JWB 2017/106
Huurrecht
HR 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:409
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2017
- Zaaknummer
16/00381
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:409, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:2, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Huurrecht
Samenvatting
Casus
Verweerster is eigenaar van een bedrijvencomplex. MGP had een erfpachtrecht op dit complex. Het complex werd door MGP verhuurd aan BBZ. MGP gaat failliet. Op een gegeven moment eindigt de erfpacht en daarmee, zoals overeengekomen, de huurovereenkomst.
Rechtsvraag
Aan wie is BBZ in welke fase huur, dan wel een gebruikersvergoeding verschuldigd en op welke rechtsgrond?
Beslissing
De Hoge Raad overweegt dat de in het middel aangevoerde klachten niet kunnen leiden tot cassatie. Gelet op artikel 81 lid 1 RO is een nadere motivering niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.