Einde inhoudsopgave
Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002
Artikel 7 [Intrekking]
Geldend
Geldend vanaf 04-01-2002. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
21-12-2001, Stcrt. 2002, 1 (uitgifte: 02-01-2002, regelingnummer: DGM/SB2001137298)
- Inwerkingtreding
04-01-2002, terugwerkend tot: 01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2001, Stcrt. 2001, 2002/1 jo Stcrt. 2001, 33 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-12-2001, Stcrt. 2001, 2002/1 jo Stcrt. 2001, 33 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
De verklaring kan door de ministers worden ingetrokken indien:
- a.
de ter zake verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste of volledige gegevens bekend waren geweest;
- b.
blijkt dat de uitvoering van het project in aanzienlijke mate afwijkt van het project op grond waarvan de verklaring is afgegeven;
- c.
blijkt dat de projectbeheerder de vermogenstoestand van het project niet afzonderlijk administreert;
- d.
niet wordt voldaan aan de voorwaarden die in de verklaring zijn opgenomen;
- e.
de melding bedoeld in artikel 8, tweede lid, niet onverwijld is geschied;
- f.
de voorwaarden opgenomen in de verklaring, bedoeld in artikel 6, vierde en vijfde lid, of de voorwaarden, bedoeld in artikel 9, niet worden nageleefd.
2.
Het besluit tot intrekking kan terugwerkende kracht hebben.
3.
Het besluit tot intrekking wordt gezonden aan de aanvrager die ingevolge artikel 4, eerste lid, een aanvraag heeft ingediend.
4.
Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan de projectbeheerder en aan de inspecteur van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen Amsterdam.