NJFS 2021/298
Matiging betalingsverplichting wederrechtelijk verkregen voordeel voor exploitant coffeeshop wegens discutabele rol overheid.
Hof Den Haag 16-09-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1671
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
16 september 2020
- Magistraten
Mrs. J.M. Reinking, E.C. van Veen, W.J. van Boven
- Zaaknummer
2200211710
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2020:1671, Uitspraak, Hof Den Haag, 16‑09‑2020
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel. Betrokkene exploiteerde een coffeeshop waarbij doorlopend de gedoogvoorwaarde van het in voorraad hebben van ten hoogste 500 gram softdrugs werd overtreden. Dat in de strafzaak aan betrokkene geen straf is opgelegd brengt nog niet met zich dat de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden afgewezen of de betalingsverplichting op nihil moet worden gesteld. De met de verkoop behaalde winst dient te gelden als vertrekpunt voor de hoogte van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Hoewel het zonder de actieve en faciliterende rol van de overheid niet was gelukt zulke grote winsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.