RvdW 2010, 225
Pachtrecht. Cassatie; ontvankelijkheid; art. 1019j-1019v Rv; overgangsrecht.
HR 29-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4933
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02574
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BK4933
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4933, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4933, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2009
Essentie
Pachtrecht. Cassatie; ontvankelijkheid; art. 1019j-1019v Rv; overgangsrecht.
Ingevolge art. 134 Pachtwet zijn arresten en beschikkingen van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem niet vatbaar voor cassatie. Zoals de Hoge Raad eerder heeft geoordeeld, hebben de op 1 september 2007 in werking getreden procesrechtelijke bepalingen voor pachtzaken (art. 1019j-1019v Rv), waarin cassatieberoep niet is uitgesloten, geen gevolg voor eventuele rechtsmiddelen in voordien al lopende procedures. In de onderhavige, per 1 september 2007 reeds lopende, procedure betreffende een pachtovereenkomst heeft de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem derhalve in hoogste instantie geoordeeld. Eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.