FED 2019/128
Geen alleenstaande-ouderkorting voor moeder die met haar minderjarige dochter om veiligheidsredenen gedurende meer dan zes maanden in de GBA op verschillende briefadressen is ingeschreven.
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1051, m.nt. J.H.M. Arts
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/01717
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
J.H.M. Arts
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS79031:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1051, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1414, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2018
- Wetingang
Art. 8.15 Wet IB 2001 (tekst 2013)
Essentie
Geen alleenstaande-ouderkorting voor moeder die met haar minderjarige dochter om veiligheidsredenen gedurende meer dan zes maanden in de GBA op verschillende briefadressen is ingeschreven.
Samenvatting
Tot 20 maart 2013 was de belanghebbende samen met haar minderjarige dochter ingeschreven op hetzelfde woonadres in de GBA. Daarna waren zij in de GBA op verschillende briefadressen ingeschreven. De belanghebbende voldeed daardoor in 2013 niet aan de voor toepassing van de alleenstaande-ouderkorting gestelde voorwaarde dat de belastingplichtige met een minderjarig kind gedurende meer dan zes maanden in de GBA moet zijn ingeschreven op hetzelfde woonadres. De belanghebbende had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.