NJ 2013/122
Omgangsrecht in zin art. 1:377a BW; verzoek omgangsregeling spermadonor; nauwe persoonlijke betrekking tussen spermadonor en kind?; “family life” in zin art. 8 EVRM?; stelplicht en bewijslast.
HR 02-11-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5798, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
12/00337
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
BX5798
- JCDI
JCDI:ADS161626:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5798, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5798, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2012
- Wetingang
BW art. 1:377a
Essentie
Omgangsrecht in zin art. 1:377a BW; verzoek omgangsregeling spermadonor; nauwe persoonlijke betrekking tussen spermadonor en kind?; “family life” in zin art. 8 EVRM?; stelplicht en bewijslast.
De biologische vader dient bijkomende omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken waaruit kan worden afgeleid dat de nauwe persoonlijke betrekking tussen hem en het kind bestaat die op grond van art. 1:377a lid 1 BW is vereist. Die bijkomende omstandigheden moeten gelegen zijn in hetzij de aard van zijn relatie met de moeder en in zijn betrokkenheid bij het kind voor en na de geboorte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.