2.126b.7 | ||||||||||||||
2.16.2 | 3.16.2 | 4.16.2 | 5.16.2 | 6.15.2 | 8.16.3 | 12.12.2 | 13.12.2 | 14.12.2 | 2.93.1 en 2 | ||||||
Dit artikel bevat een limitatieve opsomming van de manieren waarop een ondernemer zijn technische bekwaamheid kan aantonen. De aanbesteder zal uit de in dit artikel genoemde mogelijkheden een keuze moeten maken. | |||||||||||||||
In de praktijk wordt in Nederland nauwelijks/niet gewerkt met de in sub a.1 genoemde lijst van werken maar verlangt de aanbesteder een of meer referenties (per competentie mag slecht één referentie worden gevraagd) die dan meestal vergezeld moet(en) gaan van (een) tevredenheidsverklaring(en) van de opdrachtgever van de betreffende referentie. | |||||||||||||||
2.16.3 | 3.16.3 | 4.16.3 | 5.16.3 | 6.15.3 | 8.16.4 | 12.12.3 | 13.12.3 | 14.12.3 | 2.93.4 | ||||||
2.16.4 | 3.16.4 | 4.16.4 | 5.16.4 | 6.15.4 | 8.16.5 | 14.12.4 | 2.93.3 | ||||||||
2.16.5 | 3.16.5 | 4.16.5 | 5.16.5 | 6.15.5 | 8.16.6 | 12.12.4 | 13.12.4 | 14.12.5 | 2.63 | ||||||
2.16.6 | 3.16.6 | 4.16.6 | 5.16.6 | 6.15.6 | 8.16.7 | 12.12.5 | 13.12.5 | 14.12.6 | 2.94.1 | ||||||
2.16.7 | 3.16.7 | 4.16.7 | 5.16.7 | 6.15.7 | 8.16.8 | 12.12.6 | 13.12.6 | 14.12.7 | 2.94.2 | ||||||
2.16.8 | 3.16.8 | 4.16.8 | 5.16.8 | 6.15.8 | 8.16.9 | 12.12.7 | 13.12.7 | 14.12.8 | 2.94.4 en 5, 2.92.5 en 6 | ||||||
2.16.9 | 3.16.9 | 4.16.9 | 5.16.9 | 6.15.9 | 8.16.10 | 12.12.8 | 13.12.8 | 14.12.9 | 2.92.2 en 3 | ||||||
2.16.10 | 3.16.10 | 4.16.10 | 5.16.10 | 6.15.10 | 8.16.11 | 12.12.9 | 13.12.9 | 14.12.10 | 2.52.5 | ||||||
2.16.11 | 3.16.11 | 4.16.11 | 5.16.11 | 6.15.11 | 8.16.12 | 12.12.10 | 13.12.10 | 14.12.11 | 2.52.6 | ||||||
2.16.12 | 3.16.12 | 4.16.12 | 5.16.12 | 6.15.12 | 8.16.13 | 12.12.11 | 13.12.11 | 14.12.12 | 2.95.1 en 2 | ||||||
2.16.13 | 3.16.13 | 4.16.13 | 5.16.13 | 6.15.13 | 8.16.14 | 12.12.12 | 13.12.12 | 14.12.13 | 2.92a.3 | ||||||
Kwaliteitsbewaking | |||||||||||||||
2.17 | 3.17 | 4.17 | 5.17 | 6.16 | 8.17 | 12.13 | 13.13 | 14.13 | |||||||
2.17.1 | 3.17.1 | 4.17.1 | 5.17.1 | 6.16.1 | 8.17.1 | 12.13.1 | 13.13.1 | 14.13.1 | 2.96.1 | ||||||
2.17.2 | 3.17.2 | 4.17.2 | 5.17.2 | 6.16.2 | 8.17.2 | 12.13.2 | 13.13.2 | 14.13.2 | 2.96.2 | ||||||
2.17.3 | 3.17.3 | 4.17.3 | 5.17.3 | 6.16.3 | 8.17.3 | 12.13.3 | 13.13.3 | 14.13.3 | 2.96.2 | ||||||
Normen inzake milieubeheer | |||||||||||||||
2.18 | 3.18 | 4.18 | 5.18 | 6.17 | 8.18 | 12.14 | 13.14 | 14.14 | |||||||
2.18.1 | 3.18.1 | 4.18.1 | 5.18.1 | 6.17.1 | 8.18.1 | 12.14.1 | 13.14.1 | 14.14.1 | 2.97.1 | ||||||
2.18.2 | 3.18.2 | 4.18.2 | 5.18.2 | 6.17.2 | 8.18.2 | 12.14.2 | 13.14.2 | 14.14.2 | 2.97.2 | ||||||
2.18.3 | 3.18.3 | 4.18.3 | 5.18.3 | 6.17.3 | 8.18.3 | 12.14.3 | 13.14.3 | 14.14.3 | 2.97.2 | ||||||
Beroepsbevoegdheid | |||||||||||||||
2.19 | 3.19 | 4.19 | 5.19 | 6.18 | 7.8 | 8.19 | 12.15 | 13.15 | 14.15 | ||||||
Voor informatie over beroeps- en handelsregisters in de lidstaten van de EU zij verwezen naar bijlage XI van richtlijn nr. 2014/24/EU. | |||||||||||||||
2.19.1 | 3.19.1 | 4.19.1 | 5.19.1 | 6.18.1 | 7.8.1 | 8.19.1 | 12.15.1 | 13.15.1 | 14.15.1 | 2.98.1 | |||||
2.19.2 | 3.19.2 | 4.19.2 | 5.19.2 | 6.18.2 | 8.19.2 | 12.15.2 | 13.15.2 | 14.15.2 | 2.98.2 | ||||||
2.19.3 | 3.19.3 | 4.19.3 | 5.19.3 | 6.18.3 | 8.19.3 | 12.15.3 | 13.15.3 | 14.15.3 | 2.52.1 | ||||||
2.19.4 | 3.19.4 | 4.19.4 | 5.19.4 | 6.18.4 | 8.19.4 | 12.15.4 | 13.15.4 | 14.15.4 | 2.52.2 | ||||||
3.19.5 | 4.19.5 | 5.19.5 | 8.19.5 | 13.15.5 | 14.15.5 | 2.52.4 | |||||||||
Termijnen bij aanmelding als gegadigde | |||||||||||||||
3.20 | 4.20 | 5.20 | 8.20 | 13.16 | 14.16 | ||||||||||
3.20.1 | 4.20.1 | 5.20.1 | 8.20.1 | 13.16.1 | 14.16.1 | 2.70 en 2.71.2 | |||||||||
3.20.2 | 4.20.2 | 5.20.2 | 8.20.2 | 14.16.2 | - | ||||||||||
3.20.3 | 5.20.3 | 8.20.3 | 2.74 | ||||||||||||
3.20.4 | 5.20.4 | 8.20.4 | - | ||||||||||||
3.20.5 | 4.20.3 | 5.20.5 | 8.20.5 | 13.16.2 | 14.16.3 | 2.108 | |||||||||
Deze bepaling is nieuw en stelt eisen aan het platform waarmee aanmeldingen kunnen worden ingediend. | |||||||||||||||
Nadere inlichtingen ten behoeve van de aanmelding | |||||||||||||||
3.21 | 4.21 | 5.21 | 8.21 | 13.17 | 14.17 | ||||||||||
3.21.1 | 4.21.1 | 5.21.1 | 8.21.1 | 13.17.1 | 14.17.1 | - | |||||||||
3.21.2 | 5.21.2 | 8.21.2 | - | ||||||||||||
3.21.3 | 4.21.2 | 5.21.3 | 8.21.3 | 13.17.2 | 14.17.2 | - | |||||||||
3.21.4 | 4.21.3 | 5.21.4 | 8.21.4 | 13.17.3 | 14.17.3 | - | |||||||||
3.21.5 | 4.21.4 | 5.21.5 | 8.21.5 | 13.17.4 | 14.17.4 | - | |||||||||
3.21.6 | 5.21.6 | 8.21.6 | - | ||||||||||||
3.21.7 | 4.21.5 | 5.21.7 | 8.21.7 | 13.17.5 | 14.17.5 | - | |||||||||
Termijnen | |||||||||||||||
2.20 | 7.9 | 12.16 | 15.9 | ||||||||||||
2.20.1 | 7.9.1 | 12.16.1 | 15.9.1 | 2.71.1, 2.74b en 2.148.3 | |||||||||||
7.9.2 | - | ||||||||||||||
2.20.2 | - | ||||||||||||||
2.20.3 | 2.71.5 | ||||||||||||||
2.20.4 | 2.71.6 | ||||||||||||||
2.20.5 | 7.9.3 | 2.74 | |||||||||||||
2.20.6 | 2.72.1 en 2 | ||||||||||||||
2.20.7 | 12.16.2 | 15.9.2 | 2.73.1d en 2 | ||||||||||||
2.20.8 | 7.9.4 | 12.16.3 | 15.9.3 | 2.109 | |||||||||||
In deze bepaling is voorzien in de mogelijkheid om een aanbestedingsprocedure voort te zetten en de inschrijvingstermijn te verlengen, in het geval zich kort voor de sluitingstermijn van de inschrijvingen een storing in het gehanteerde elektronische systeem heeft voorgedaan. Wanneer voor de storing al wel een of meer inschrijvingen zijn ontvangen, is een dergelijke verlenging uit concurrentietechnisch oogpunt slechts mogelijk, indien de aanbesteder van de ontvangen inschrijvingen nog geen kennis heeft genomen. De aanbesteder moet dit kunnen aantonen en hierop anticiperen bij de keuze van een elektronische systeem door middel waarvan de inschrijvingen worden ingediend. | |||||||||||||||
Tot het elektronische systeem als bedoeld in dit artikel behoren ook de voor het functioneren van het systeem onontbeerlijke middelen voor controle op de e-authenticatie of de elektronische handtekening Storingen van de elektronische apparatuur of bij de internetprovider van de inschrijver vallen buiten het bereik van deze bepaling. | |||||||||||||||
2.20.9 | 12.16.4 | 2.109a | |||||||||||||
15.9.4 | 2.74a en 2.148.4 | ||||||||||||||
2.20.10 | 7.9.5 | 12.16.5 | 15.9.5 | - | |||||||||||
Eigen verklaring en bewijsmiddelen | |||||||||||||||
2.21 | 3.22 | 4.22 | 5.22 | 6.19 | 7.10 | 8.22 | 12.17 | 13.18 | 14.18 | ||||||
2.21.1 | 3.22.1 | 4.22.1 | 5.22.1 | 6.19.1 | 7.10.1 | 8.22.1 | 12.17.1 | 13.18.1 | 14.18.1 | 2.85.1 | |||||
Een periode van zeven dagen voor het aanleveren van de bewijsmiddelen is in het algemeen een redelijke termijn. Afhankelijk van de aard en omvang van de te leveren bewijsmiddelen kan deze periode door de aanbesteder een kortere of langere termijn worden vastgesteld. | |||||||||||||||
2.21.2 | 3.22.2 | 4.22.2 | 5.22.2 | 6.19.2 | 7.10.2 | 8.22.2 | 12.17.2 | 13.18.2 | 14.18.2 | 2.85.2 | |||||
2.21.3 | 3.22.3 | 4.22.3 | 5.22.3 | 6.19.3 | 8.22.3 | 12.17.3 | 13.18.3 | 14.18.3 | 2.85.3 | ||||||
Bewijsmiddelen waaruit blijkt dat men aan de gestelde eisen voldoet, mogen niet op voorhand worden opgevraagd. Er zijn twee uitzonderingen op die regel. Met betrekking tot de geschiktheidseisen, mogen de referenties wel gevraagd worden in het geval van procedures met een voorafgaande selectie. Dat geeft ondernemers ook de gelegenheid zich op dat moment te onderscheiden. Daarnaast kunnen aanbesteders zich een beeld vormen van de gegadigden. Uit de Memorie van Toelichting op de Aanbestedingswet blijkt dat ook bewijsmiddelen gevraagd mogen worden voor aspecten die niet opgenomen zijn in de eigen verklaring en dus geen betrekking hebben op de in het model van de eigen verklaring genoemde uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria. Te denken valt aan certificaten die aantonen dat de producten of diensten voldoen aan specifieke vereisten, maar ook aan verklaringen met betrekking tot bijvoorbeeld het niet van toepassing zijn van belangenverstrengeling of handelen met voorkennis. | |||||||||||||||
2.21.4 | 3.22.4 | 4.22.4 | 5.22.4 | 6.19.4 | 7.10.3 | 8.22.4 | 12.17.4 | 13.18.4 | 14.18.4 | 2.84.1 | |||||
2.21.5 | 3.22.5 | 4.22.5 | 5.22.5 | 6.19.5 | 7.10.4 | 8.22.5 | 12.17.5 | 13.18.5 | 14.18.5 | 2.55 | |||||
2.21.6 | 3.22.6 | 4.22.6 | 5.22.6 | 6.19.6 | 7.10.5 | 8.22.6 | 12.17.6 | 13.18.6 | 14.18.6 | - | |||||
Artikel 56, lid 3 van de Richtlijn 2014/24/EU luidt: ‘Wanneer de door de ondernemers in te dienen informatie of documentatie onvolledig of onjuist is of lijkt te zijn of wanneer specifieke documenten ontbreken, kunnen de aanbestedende diensten, tenzij het nationale recht dat deze richtlijn uitvoert anders bepaalt; de betrokken ondernemers verzoeken die informatie of documentatie binnen een passende termijn in te dienen, aan te vullen, te verduidelijken of te vervolledigen, mits dergelijke verzoeken worden gedaan met volledige inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie.’ | |||||||||||||||
2.21.7 | 3.22.7 | 4.22.7 | 5.22.7 | 6.19.7 | 7.10.6 | 8.22.7 | 12.17.7 | 13.18.7 | 14.18.7 | 2.85.4 | |||||
In de praktijk zal een eerder gebruikte eigen verklaring alleen nogmaals gebruikt kunnen worden voor een nieuwe aanbesteding indien de eigen verklaring tenminste de gegevens bevat dis binnen de nieuwe aanbesteding door de aanbesteder worden verlangd. | |||||||||||||||
2.21.8 | 3.22.8 | 4.22.8 | 5.22.8 | 6.19.8 | 7.10.7 | 8.22.8 | 12.17.8 | 13.18.8 | 14.18.8 | 2.101.1 en 2 en 2.102a | |||||
Uitnodiging tot inschrijving | |||||||||||||||
3.23 | 4.23 | 5.23 | 8.23 | 13.19 | |||||||||||
Selectie is aan de orde bij alle procedures die aanvangen met aanmelding van gegadigden. Selectie is nodig wanneer er meer gegadigden zijn dan de aanbesteder heeft aangekondigd te zullen uitnodigen. Aan selectie gaan drie stappen vooraf. In de eerste stap bepaalt de aanbesteder wie van de gegadigden hij moet uitsluiten, in de tweede stap wie van de gegadigden hij wil uitsluiten en in de derde stap wie van de gegadigden niet voldoen aan de geschiktheidseisen die hij voor de realisatie van de uitvoering van de onderhavige opdracht stelt. Selectie dient volgens een objectieve methode te geschieden. Een van deze methoden is loting. Indien de aanbesteder op een andere wijze wenst te selecteren moet hij vooraf objectieve en eenduidige selectiecriteria bekend maken. | |||||||||||||||
3.23.1 | 4.23.1 | 5.23.1 | 8.23.1 | 13.19.1 | 2.99.4 en 6, 2.100 en 2.146.3 | ||||||||||
8.23.2 | 2.126b.8 | ||||||||||||||
3.23.2 | 4.23.2 | 5.23.2 | 8.23.3 | 13.19.2 | 2.103.1 | ||||||||||
3.23.3 | 4.23.3 | 5.23.3 | 8.23.4 | 13.19.3 | - | ||||||||||
3.23.4 | 4.23.4 | 5.23.4 | 8.23.5 | 13.19.4 | 2.104 | ||||||||||
3.23.5 | 4.23.5 | 5.23.5 | 8.23.6 | 13.19.5 | 2.105.1 | ||||||||||
3.23.6 | 4.23.6 | 5.23.6 | 8.23.7 | 13.19.6 | 2.99.7 | ||||||||||
13.19.7 | 2.106.3 | ||||||||||||||
3.23.7 | 4.23.7 | 5.23.7 | 8.23.8 | ||||||||||||
Dit artikel dient in samenhang met het bepaalde in artikel 2.4.9, 3.4.9, etc. te worden gelezen. Het biedt dus geen ruimte om de nadere criteria voor de bepaling van de beste prijs-kwaliteitverhouding pas op een later moment dan de bekendmaking van de aankondiging vast te stellen en kenbaar te maken. | |||||||||||||||
3.23.8 | 4.23.8 | 5.23.8 | 8.23.9 | 13.19.8 | 2.106.1 en 2 | ||||||||||
In de praktijk komt het veelvuldig voor dat de aanbesteder informatie op een later moment ter beschikking van de deelnemers aan een aanbesteding stelt, bijvoorbeeld naar aanleiding van een in het kader van een Nota van Inlichtingen door een ondernemer gestelde vraag. De aanbesteder zal dan moeten nagaan of de aard van de informatie en het tijdstip van verstrekking van de informatie een verlenging van de inschrijvingstermijn nodig maken. | |||||||||||||||
3.23.9 | 4.23.9 | 5.23.9 | 8.23.10 | 13.19.9 | 2.66.6 | ||||||||||
3.23.10 | 4.23.10 | 5.23.10 | 8.23.11 | 2.115.4 en 5 | |||||||||||
3.23.11 | 4.23.11 | 5.23.11 | 8.23.12 | 13.19.10 | 2.81.1 | ||||||||||
3.23.12 | 5.23.12 | 8.23.13 | 13.19.11 | 2.81.2 | |||||||||||
3.23.13 | 5.23.13 | 8.23.14 | 2.52.2 | ||||||||||||
4.23.12 | 2.111.1 | ||||||||||||||
8.23.15 | 2.126d.6 | ||||||||||||||
Opdrachten op basic van een raamovereenkomst | |||||||||||||||
9.4 | 10.4 | ||||||||||||||
9.4.1 | 2.142.1 | ||||||||||||||
10.4.1 | 2.143.1 | ||||||||||||||
Een voorbeeld van een geval als bedoeld in sub a van dit artikel: De raamovereenkomst regelt dat opdrachten op basis van die raamovereenkomst per toerbeurt aan de raamcontractanten worden gegund. | |||||||||||||||
10.4.2 | 2.143.2 | ||||||||||||||
10.4.3 | 2.143.4 | ||||||||||||||
10.4.4 | 2.143.3 | ||||||||||||||
9.4.2 | 2.142.2 | ||||||||||||||
Elektronische catalogus | |||||||||||||||
10.5 | |||||||||||||||
10.5.1 | 2.109f.1 | ||||||||||||||
10.5.2 | 2.109f.2 | ||||||||||||||
10.5.3 | 2.l09f.3 | ||||||||||||||
10.5.4 | 2.109f.4 | ||||||||||||||
Toelating tot het dynamisch aankoopsysteem | |||||||||||||||
14.19 | |||||||||||||||
14.19.1 | 2.146.3 | ||||||||||||||
Toelating tot het dynamisch aankoopsysteem gedurende de looptijd | |||||||||||||||
14.20 | |||||||||||||||
14.20.1 | 2.146a.1 | ||||||||||||||
14.20.2 | 2.146a.2-4 | ||||||||||||||
14.20.3 | 2.146a.5 en 2.146.3 | ||||||||||||||
14.20.4 | 2.144.3 | ||||||||||||||
Nadere inlichtingen ten behoeve van de dialoog | |||||||||||||||
4.24 | |||||||||||||||
4.24.1 | - | ||||||||||||||
4.24.2 | - | ||||||||||||||
4.24.3 | - | ||||||||||||||
4.24.4 | - | ||||||||||||||
Dialoog | |||||||||||||||
4.25 | |||||||||||||||
De dialoog wordt gevoerd aan de hand van het beschrijvend document dat geen oplossingen beschrijft maar slecht een omschrijving geeft van de behoefte van de aanbesteder. | |||||||||||||||
4.25.1 | 2.110.4 | ||||||||||||||
4.25.2 | 2.110.5 | ||||||||||||||
4.25.3 | 2.110.6 | ||||||||||||||
4.25.4 | - | ||||||||||||||
4.25.5 | 2.110.7 | ||||||||||||||
De in dit artikel bedoelde instemming mag dus geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen. | |||||||||||||||
4.25.6 | 2.111.4 | ||||||||||||||
Uit dit artikel kan worden afgeleid dat het mogelijk is dat de aanbesteder bij het sluiten van de dialoog één oplossing kiest en de resterende deelnemers verzoekt op deze oplossing in te schrijven. | |||||||||||||||
4.25.7 | 2.111.3 | ||||||||||||||
4.25.8 | 2.55a | ||||||||||||||
Uitnodiging tot inschrijving | |||||||||||||||
4.26 | |||||||||||||||
De aanbesteder houdt bij de vaststelling van de termijn voor de ontvangst van inschrijvingen rekening met de complexiteit van de opdrachten en de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde tijd. | |||||||||||||||
4.26.1 | 2.111.5 | ||||||||||||||
4.26.2 | 2.111.6 | ||||||||||||||
4.26.3 | 2.52.2 | ||||||||||||||
4.26.4 | - | ||||||||||||||
4.26.4 | 2.109.1 en 2 | ||||||||||||||
4.26.6 | 2.81.2 | ||||||||||||||
Termijnen inschrijving | |||||||||||||||
3.24 | 5.24 | 8.24 | 13.20 | ||||||||||||
3.24.1 | 5.24.1 | 8.24.1 | 13.20.1 | 2.70, 2.71.4 en 2.74b | |||||||||||
3.24.2 | 5.24.2 | 8.24.2 | - | ||||||||||||
3.24.3 | 5.24.3 | 2.71.5 | |||||||||||||
3.24.4 | 5.24.4 | 2.71.6 | |||||||||||||
3.24.5 | 5.24.5 | 8.24.3 | 2.74 | ||||||||||||
3.24.6 | 5.24.6 | 8.24.4 | 2.72.1 en 2 | ||||||||||||
3.24.7 | 5.24.7 | 8.24.5 | 13.20.2 | 2.73.1d en 2 | |||||||||||
3.24.8 | 5.24.8 | 8.24.6 | 13.20.3 | 2.109 | |||||||||||
3.24.9 | 5.24.9 | 8.24.7 | 13.20.4 | 2.109a | |||||||||||
3.24.10 | 5.24.10 | 8.24.8 | 2.74a | ||||||||||||
3.24.11 | 5.24.11 | 8.24.9 | 13.20.5 | - | |||||||||||
Nadere inlichtingen ten behoeve van de inschrijving | |||||||||||||||
2.22 | 3.25 | 5.25 | 6.20 | 7.11 | 8.25 | 13.21 | 15.10 | ||||||||
2.22.1 | 3.25.1 | 5.25.1 | 6.20.1 | 8.25.1 | 13.21.1 | 15.10.1 | 2.53.1 en 2.54 | ||||||||
Voorschrift 3.9 B van de Gids Proportionaliteit beveelt aan dat de aanbesteder potentiële inschrijvers de kans biedt suggesties te doen voor aanpassingen aan de conceptovereenkomst of af te wijken van de inkoopvoorwaarden. | |||||||||||||||
2.22.2 | 3.25.2 | 5.26.2 | 6.20.2 | 7.11.1 | 8.25.2 | - | |||||||||
2.22.3 | 3.25.3 | 5.25.3 | 6.20.3 | 7.11.2 | 8.25.3 | 13.21.2 | 15.10.2 | 2.53.2 | |||||||
Vanzelfsprekend dient deze nota zo spoedig mogelijk ter beschikking gesteld te worden aan de tot inschrijving uitgenodigde ondernemers. | |||||||||||||||
2.22.4 | 3.25.4 | 5.25.4 | 6.20.4 | 7.11.3 | 8.25.4 | 13.21.3 | 15.10.3 | - | |||||||
Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een ‘schouw’ of ‘aanwijzing ter plaatse’. Indien het proces-verbaal voor de inschrijving relevante informatie bevat, dient het vanzelfsprekend ter beschikking gesteld te worden van de voor inschrijving uitgenodigde ondernemers. | |||||||||||||||
2.22.5 | 3.25.5 | 5.25.5 | 6.20.5 | 7.11.4 | 8.25.5 | 13.21.4 | 15.10.4 | 2.73.1a en b | |||||||
2.22.6 | 3.25.6 | 5.25.6 | 6.20.6 | 7.11.5 | 8.25.6 | 13.21.5 | 15.10.5 | 2.73.1c | |||||||
2.22.7 | 3.25.7 | 5.25.7 | 6.20.7 | 7.11.6 | 8.25.7 | 13.21.6 | 15.10.6 | - | |||||||
Nadere inlichtingen in geval van een gerechtvaardigd economisch belang | |||||||||||||||
2.23 | 3.26 | 5.26 | 6.21 | 7.12 | 8.26 | 13.22 | |||||||||
2.23.1 | 3.26.1 | 5.26.1 | 6.21.1 | 7.12.1 | 8.26.1 | 13.22.1 | 2.53.3 | ||||||||
Een gerechtvaardigd economisch belang kan zich onder meer voordoen bij het aanbesteden van geïntegreerde contracten, zoals Design and Construct, en in het geval de gegadigde van plan is om een variant in te dienen. In zulke gevallen zullen vragen om verduidelijking vaak gerelateerd zijn aan de oplossing of het ontwerp dat de gegadigde voor ogen staat en diens vragen kunnen zijn oplossing of ontwerp voortijdig onthullen. Het bekend worden van zijn vraag tijdens de aanbesteding bij zijn concurrenten zou daardoor kunnen leiden tot schade voor de gegadigde en vervalsing van de mededinging. De mogelijkheid om vertrouwelijk nadere inlichtingen te vragen bevordert innovatie, omdat de gegadigde nadere inlichtingen kan vragen over zijn oplossing zonder het risico te lopen dat zijn concurrenten daar ten onrechte van profiteren. | |||||||||||||||
2.23.2 | 3.26.2 | 5.26.2 | 6.21.2 | 7.12.2 | 8.26.2 | 13.22.2 | - | ||||||||
2.23.3 | 3.26.3 | 5.26.3 | 6.21.3 | 7.12.3 | 8.26.3 | 13.22.3 | - | ||||||||
2.23.4 | 3.26.4 | 5.26.4 | 6.21.4 | 7.12.4 | 8.26.4 | 13.22.4 | - | ||||||||
Elektronische catalogus | |||||||||||||||
2.24 | 3.27 | 4.27 | 5.27 | 6.22 | 7.13 | 8.27 | 15.11 | ||||||||
2.24.1 | 3.27.1 | 4.27.1 | 5.27.1 | 6.22.1 | 7.13.1 | 8.27.1 | 15.11.1 | 2.109b en c | |||||||
2.24.2 | 3.27.2 | 4.27.2 | 5.27.2 | 6.22.2 | 7.13.2 | 8.27.2 | 15.11.2 | 2.109d | |||||||
2.24.3 | 3.27.3 | 4.27.3 | 5.27.3 | 6.22.3 | 7.13.3 | 8.27.3 | 15.11.3 | 2.019e | |||||||
Gebruik eerder ingediende elektronische catalogus | |||||||||||||||
15.12 | |||||||||||||||
15.12.1 | 2.109g.2 | ||||||||||||||
15.12.2 | 2.019f.3 | ||||||||||||||
15.12.3 | 2.109f.4 | ||||||||||||||
15.12.4 | 2.109g.3 | ||||||||||||||
Samenstelling van de jury | |||||||||||||||
12.18 | 13.23 | ||||||||||||||
12.18.1 | 13.23.1 | 2.161.1 | |||||||||||||
12.18.2 | 13.23.2 | 2.160.1 | |||||||||||||
12.18.3 | 13.23.3 | 2.160.2 | |||||||||||||
Beoordeling | |||||||||||||||
12.19 | 13.24 | ||||||||||||||
Een in het oog springend kenmerk van de procedure van een prijsvraag is de rol van de jury, die de winnaar of winnaars van de prijsvraag bepaalt. Een aantal voor de prijsvraag specifieke bepalingen zijn dan ook van toepassing op de werkwijze van de jury. Dit zijn een aantal procedurevoorschriften en een aantal bepalingen met betrekking tot verslaglegging en anonimiteit. In het kort komen deze erop neer dat de jury de plannen en ontwerpen zonder dat de naam van de deelnemer bij de jury bekend is, beoordeelt op grond van de criteria. Dit leidt tot een rangorde met de mogelijkheid om aanvullende vragen te stellen over (een deel van) de ontwerpen of plannen. Hoewel de richtlijn dat niet met zoveel woorden stelt lijkt het logisch om te veronderstellen dat deze zaken niet zullen leiden tot een definitieve vaststelling van de rangorde. Anders zou de mogelijkheid van het stellen van vragen overbodig zijn en zou belangrijke informatie voor het vormen van een eindoordeel niet kunnen worden meegenomen. De jury ziet er wel op toe dat dit niet leidt tot ongeoorloofd onderscheid tussen deelnemers. De verplichting tot registratie dient dan ook als middel voor aanbesteders om deze onpartijdigheid te kunnen aantonen. | |||||||||||||||
12.19.1 | 13.24.1 | 2.162 | |||||||||||||
12.19.2 | 13.24.2 | 2.161.2 | |||||||||||||
12.19.3 | 13.24.3 | 2.161.3 | |||||||||||||
12.19.4 | 13.24.4 | 2.161.4 | |||||||||||||
12.19.5 | 13.24.5 | 2.161.5 | |||||||||||||
12.19.6 | 13.24.6 | 2.161.6 | |||||||||||||
Inschrijving | |||||||||||||||
2.25 | 3.28 | 4.28 | 5.28 | 6.23 | 7.14 | 8.28 | 15.13 | ||||||||
2.25.1 | 3.28.1 | 4.28.1 | 5.28.1 | 6.23.1 | 7.14.1 | 8.28.1 | 15.13.1 | 2.107.1 en 2.52a.2-4 | |||||||
2.25.2 | 3.28.2 | 4.28.2 | 5.28.2 | 6.23.2 | 7.14.2 | 8.28.2 | 15.13.2 | - | |||||||
Door het opsommen van de gegevens is het niet langer nodig een voorgeschreven formulier te gebruiken. Desgewenst kan gebruik gemaakt worden van model G in Deel II. | |||||||||||||||
Een inschrijvingsbiljet kan zowel een fysieke als een elektronische vorm hebben. | |||||||||||||||
2.25.3 | 3.28.3 | 4.28.3 | 5.28.3 | 6.23.3 | 7.14.3 | 8.28.3 | 15.13.3 | - | |||||||
2.25.4 | 3.28.4 | 4.28.4 | 5.28.4 | 6.23.4 | 7.14.4 | 8.28.4 | - | ||||||||
2.25.5 | 3.28.5 | 4.28.5 | 5.28.5 | 6.23.5 | 7.14.5 | 8.28.5 | 15.13.4 | - | |||||||
Onder ‘bewaart’ dient mede te worden verstaan: ‘laat bewaren’. Van het laatste is sprake wanneer de aanbesteder heeft gekozen voor een elektronisch platform voor de ontvangst van inschrijvingen. De aanbesteder dient er bij de keuze voor een dergelijk platform voor te waken dat de inschrijvingen niet voor het uiterste moment van indiening van de inschrijvingen geopend kunnen worden. | |||||||||||||||
2.25.6 | 3.28.6 | 4.28.6 | 5.28.6 | 6.23.6 | 7.14.6 | 8.28.6 | 15.13.5 | - | |||||||
2.25.7 | 3.28.7 | 4.28.7 | 5.28.7 | 6.23.7 | 7.14.7 | 8.28.7 | 15.13.6 | - | |||||||
Deze regeling brengt mee dat een intrekking die niet voor het tijdstip voor de ontvangst van de inschrijvingen door de aanbesteder is ontvangen, geen effect kan hebben. Het risico voor tijdige ontvangt van een intrekking ligt bij de betreffende inschrijver. | |||||||||||||||
Gezamenlijke inschrijving | |||||||||||||||
2.26 | 3.29 | 4.29 | 5.29 | 6.24 | 7.15 | 8.29 | 15.14 | ||||||||
2.26.1 | 3.29.1 | 4.29.1 | 5.29.1 | 6.24.1 | 7.15.1 | 8.29.1 | 15.14.1 | 2.52.3 en 7 | |||||||
Voor zever vooraf bekend, verdient het de voorkeur in de aankondiging op te nemen welke rechtsvorm een samenwerkingsverband bij opdrachtverlening moet aannemen. | |||||||||||||||
2.26.2 | 3.29.2 | 4.29.2 | 5.29.2 | 6.24.2 | 7.15.2 | 8.29.2 | 15.14.2 | (2.52.6) | |||||||
Inlichtingen over eventuele onderaanneming | |||||||||||||||
2.27 | 3.30 | 4.30 | 5.30 | 6.25 | 7.16 | 8.30 | 15.15 | ||||||||
2.27.1 | 3.30.1 | 4.30.1 | 5.30.1 | 6.25.1 | 7.16.1 | 8.30.1 | 15.15.1 | 2.79.1 | |||||||
2.27.2 | 3.30.2 | 4.30.2 | 5.29.2 | 6.25.2 | 7.16.2 | 8.30.2 | 15.15.2 | 2.79.2 | |||||||
2.27.3 | 3.30.3 | 4.30.3 | 5.30.3 | 6.25.3 | 7.16.3 | 8.30.3 | 15.15.3 | 2.79.3 | |||||||
2.27.4 | 3.30.4 | 4.30.4 | 5.30.4 | 6.25.4 | 7.16.4 | 8.30.4 | 15.15.4 | 2.79.4 | |||||||
2.27.5 | 3.30.5 | 4.30.5 | 5.30.5 | 6.25.5 | 7.16.5 | 8.30.5 | 15.15.5 | 2.79.5 | |||||||
Varianten van de inschrijver | |||||||||||||||
2.28 | 3.31 | 4.31 | 5.31 | 6.26 | 7.17 | 8.31 | |||||||||
Aanbesteders kunnen met hun marktbenadering innovatie stimuleren door inschrijvers gelegenheid te geven om hun varianten in te dienen. | |||||||||||||||
2.28.1 | 3.31.1 | 4.31.1 | 5.31.1 | 6.26.1 | 7.17.1 | 8.31.1 | 2.83.1, 4 en 5 | ||||||||
2.28.2 | 3.31.2 | 4.31.2 | 5.31.2 | 6.26.2 | 7.17.2 | 8.31.2 | 2.83.2 | ||||||||
2.28.3 | 3.31.3 | 4.31.3 | 5.31.3 | 6.26.3 | 7.17.3 | 8.31.3 | 2.83.3 | ||||||||
Bij minimumeisen kan worden gedacht aan het stellen van functionele eisen of aan een combinatie van functionele eisen en voorgeschreven deeloplossingen. | |||||||||||||||
Uit oogpunt van innovatie is het beter om als aanbesteder niet te eisen dat in ieder geval ook een inschrijving die geen variant is, moet worden ingediend. Industrialisatie en specialisatie in de bouw worden gestimuleerd als een ondernemer kan inschrijven met een oplossing waarin hij gespecialiseerd is zonder dat hij tevens moet inschrijven met een besteksconforme oplossing die hij niet concurrerend kan aanbieden. Bovendien verhoogt een inschrijvingsplicht op een besteksconforme inschrijving de transactiekosten, zowel aan de zijde van de inschrijver als aan de zijde van de aanbesteder, terwijl een geforceerde en daardoor te dure besteksconforme inschrijving niet bijdraagt aan het doel van aanbesteden, het oproepen van concurrentie. | |||||||||||||||
2.28.4 | 3.31.4 | 4.31.4 | 5.31.4 | 6.26.4 | 7.17.4 | 8.31.4 | - | ||||||||
2.28.5 | 3.31.6 | 4.31.5 | 5.31.5 | 6.26.5 | 7.17.5 | 8.31.5 | 2.83.8 | ||||||||
Varianten van de aanbesteder | |||||||||||||||
2.29 | 3.33 | 5.32 | 6.27 | 7.18 | 8.32 | ||||||||||
2.29.1 | 3.33.1 | 5.32.1 | 6.27.1 | 7.18.1 | 8.32.1 | - | |||||||||
Voor het beperken van de transactiekosten is het veelal beter om inschrijvers niet te verplichten om op alle varianten van de aanbesteder in te schrijven. | |||||||||||||||
2.29.2 | 3.33.2 | 5.32.2 | 6.27.2 | 7.18.2 | 8.32.2 | ||||||||||
Termijn van gestanddoening | |||||||||||||||
2.30 | 3.33 | 4.32 | 7.19 | 9.5 | 10.6 | 15.16 | |||||||||
In de gestanddoeningstermijn van 50 dagen is gerekend met 30 dagen voor de beoordeling van de inschrijvingen en 20 dagen voor de opschortende termijn. | |||||||||||||||
Omdat in de meervoudig onderhandse procedure, in de procedures voor de raamovereenkomst (zowel met meerdere ondernemers als met een enkele ondernemer) en de procedure voor het plaatsten van opdrachten binnen een dynamisch aankoopsysteem de opschortende termijn ontbreekt, wordt in deze procedures een termijn van 30 dagen gesteld. | |||||||||||||||
2.30.1 | 3.33.1 | 4.32.1 | 7.19.1 | 9.5.1 | 10.6.1 | 15.16.1 | - | ||||||||
2.30.2 | 3.33.2 | 4.32.2 | 7.19.2 | 10.6.2 | 15.16.2 | - | |||||||||
2.30.4 | 3.32.3 | 4.32.4 | |||||||||||||
Opening van de inschrijvingen | |||||||||||||||
2.31 | 3.44 | 4.33 | 5.43 | 6.23 | 7.20 | 8.33 | 15.17 | ||||||||
Het is aan de aanbesteder om te bepalen hoe de opening van de inschrijvingen plaatsvindt | |||||||||||||||
2.31.1 | 3.34.1 | 4.33.1 | 5.33.1 | 6.28.1 | 7.20.1 | 8.33.1 | 15.17.1 | 2.108 | |||||||
De aanbesteder dient er bij de keuze voor een elektronisch platform voor de ontvangst van inschrijvingen dus voor te waken dat de inschrijvingen met voor het uiterste moment van indiening van de inschrijvingen geopend kunnen worden. | |||||||||||||||
2.31.2 | 3.34.2 | 4.33.2 | 5.33.2 | 6.26.2 | 7.20.2 | 8.33.2 | 15.17.2 | ||||||||
Door het opsommen van de gegevens is het met langer nodig een voorgeschreven formulier te gebruiken Desgewenst kan gebruik gemaakt worden van model H in Deel II. | |||||||||||||||
Bedrijven doen vaak in eenzelfde penode aan meerdere aanbestedingen tegelijk mee. Dit brengt uiteraard beschikbaar houden van personeel en materieel met zich mee Het is voor een goede bedrijfsvoering dan ook van groot belang zo spoedig mogelijk te weten of er enige kans op verkrijging van een bepaalde opdracht is, dit los van de nog noodzakelijke toets door de aanbesteder op eisen en critena Om die reden is onder sub e opgenomen, dat de aanbesteder uiterlijk twee werkdagen na opening van de inschrijvingen het proces-verbaal daarvan aan da inschrijvers toestuurt. | |||||||||||||||
Wanneer gunning van de opdracht plaatsvindt op basis een ander criterium dan de laagste prijs, zijn in het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen vermelde inschrijvingssommen niet doorslaggevend, waar immers de inschrijvingen nog op hun kwalitatieve aspecten zullen moeten worden beoordeeld en die kwalitatieve beoordeling in samenhang met de inschrijvingssommen pas leidt tot het aanbrengen van een rangorde in de gedane inschrijvingen In het ARW 2016 zijn geen afzonderlijke bepalingen opgenomen over de termijn waarbinnen de eindrangorde moet worden bekendgemaakt aan de inschrijvers nadat die rangorde met inachtneming van de beoordeling van de kwalitatieve aspecten door de aanbesteder re vastgesteld Wel is wenselijk dat een aanbesteder ook hier, onder andere omwille van de organisatorische aspecten bij de deelnemende bedrijven, voortvarendheid betracht bij de beoordeling van de kwalitatieve aspecten en bij de bekendmaking van de rangorde aan de inschrijvers. | |||||||||||||||
Indien gunning van de opdracht plaatsvindt op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding is staande praktijk dat de kwalitatieve beoordeling plaatsvindt voordat de inschrijvingssommen bekend worden gemaakt om deze beoordeling niet door de hoogte van de inschrijvingssommen te laten beïnvloeden. Bij de opening van de inschrijvingen worden in dat geval de inschrijvingssommen niet bekend gemaakt, ook niet in het proces-verbaal. | |||||||||||||||
2.31.3 | 3.34.3 | 4.33.3 | 5.33.3 | 6.28.3 | 7.20.3 | 8.33.3 | 15.17.4 | - | |||||||
7.20.4 | - | ||||||||||||||
2.31.4 | 3.34.4 | 4.33.4 | 7.20.6 | 15.17.4 | - | ||||||||||
Ongeldigheid van de Inschrijving | |||||||||||||||
2.32 | 3.35 | 4.34 | 5.34 | 6.29 | 7.21 | 8.34 | 9.6 | 10.7 | 15.18 | ||||||
2.32.1 | 3.35.1 | 4.34.1 | 5.34.1 | 6.29.1 | 7.21.1 | 8.34.1 | 9.6.1 | 10.7.1 | 15.18.1 | - | |||||
2.32.2 | 3.35.2 | 4.34.2 | 7.21.2 | 9.6.2 | 10.7.2 | 15.18.2 | - | ||||||||
2.32.4 | 3.35.3 | 4.34.3 | 7.21.3 | 10.7.3 | 15.18.3 | - | |||||||||
Het desgewenst door aanbesteder vereisen van deze verklaring van een bestuurder van de inschrijver strekt er toe te voorkomen dat zijn inschrijving tot stand komt onder invloed van handelingen in strijd met het Nederlands of Europese mededingingsrecht Inschrijvingen die tot stand zijn gekomen onder een dergelijke invloed zijn in strijd met de wet De verklaring heeft tot doel dat de betreffende bestuurder zich uitdrukkelijk op de hoogte stelt omtrent het proces van de aanbesteding. Met ‘bestuurder’ wordt normaliter een bestuurder bedoeld in de zin van het Burgerlijk Wetboek, zie onder meer de artikelen 2.130 (Naamloze Vennootschap) en 2.240 (Besloten Vennootschap) Burgerlijk Wetboek. | |||||||||||||||
Uitnodiging deelneming onderhandellngen | |||||||||||||||
5.35 | 6.30 | 8.35 | |||||||||||||
5.35.1 | 6.30.1 | 8.35.1 | 2.28.2 | ||||||||||||
5.35.2 | 6.30.2 | 8.35.2 | 2.103.1 en 2 | ||||||||||||
5.35.3 | 6.30.3 | 8.35.3 | - | ||||||||||||
5.35.4 | 6.30.4 | 8.35.4 | 2.205.1 | ||||||||||||
5.35.5 | 6.30.5 | 8.35.5 | - | ||||||||||||
5.35.5 | 8.35.6 | 2.126.5 en 2.125b.5 | |||||||||||||
Onderhandellngen | |||||||||||||||
5.36 | 6.31 | 8.36 | |||||||||||||
5.36.1 | 6.31.1 | 8.36.1 | 2.126.4, 2.126a.1-4 en 2.126c.1 en 2 | ||||||||||||
Uit dit artikel volgt niet een verplichting om elke onderhandelingsronde met een tussentijdse inschrijving te te laten starten. | |||||||||||||||
5.36.2 | - | ||||||||||||||
5.36.3 | 8.36.2 | 2.126a.5 en 2.126c.5 | |||||||||||||
5.36.4 | 8.36.3 | 2.126a.6 en 2.126c.4 | |||||||||||||
5.36.6 | 6.31.2 | 8.36.4 | 2.126a.4 en 2.126c.4 | ||||||||||||
5.36.6 | 6.31.3 | 8.36.5 | 2.55a | ||||||||||||
5.36.7 | 8.36.4 | 2.126.6 | |||||||||||||
5.36.8 | 6.31.4 | 8.36.7 | 2.126a.7 en 2.126c.5 | ||||||||||||
8.36.8 | |||||||||||||||
Definitieve Inschrijving | |||||||||||||||
5.37 | 6.32 | 8.37 | |||||||||||||
5.37.1 | 6.32.1 | 8.37.1 | - | ||||||||||||
Deze gang van zaken is analoog aan die in de concurrentiegerichte dialoog. | |||||||||||||||
5.37.2 | 6.32.2 | 8.37.2 | - | ||||||||||||
Het desgewenst door aanbesteder vereisen van deze verklaring van een bestuurder van de inschrijver strekt er toe te voorkomen dat zijn inschrijving tot stand komt onder invloed van handelingen in strijd met het Nederlands of Europese mededingingsrecht Inschrijvingen die tot stand zijn gekomen onder een dergelijke invloed zijn in strijd met de wet De verklaring heeft tot doel dat de betreffende bestuurder zich uitdrukkelijk op de hoogte stelt omtrent het proces van de aanbesteding. Met ‘bestuurder’ wordt normaliter een bestuurder bedoeld in de zin van het Burgerlijk Wetboek, zie onder meer de artikelen 2.130 (Naamloze Vennootschap) en 2.240 (Besloten Vennootschap) Burgerlijk Wetboek | |||||||||||||||
5.37.3 | 6.32.3 | 8.37.3 | - | ||||||||||||
Termijn van gestanddoening | |||||||||||||||
5.38 | 6.33 | 8.38 | - | ||||||||||||
5.38.1 | 6.33.1 | 8.38.1 | - | ||||||||||||
In de gestanddoeningstermijn van 50 dagen is gerekend met 30 dagen voor de beoordeling van de inschrijvingen en 20 dagen voor de opschortende termijn. | |||||||||||||||
5.38.2 | 6.33.2 | 8.38.2 | - | ||||||||||||
5.38.3 | 6.33.3 | 8.38.3 | - | ||||||||||||
Verduidelijking van de inschrijving | |||||||||||||||
2.33 | 3.36 | 4.35 | 7.22 | 10.8 | 15.19 | ||||||||||
2.33.1 | 3.36.1 | 4.36.1 | 7.22.1 | 10.8.1 | 15.19.1 | 2.55, 2.111.8 en 9 | |||||||||
De mogelijkheden tot aanvulling van inschrijvingen zijn op grond van Jurisprudentie zeer beperkt, met name als het gaat om een aanvulling die van belang is voor de beoordeling van de inschrijving. | |||||||||||||||
2.33.2 | 3.36.2 | 4.36.2 | 7.22.2 | 10.8.2 | 15.19.2 | ||||||||||
Abnormaal lage inschrijving | |||||||||||||||
2.34 | 3.37 | 4.36 | 5.38 | 6.34 | 7.23 | 8.39 | 10.9 | 15.20 | |||||||
2.34.1 | 3.37.1 | 4.36.1 | 5.39.1 | 6.34.1 | 7.23.1 | 8.38.1 | 10.9.1 | 15.20.1 | 2.116.1 en 3 | ||||||
Hier wordt geadviseerd om de ondernemer om een schriftelijke toelichting te verzoeken, die dan in onderling overleg kan worden onderzocht Voorts wordt geadviseerd om van het overleg een verslag op te stellen. | |||||||||||||||
Voor artikel 5.39, 6.34 en 8.39 geldt dat dit artikel in beginsel ziet op de definitieve inschrijving. | |||||||||||||||
2.34.2 | 3.37.2 | 4.36.2 | 5.39.2 | 6.34.2 | 7.23.2 | 8.39.2 | 10.9.2 | 15.20.2 | 2.116.2 | ||||||
2.34.3 | 3.37.3 | 4.36.3 | 5.39.3 | 6.34.3 | 7.23.3 | 8.39.3 | 10.9.3 | 15.20.3 | 2.116.6 | ||||||
2.34.4 | 3.37.4 | 4.36.4 | 5.39.4 | 6.34.4 | 8.39.4 | 10.9.4 | 15.20.4 | 2.116.7 | |||||||
2.34.5 | 3.37.5 | 4.36.5 | 5.39.5 | 6.34.5 | 7.23.4 | 8.39.5 | 10.9.5 | 15.20.5 | 2.116.4 | ||||||
2.34.6 | 3.37.6 | 4.36.6 | 5.39.6 | 6.34.6 | 7.23.5 | 8.39.6 | 10.9.6 | 15.20.6 | 2.116.5 | ||||||
Elektronische veiling | |||||||||||||||
2.35 | 3.38 | 5.40 | 7.24 | 10.10 | 15.21 | ||||||||||
2.35.1 | 3.38.1 | 5.40.1 | 7.24.1 | 10.10.1 | 15.21.1 | 2.117.1 | |||||||||
2.35.2 | 3.38.2 | 5.40.2 | 7.24.2 | 10.10.2 | 15.21.2 | 2.117.2 | |||||||||
2.35.3 | 3.38.3 | 5.40.3 | 7.24.3 | 10.10.3 | 15.21.3 | 2.120 | |||||||||
2.35.4 | 3.38.4 | 5.40.4 | 7.24.4 | 10.10.4 | 15.21.4 | 2.121.1 en 2 | |||||||||
2.35.5 | 3.38.5 | 5.40.5 | 7.24.6 | 10.10.5 | 15.21.5 | 2.121.3 | |||||||||
2.35.6 | 3.38.6 | 5.40.6 | 7.24.6 | 10.10.6 | 15.21.6 | 2.119 en 2.124.1 (f) | |||||||||
2.35.7 | 3.38.7 | 5.40.7 | 7.24.7 | 10.10.7 | 15.21.7 | 2.122 | |||||||||
2.35.8 | 3.38.8 | 5.40.8 | 7.24.8 | 10.10.8 | 15.21.8 | 2.123.1 | |||||||||
2.35.9 | 3.38.9 | 5.40.9 | 7.24.9 | 10.10.9 | 15.21.9 | 2.123.2 | |||||||||
2.35.10 | 3.38.10 | 5.40.10 | 7.24.10 | 10.10.10 | 15.21.10 | 2.123.3 | |||||||||
2.35.11 | 3.38.11 | 5.40.11 | 7.24.11 | 2.123.4 | |||||||||||
2.35.12 | 3.38.12 | 5.40.12 | 7.24.12 | 10.10.11 | 15.21.11 | 2.124.1 | |||||||||
2.35.13 | 3.38.13 | 5.40.13 | 7.24.13 | 10.10.12 | 15.21.12 | 2.124.2 | |||||||||
2.35.14 | 3.38.14 | 5.40.14 | 7.24.14 | 10.10.13 | 15.21.13 | 2.124.3 | |||||||||
2.35.15 | 3.38.15 | 5.40.15 | 7.24.15 | 10.10.14 | 15.21.14 | 2.125.1 en 2 | |||||||||
2.35.16 | 3.38.16 | 5.40.16 | 7.24.16 | 10.10.15 | 15.21.15 | 2.125.3 | |||||||||
Gunningsbeslissing | |||||||||||||||
2.36 | 3.35 | 4.37 | 5.41 | 6.36 | 7.25 | 8.40 | 10.11 | 12.20 | 13.25 | 15.22 | |||||
2.36.1 | 7.25.1 | 15.22.1 | |||||||||||||
Binnen de openbare procedure worden alleen bewijsmiddelen opgevraagd van de inschrijver wiens inschrijving op grond van het gunnmgscriterium in aanmerking komt voor de opdracht De in dit artikel bedoelde situatie doet zich den ook alleen voor indien uit ofwel de Eigen Verklaring, ofwel uit andere algemeen toegankelijke bron (bijvoorbeeld het Insolventieregister voor wat betreft faillissement) blijkt dat een uitsluitingsgrond van toepassing is of niet aan geschiktheidseis wordt voldaan. | |||||||||||||||
12.20.1 | 13.25.1 | 2.34 | |||||||||||||
2.36.2 | 3.39.1 | 4.37.1 | 5.41.1 | 6.36.1 | 7.26.2 | 8.40.1 | 10.11.1 | 15.22.2 | 2.113, 2.114,1 | ||||||
Het gaat in de laatste zin van dit artikel over informatie en bewijsmiddelen die door een inschrijver zijn verstrekt in het kader van het gunningsontenum. | |||||||||||||||
4.37.2 | 2.112.2 | ||||||||||||||
2.36.3 | 3.39.2 | 4.37.3 | 5.41.2 | 6.35.2 | 7.25.3 | 8.40.2 | 15.22.3 | - | |||||||
2.36.4 | 3.39.3 | 4.37.4 | 5.41.3 | 6.35.3 | 7.25.4 | 8.40.3 | 15.22.4 | 2.28.1b, 2.284 en 2.30.1 | |||||||
2.36.5 | 3.39.4 | 4.37.5 | 5.41.4 | 6.35.4 | 7.25.6 | 8.40.4 | 10.11.3 | 12.20.2 | 13.25.2 | 15.22.5 | 2.130 | ||||
Indien de aanbesteder nalaat om de relevante redenen van de gunningsbeslissing, waaronder de kenmerken en relatieve voordelen ven de uitgekozen inschrijving, de naam van de begunstigde en een nauwkeurige omschrijving ven de opschortende termijn mee te delen, dan begint de opschortende termijn niet te lopen. | |||||||||||||||
2.36.6 | 3.39.5 | 4.37.6 | 5.41.6 | 6.36.5 | 7.25.6 | 8.40.5 | 10.11.4 | 15.22.6 | 2.129 | ||||||
2.36.7 | 3.39.6 | 4.37.7 | 5.41.6 | 6.35.6 | 7.25.7 | 8.40.6 | 10.11.5 | 12.20.3 | 13.25.3 | 15.22.7 | 2.138 | ||||
Opdracht | |||||||||||||||
2.37 | 3.40 | 4.38 | 5.42 | 6.36 | 7.26 | 8.41 | 9.7 | 10.12 | 15.23 | ||||||
2.37.1 | 3.40.1 | 4.38.1 | 5.42.1 | 6.36.1 | 7.26.1 | 8.41.1 | 9.7.1 | 10.12.1 | 15.23.1 | ||||||
De aanbesteder zal zijn besluit om de opdracht niet te verlenen moeten motiveren Neemt de aanbesteder dit besluit in het kader van de gunningsbesiissing, dan volgt die verplichting reeds uit artikel 3.39.4. Alhoewel de jurisprudentie op dit punt niet eenduidig is, wordt geadviseerd om in het geval waarbij de aanbesteder pas na een reeds genomen gunningsbeslissing besluit om de opdracht niet te verlenen, de betreffende gunningsbesiissing in te trekken en een nieuwe gunningsbeslissing te nemen, inhoudende dat de opdracht niet zal worden verstrekt. In die opzet vloeit de motiveringsplicht eveneens uit artikel 3.39.4 voort. | |||||||||||||||
De precontractuele redelijkheid en billijkheid kan meebrengen dat er bij de keuze om de opdracht niet te verlenen een schade vergoedingsplicht ontstaat (zie onder meer Rechtbank 's-Hertogenbosch 5 november 2008, HA ZA 07-1736, Van der Horst/De Dommel). | |||||||||||||||
2.37.2 | 3.40.2 | 4.38.2 | 5.42.2 | 6.38.2 | 8.41.2 | 12.20.4 | 13.26.4 | 2.127 | |||||||
2.37.3 | 3.40.3 | 4.38.3 | 5.423 | 6.36.3 | 8.41.3 | 12.20.5 | 13.25.5 | 2.131 | |||||||
Indien een ondernemer een kort geding aanhangig maakt tegen de gunningsbeslissing ligt het in de rede dat hij de aanbesteder hiervan terstond op de hoogte stelt, om te voorkomen dat de aanbesteder zonder het oordeel van de rechter tot opdrachtverlening overgaat | |||||||||||||||
2.374 | 3.40.4 | 4.38.4 | 5.42.4 | 6.36.4 | 7.26.2 | 8.41.4 | 9.7.2 | 10.12.2 | 15.23.2 | 2.102 en 2.102b | |||||
Mede uit het oogpunt van het beperken van transactiekosten dient de aanbesteder terughoudend te zijn met het voor opdrachtverlening nogmaals controleren of de beoogd opdrachtnemer aan de gestelde eisen voldoet, zeker wanneer daar het indienen van bewijs door de betreffende opdrachtnemer voor nodig is | |||||||||||||||
2.37.5 | 3.40.5 | 4.38.5 | 5.42.5 | 6.36.5 | 7.26.3 | 8.41.5 | 9.7.3 | 10.12.3 | 15.23.3 | - | |||||
2.37.6 | 3.40.6 | 4.38.6 | 5.42.6 | 6.36.6 | 7.26.4 | 8.41.6 | 9.7.4 | 10.12.4 | 15.23.4 | - | |||||
Bekendmakingen over de gevolgde procedure | |||||||||||||||
2.38 | 3.41 | 4.39 | 5.43 | 6.37 | 8.42 | 11.7 | 12.21 | 13.26 | 14.21 | 15.24 | |||||
Hoofdregel is dat alle gegevens die m het formulier worden gevraagd, moeten worden verstrekt. Van deze verplichting kan slechts worden afgeweken als de aanbesteder een beroep kan doen op het vierde lid van dit artikel. | |||||||||||||||
2.38.1 | 3.41.1 | 4.39.1 | 5.43.1 | 6.37.1 | 8.42.1 | 11.7.1 | 12.21.1 | 13.26.1 | 2.134.1 en 2 | ||||||
2.38.2 | 3.41.2 | 4.39.2 | 5.43.2 | 8.42.2 | 11.7.2 | - | |||||||||
11.7.3 | 2.124.3 | ||||||||||||||
14.21.1 | 2.149.1a | ||||||||||||||
14.21.2 | 2.149.1b | ||||||||||||||
15.24.1 | 2.136 | ||||||||||||||
2.38.3 | 3.41.3 | 4.39.3 | 5.43.3 | 6.37.2 | 8.42.3 | 11.7.4 | 12.21.2 | 13.26.2 | - | ||||||
2.384 | 3.41.4 | 4.39.4 | 5.43.4 | 6.37.3 | 8.42.4 | 11.7.5 | 12.21.3 | 13.26.3 | 2.138 | ||||||
2.38.5 | 3.41.5 | 4.39.5 | 5.43.5 | 6.37.4 | 8.42.5 | 11.7.6 | 12.21.4 | 13.26.4 | (2.64) | ||||||
2.38.6 | 3.41.6 | 4.39.6 | 5.43.6 | 6.37.5 | 8.42.5 | 11.7.7 | 12.21.5 | 13.26.5 | (2.65) | ||||||
2.38.7 | 3.41.7 | 4.39.7 | 5.43.7 | 6.37.6 | 8.42.7 | 11.7.8 | 12.21.6 | 13.26.6 | (2.67) | ||||||
Proces-verbaal van opdrachtverlening | |||||||||||||||
2.39 | 3.42 | 4.40 | 5.44 | 6.38 | 8.43 | 14.22 | |||||||||
2.39.1 | 3.42.1 | 4.40.1 | 5.44.1 | 6.38.1 | 8.43.1 | 14.22.1 | 2.132 en 2.51.5 | ||||||||
2.39.2 | 3.42.2 | 4.40.2 | 5.44.2 | 6.382 | 8.43.2 | 14.22.2 | 2.132.2 | ||||||||
Innovatiepartnerschap | |||||||||||||||
8.44 | |||||||||||||||
8.44.1 | 2.126d.1 | ||||||||||||||
8.44.2 | 2.126d.2 | ||||||||||||||
8.44.3 | 2.126d.3 | ||||||||||||||
8.44.4 | 2.126d.4 | ||||||||||||||
8.44.5 | 2.126d.5 | ||||||||||||||
8.44.6 | 2.126b.7 | ||||||||||||||
Geschillen | |||||||||||||||
2.40 | 3.43 | 4.41 | 5.45 | 6.39 | 7.27 | 8.46 | 9.8 | 10.13 | 11.8 | 12.22 | 13.27 | 14.23 | 15.25 | 16.3 | |
2.40.1 | 3.43.1 | 4.41.1 | 5.45.1 | 6.39.1 | 7.27.1 | 8.45.1 | 9.8.1 | 10.13.1 | 11.8.1 | 12.22.1 | 13.27.1 | 14.23.1 | 15.25.1 | 16.3.1 | - |
17 Wijziging van opdrachten
17.1 Algemeen
17.1.1 | 2.63a |
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft zich in meerdere arresten uitgelaten over de toelaatbaarheid van wijziging van een overheidsopdracht gedurende de looptijd zonder het volgen van een nieuwe aanbestedingsprocedure (zie met name de arresten Succhi di Frutta, zaak C-496/99, Commissie/ltalië, zaak C-340/02, Pressetext, zaak C-454/06. Wall, zaak C-91/08 en Commissie/Duitsland, C-160/08) Dit hoofdstuk codificeert deze jurisprudentie grotendeels en vult haar aan Het uitgangspunt blijft dat wijziging van een overheidsopdracht tijdens de looptijd ervan noopt tot het volgen van een nieuwe Europese aanbestedingsprocedure. Uitsluitend in de in dit hoofdstuk bedoelde gevallen kan hiervan worden afgezren. |
17.2 Wijziging van beperkte omvang
17.2.1 | 2.1a63b.1 |
Een voorbeeld van een wijziging van de algemene aard is de wijziging van een overheidsopdracht voor een levering in een overheidsopdracht voor een werk. | |
17.2.2 | 2.163b.2 |
Deze bepaling brengt mee dat een aanbesteder er goed aan doet steeds te onderzoeken of de wenselijk c.q. noodzakelijk geachte wijziging van een lopende opdracht ook onder een van de andere in dit hoofdstuk beschreven wijzen van wijziging van opdrachten valt. | |
17.2.3 | (2.163d.2) |
17.3 Wijziging op grond van herzieningsclausules
17.3.1 | 2.163c.1 |
17.3.2 | 2.163c.2 |
Voorbeelden van mogelijke wijzigingen of opties zijn een prijsrindexeringsclausule (zoals het gevel was in het arrest Pressetext, zaak C-454/06), een optie om eer opdracht met een jaar te velengen als voldaan is aan bepaalde voorwaarden, of een contract voor de aankoop van vijf apparaten waarin de optie is opgenomen dat rog eens twee van zulke apparaten zullen worden afgenomen als een bepaalde testperiode succesvol is verlopen Een dergelijke clausule voorziet niet in wijzigingen die tot een verandering van de algemene aard van de aanbesteding kunnen leiden De algemene aard verandert bijvoorbeeld als een overheidsopdracht voer een werk wordt gewijzigd in een dienst of als een raamovereenkomst wordt omgezet in een opdracht aan één opdrachtnemer. Immers, indien de algemene aard van de opdracht wijzigt, is het goed mogelijk dat andere aanbieders in de oorspronkelijke procedure ook hadden willen meedingen naar (dat deel van) de opdracht. In voormeld contract voor de aankoop van apparaten mag dus geen clausule worden opgenomen die bepaalt dat indien de testperiode succesvol verloopt ook vijf andereoortige apparaten zullen worden afgenomen. |
17.4 Noodzakelijke aanvullingen
17.4.1 | 2.163d.1 |
Het gaat hier met name om gevallen waarbij de aanbesteder door aanvulling door een andere opdrachtnemer genoodzaakt zou zijn om materieel, werken of diensten met andere technische kenmerken aan te kopen en daarbij incompatibiliteit of buitensporige technische problemen zouden ontstaan bij het functioneren en het onderhoud van het materieel, de werken of diensten die in het kader van de oorspronkelijke overheidsopdracht zijn verworven. | |
Cumulatief mogen de wijzigingen dus hoger zijn dan 50% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht. | |
17.4.2 | 2.153b.2 |
17.4.3 | 2.163d.3 |
17.4.4 | 2.163d.4 |
17.4.5 | 2.163d.5 en 6 |
17.5 Wijziging door onvoorziene omstandigheden
17.5.1 | 2.163e.1 |
Het gaat hierom externe omstandigheden die niet konden worden voorzien ondanks een normale zorgvuldige voorbereiding van de oorspronkelijke gunning door de aanbesteder, met name wanneer de uitvoering van de opdracht zich over een langere termijn uitstrekt. Bij de beoordeling of sprake was van een ‘normale zorgvuldige voorbereiding’ werden in elk geval de volgende factoren betrokken de beschikbare middelen, de aard en de kenmerken van het specifieke project, de gangbare praktijk op het betrokken gebied en het feit dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen de voor de voorbereiding van da gunning uitgetrokken middelen en de verwachte waarde ervan. | |
17.5.2 | 2.153d.2 |
17.5.4 | 2.163d.3 |
17.5.5 | 2.163d.4 |
17.5.5 | 2.163d.5 en 6 |
17.6 Wijziging door vervanging van een opdrachtnemer
17.6.1 | 2.183f |
Bij onderdeel b moet gedacht worden aan gevallen zoals in het arrest Pressetext (zaak C-454/06) waarin de door de oorspronkelijke dienstverrichter ten behoeve van de aanbesteder verrichte diensten werden overgedragen aan een in de vorm van een kapitaalvennootschap opgerichte andere dienstverrichter waarvan de oorspronkelijke dienstverrichter enig aandeelhouder was die door middel van instructies de zeggenschap uitoefende over de nieuwe dienstverrichter Het Hof overwoog hierover dat dit neerkwam op een interne reorganisatie van de contractpartner. |
17.7 Wezenlijke wijzigingen
17.7.1 | 2.163g.1 |
17.7.2 | 2.163g.2 |
Indien een overheidsopdracht wezenlijk is gewijzigd, noopt dit tot het volgen van een nieuwe Europese aanbestedingsprocedure. Ingevolge artikel 73, onderdeel a, van richtlijn 2014/24/EU dient een aanbesteder in dat geval de mogelijkheid te hebben een reeds gesloten overeenkomst voortijdig te beëindigen In die mogelijkheid wordt in het Nederlandse rechtsstelsel voorzien. Op grond van het Burgerlijk Wetboek dienen overeenkomsten ta worden nagekomen. Er bestaan echter gronden tot voortijdige beëindiging van de overeenkomst. Een voorbeeld daarvan is een wezenlijke wijziging van de overheidsopdracht. Partijen kunnen over deze beërndigingsgrond afspraken maken in de overeenkomst, maar het Burgerlijk Wetboek bredt daartoe ook mogelijkheden. De gevolgen van voortijdige beëindiging van een overeenkomst, waaronder een mogelijke verplichting tot betaling van schadevergoeding, hangen af van de omstandigheden van het geval. | |
Ingevolge artikel 73, onderdeel b, van richtlijn 2014/24/EU dient een aanbesteder een overheidsopdracht ook te kunnen beëindigen als deze is gesloten met een aannemer op wie op het moment van gunning één van de verplichte uitsluitingsgronden van toepassing was. Daarnaast moet een overheidsopdracht op grond van artikel 73, onderdeel c, van richtlijn 2014/24/EU tijdens de looptijd door een aanbesteder kunnen worden beëindigd als de overheidsopdracht niet aan de aannemer had mogen worden gegund vanwege een ernstige inbreuk op bepaalde Europeesrechtelijke verplichtingen, die door het. Hof van Justitie van de Europese Unie is vastgesteld in een procedure overeenkomstig artikel 258 van het. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In Nederland geldt het uitgangspunt van contractsvrijheid, contractspartijen zijn vrij om te beslissen of ze een overeenkomst aangaan en bepalen zelf de inhoud van de overeenkomst. Die contractsvrijheid is echter niet onbeperkt Contractpartijen moeten zich onder meer houden aan dwingendrechtelijke bepalingen van de wet en datgene wat in het maatschappelijk verkeer bëtamelijk is. De gunning aan een aannemer op wie een verplichte uitsluitingegrond van toepassing is en die derhalve uitgesloten had moeten warden van de aanbestedingsprocedure, zal in principe strijd met een dwingende wetsbepaling opleveren. Ook de gunning van een overheidsopdracht aan een aannemer in stnjd met de verdragen van de Europese Unie of de delen 2, 2a of 3 van de Aanbestedingswet 2012 kan als zodanig kwalificeren. Het sluiten van een overeenkomst in strijd met de wet leidt in beginsel tot nietigheid van de rechtshandeling. De precieze gevolgen, waaronder de mate waarin contractspartijen gehouden zijn tot betaling van schadevergoeding, hangen af van de omstandigheden van het geval. | |
17.7.3 | 2.163g.3 |
De voorwaarden in de onderdelen a tot en met c, hebben hun oorsprong in het arrest Pressetext, zaak C-454/06 (overwegingen 34–37). Onderdeel c ziet op de situatie waarin de wijziging leidt tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van de overheidsopdracht. Als een opdracht voor werken bijvoorbeeld louter ziet op de aanleg van een wag, dan leidt een wijziging waarin de opdracht wordt verruimd naar het tevens beplanten van de berm tot een aanzienlijke verruiming en daarmee tot een wijziging in de aard van die opdracht. |