NJB 2019/218
Grenzen omvang geding. Wettelijke rente over vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn: (i) rechter hoeft daarover niet te beslissen indien daarom niet is verzocht (anders: het Hof); (ii) daaraan doet niet af dat de wettelijke rente rechtstreeks uit de wet voortvloeit. Door HR geformuleerde regels over wettelijke rente met betrekking tot immateriële schadevergoeding gelden ook met betrekking tot het griffierecht en de proceskostenvergoeding
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2358
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout en Van Hilten
- Zaaknummer
17/04504
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2358, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Grenzen omvang geding. Wettelijke rente over vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn: (i) rechter hoeft daarover niet te beslissen indien daarom niet is verzocht (anders: het Hof); (ii) daaraan doet niet af dat de wettelijke rente rechtstreeks uit de wet voortvloeit. Door HR geformuleerde regels over wettelijke rente met betrekking tot immateriële schadevergoeding gelden ook met betrekking tot het griffierecht en de proceskostenvergoeding
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.1.1.
De Rechtbank heeft bij uitspraak van 26 mei 2016 de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.