V-N 2021/16.1.7:Geen onrechtmatig handelen van inspecteur bij geringe te hoge BPM-afdracht. Lopende procedure HR

V-N 2021/16.1.7

Geen onrechtmatig handelen van inspecteur bij geringe te hoge BPM-afdracht. Lopende procedure HR

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 17-12-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3842

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 17 december 2020
Zaaknummer: 19/00959 tot en met 19/01227
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2020:3842, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑12‑2020
Wetingang: art. 8:41 en 8:42 Awb; art. 10 en 10b Wet BPM 1992; art. 6 EVRM

Essentie

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat X bv in afwijking van haar aangifte alsnog mag kiezen voor een gunstiger tussenliggend BPM-tarief, waaruit volgt dat voor twee auto’s in totaal € 45 teveel is voldaan. Aangezien haar hoger beroep slechts in zoverre gegrond is, heeft X bv geen recht op een proceskostenvergoeding.

Samenvatting

X bv doet in 2017 en 2018 BPM-aangifte voor bijna 500 ingevoerde personenauto’s. De onderhavige zaak gaat over 269 auto’s. Volgens Rechtbank Noord-Holland is voor vijf BTW-auto’s, waarvan de waarde is bepaald aan de hand van de koerslijst van AutoTelexPro, teveel BPM voldaan. Conform HR 27 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.