Einde inhoudsopgave
Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002
Artikel 6 [Termijn van aanwijzing]
Geldend
Geldend vanaf 04-01-2002. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
21-12-2001, Stcrt. 2002, 1 (uitgifte: 02-01-2002, regelingnummer: DGM/SB2001137298)
- Inwerkingtreding
04-01-2002, terugwerkend tot: 01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2001, Stcrt. 2001, 2002/1 jo Stcrt. 2001, 33 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-12-2001, Stcrt. 2001, 2002/1 jo Stcrt. 2001, 33 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
De verklaring kan maximaal negen maanden na afgifte van de verklaring in werking treden en wordt voor geen langere periode dan voor de verwachte levensduur van het project en de duur van ten hoogste tien jaar afgegeven.
2.
De verklaring vermeldt de aard van het project, het projectvermogen en de periode waarvoor de verklaring geldt.
3.
De verklaring voor een project als bedoeld in artikel 2 vervalt indien binnen 12 maanden na de dag van afgifte van een verklaring, geen aanvang is gemaakt met de uitvoering der werkzaamheden.
4.
De verklaring voor een project vervalt indien de projectbeheerder een ander is dan degene die de schriftelijke instemming, bedoeld in artikel 3, onderdeel e en onderdeel f, heeft afgegeven, tenzij de nieuwe projectbeheerder schriftelijk verklaart, in te stemmen met de controlebepalingen, bedoeld in artikel 9, alsmede met de door de minister te stellen voorwaarden.
5.
In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden opgenomen.