NJ 2013/383
Toepassing art. 80a bij gebreken in motivering bewezenverklaring.
HR 02-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5960, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst , Y. Buruma, J. Wortel, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/00573 J
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
BZ5960
- JCDI
JCDI:ADS127663:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ5960, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
1. Deel bewezenverklaring kan niet volgen uit bewijsmiddelen. Vonnis ten onrechte door hof bevestigd zonder aanvulling gronden.
2. De Hoge Raad merkt op dat in gevallen als het onderhavige waarin niet alle onderdelen van de bewezenverklaring kunnen worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen, het verhandelde ter terechtzitting — waaronder begrepen de inhoud van de aldaar voorgehouden stukken van het dossier alsmede hetgeen aldaar naar voren is gebracht — onder omstandigheden aanleiding kan zijn voor het oordeel dat een hernieuwde behandeling van de zaak niet tot een andere uitkomst ten aanzien van de bewezenverklaring zal leiden, zodat de verdachte in cassatie niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.