V-N 2016/57.4
Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over begrip ‘douaneschuldenaar’
HR 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2195, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Punt, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/02785
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924846:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1033, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2018
ECLI:NL:HR:2016:2195, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad besluit tot het stellen van prejudiciële vragen in een procedure waarin aanvullende douanerechten worden nagevorderd. Het betreft een constructie waarbij de door een onafhankelijke leverancier in Zuid-Amerika in rekening gebrachte prijs van kippenvlees kunstmatig wordt verhoogd.
Samenvatting
Belanghebbende, X, is aandeelhouder en bestuurder van B GmbH. In 2003 richt B GmbH dochtervennootschap F GmbH op. F GmbH doet aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van bevroren, rauw kippenvlees. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de inspecteur dat de prijs van het kippenvlees niet is vast te stellen, omdat er sprake is van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.