Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.191 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen: composteren en vergisten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 3.184, voor zover het gaat om het composteren of vergisten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.
2.
Het verbod geldt ook voor andere milieubelastende activiteiten met deze afvalstoffen die worden verricht op dezelfde locatie als dat composteren of vergisten.
3.
Het verbod geldt niet voor het composteren van ten hoogste 600 m3 groenafval dat een bedrijfsafvalstof is, ontstaan bij werkzaamheden die zijn verricht door degene die de activiteit verricht.
4.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam te verrichten, geldt voor het lozen op een oppervlaktewaterlichaam van afvalwater afkomstig van de milieubelastende activiteiten, bedoeld in het eerste en tweede lid, behalve als die activiteiten bestaan uit de activiteit, bedoeld in het derde lid.