RvdW 2018/314
Ontoereikend bewijs bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:245
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01660
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:245, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:26, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑03‑2017
- Wetingang
Art. 285 Sr
Essentie
Ontoereikend bewijs bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het hof heeft onvoldoende gemotiveerd dat door de uitlating van de verdachte tegen agenten — ‘Ik ga jullie namen doorgeven aan de criminele onderwereld en dan zijn jullie niet meer veilig. Die komen jullie dan wel opzoeken’ — bij de agenten in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij het leven zouden kunnen verliezen, nu uit de door de verdachte geuite bewoordingen op zichzelf niet volgt dat de verbalisanten moesten vrezen voor een misdrijf gericht tegen hun leven en dat de omstandigheid dat de verdachte ten tijde van zijn aanhouding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.