Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 70
Geldend
Geldend vanaf 07-03-2019
- Bronpublicatie:
30-01-2019, Stb. 2019, 61 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken: 34914)
- Inwerkingtreding
07-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 103 (uitgifte: 06-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
De Autoriteit Consument en Markt is de toezichthoudende instantie, bedoeld in artikel 55 van richtlijn 2012/34/EU.
2.
De Autoriteit Consument en Markt is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16a tot en met 16e, van van[lees: van] het bepaalde krachtens artikel 17, derde lid, , en het bepaalde bij of krachtens de artikelen 27, eerste lid, 56, 57 tot en met 63, eerste tot en met vierde lid, 67, 68, eerste tot en met derde lid, 68a en 68c.
3.
De Autoriteit Consument en Markt stelt een redelijke termijn als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van richtlijn 2012/34/EU vast, die in de Staatscourant wordt bekendgemaakt.
4.
De Autoriteit Consument en Markt onderzoekt uit eigen beweging de toestand van de concurrentie op de markt voor spoorvervoerdiensten, met name ten aanzien van de in artikel 56, eerste lid, onderdelen a tot en met j, van richtlijn 2012/34/EU genoemde onderwerpen en brengt daar jaarlijks een verslag over uit aan Onze Minister.
5.
De Autoriteit Consument en Markt kan in het kader van het onderzoek, bedoeld in het vierde lid, tevens informatie vragen die nodig is voor het gebruik voor statistische en marktwaarnemingsdoeleinden.
6.
De Autoriteit Consument en Markt consulteert in ieder geval om de twee jaar de vertegenwoordigers van de gebruikers van goederen- en personenvervoerdiensten.
7.
Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt verstrekken de beheerder en een exploitant van een dienstvoorziening alle gegevens en bescheiden over de door hen aan spoorwegondernemingen in rekening gebrachte vergoedingen, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 62, eerste tot en met achtste lid, respectievelijk over de vergoedingen, bedoeld in artikel 68.
8.
Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt verstrekt een spoorwegonderneming of een exploitant van een dienstvoorziening die bij of krachtens deze wet verplicht is om een boekhoudkundige scheiding of een gescheiden administratie binnen de boekhouding te voeren de in bijlage VIII van richtlijn 2012/34/EU bedoelde informatie voor zover die informatie nodig is in het kader van de uitoefening van de taken, bedoeld in het tweede lid.
9.
Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt verstrekt de beheerder de informatie, bedoeld in artikel 53, derde lid, van richtlijn 2012/34/EU.