RN 2010/60
Ondernemingsrecht. In hoeverre behoren landerijen tot het vermogen van de maatschap en op welke wijze dient alsdan vereffening daarvan plaats te vinden?
HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1127 (Staal/Van Slochteren)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00218
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BL1127
- Roepnaam
Staal/Van Slochteren
- JCDI
JCDI:ADS874509:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Financiële planning / Estate planning
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1127, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1127, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2007
- Wetingang
BW art. 7A:1655
Essentie
Ondernemingsrecht.
In hoeverre behoren landerijen tot het vermogen van de maatschap en op welke wijze dient alsdan vereffening daarvan plaats te vinden?
Samenvatting
Na het overlijden van zijn vader heeft verweerder met zijn moeder mondeling een maatschapsovereenkomst gesloten voor het gezamenlijk uitoefenen van een veehouderijbedrijf. Moeder heeft in dat kader landerijen in eigendom verworven, welke voor de bedrijfsuitoefening worden gebruikt. In 1992 heeft verweerder de maatschapsovereenkomst opgezegd en in 1997 heeft moeder de landerijen overgedragen aan een derde. Tussen partijen is in geschil of en hoe de opbrengst van de landerijen moet worden verrekend. Het hof meent dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.