Hof Amsterdam, 25-04-2024, nr. 23/69
ECLI:NL:GHAMS:2024:1479
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
25-04-2024
- Zaaknummer
23/69
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2024:1479, Uitspraak, Hof Amsterdam, 25‑04‑2024; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1584
- Vindplaatsen
Uitspraak 25‑04‑2024
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag parkeerbelasting. Onderzoeksplicht. Belanghebbende had een parkeerautomaat moeten raadplegen in de nabijheid van de locatie waar hij heeft geparkeerd. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
kenmerk 23/69
25 april 2024
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 23 november 2022 in de zaak met kenmerk AMS 22/3262 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1.
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 mei 2022 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 72,50 (hierna: de naheffingsaanslag).
1.2.
Belanghebbende heeft op 2 juni 2022 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 21 juni 2022, het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij haar uitspraak van 23 november 2022 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
1.4.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 9 januari 2023. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 april 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2. Feiten
2.1.
Tijdens een controle is geconstateerd dat de auto van belanghebbende met kenteken
[kenteken] op 26 mei 2022 om 16.56 uur geparkeerd stond op de locatie [A-straat] , zonder dat de ingevolge de Verordening Parkeerbelastingen 2022 van de gemeente [Z] voor het aldaar op dat tijdstip parkeren verschuldigde parkeerbelasting was voldaan. De heffingsambtenaar heeft op deze grond aan belanghebbende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag opgelegd.
2.2.
In zijn beroepschrift heeft belanghebbende een foto opgenomen van het display (het beginscherm) van een parkeerautomaat in de buurt van zijn woning (parkeerautomaat nummer [# 1] , locatie [B-straat] te [Z] ). Op dit beginscherm is naast de datum en de tijd onder meer de tekst ‘Welkom in [Z] ’ te zien, alsmede de tijden waarvoor betaald parkeren geldt. Ter zake is het volgende aangegeven:
“maandag t/m zaterdag: 09:00-24:00
zondag en feestdagen: Vrij parkeren”
2.3.
Als bijlagen bij zijn hogerberoepschrift heeft belanghebbende schermafbeeldingen overgelegd van andere parkeerautomaten in [Z] (aan het [C-straat] , [D-straat] , [E-straat] en [F-straat] ) waarop eveneens is aangegeven dat op zondagen en feestdagen vrij kan worden geparkeerd.
2.4.
De heffingsambtenaar heeft als bijlage bij zijn verweerschrift in eerste aanleg schermafbeeldingen overgelegd van een parkeerautomaat in de nabijheid van de locatie waar belanghebbende op 26 mei 2022 heeft geparkeerd, te weten parkeerautomaat nummer [# 2] (locatie [G-straat] ). Op het beginscherm zijn onder meer de tijden vermeld waarvoor betaald parkeren geldt. Ter zake is het volgende aangegeven:
“maandag t/m zaterdag: 09:00-24:00
zondag en feestdagen: 12:00-24:00”
Daarnaast heeft de heffingsambtenaar een foto overgelegd van het vervolgscherm op deze parkeerautomaat, dat verschijnt indien op het beginscherm de knop “Info” wordt aangetikt. Op dit vervolgscherm is onder meer te lezen welke dagen als ‘feestdagen’ zijn aangemerkt. Daarbij is onder meer Hemelvaartsdag vermeld. Voorts heeft de heffingsambtenaar nog drie andere parkeerautomaten vermeld in de omgeving van de locatie waar belanghebbende heeft geparkeerd, waarop dezelfde informatie is aangegeven als op de parkeerautomaat met nummer [# 2] .
3. Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
4. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft omtrent het geschil onder meer het volgende overwogen en beslist:
“3. Eiser heeft gewezen op de tekst die staat te lezen op het scherm van de parkeerautomaat met nummer [# 1] . Deze automaat staat in de buurt waar eiser woont ( [B-straat] ) en niet in de buurt waar eiser heeft geparkeerd. Eiser heeft erop gewezen dat op het scherm daarvan staat “Welkom in [Z] ” en dus niet “Welkom in gebied xyz”. De mededeling op het scherm dat op zon- en feestdagen sprake is van vrij parkeren geldt daarom volgens eiser zonder uitzonderingen in heel [Z] . Daarom vindt eiser dat hij op Hemelvaartsdag het recht had om vrij te parkeren.
4. De rechtbank stelt vast dat de gemeenteraad op grond van onder andere de Verordening Parkeerbelasting 2022 bevoegd is om gebieden aan te wijzen waarvoor een regime van betaald parkeren geldt of juist niet en welke tarieven en tariefgebieden er zijn. Eiser mocht er daarom niet op vertrouwen dat de welkomsttekst op het scherm van een willekeurige parkeerautomaat reeds uitsluitsel geeft over de vraag of op de plek waar eiser heeft geparkeerd al of niet een regime van betaald parkeren geldt en zo ja, tegen welk tarief. Eiser had daar nader onderzoek naar moeten doen. Als eiser op een parkeerautomaat had gekeken bij de plek waar hij had geparkeerd, bijvoorbeeld op de parkeerautomaat met nummer [# 2] , dan was hij ervan op de hoogte geraakt dat hij op Hemelvaartsdag had moeten betalen voor het parkeren op de locatie [A-straat] . Dat eiser dat niet heeft gedaan, maar uitsluitend heeft gekeken naar de parkeerautomaat in de buurt van zijn woning, komt voor zijn rekening en risico.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.”
5. Beoordeling van het geschil
5.1.
Belanghebbende heeft in hoger beroep gesteld dat hij ruimschoots heeft voldaan aan de op hem bij het parkeren rustende onderzoeksplicht en dat hij daarom ervan mocht uitgaan dat hij op Hemelvaartsdag 2022 mocht parkeren op de onder 2.1 genoemde locatie aan de [A-straat] zonder daarvoor parkeerbelasting te betalen. Dit omdat bijvoorbeeld op het scherm van de onder 2.2 vermelde parkeerautomaat in de nabijheid van zijn woning is vermeld, onder de tekst “Welkom in [Z] ”, dat op zon- en feestdagen vrij kan worden geparkeerd en dus ook op Hemelvaartsdag nu dit een nationale feestdag is. Bovendien is op andere parkeerautomaten in de buurt van winkelstraten, zoals bijvoorbeeld de onder 2.3 vermelde parkeerautomaten, eveneens vermeld dat op zon- en feestdagen vrij kan worden geparkeerd. Belanghebbende vindt de informatie van de gemeente [Z] over de verschillende parkeerregimes per gebied ontoegankelijk en willekeurig en verzoekt het Hof vast te leggen wat als een redelijke onderzoeksplicht voor parkeerders heeft te gelden. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en de naheffingsaanslag.
5.2.
De heffingsambtenaar is van mening dat de rechtbank een juiste uitspraak heeft gedaan. De gemeenteraad van de gemeente [Z] is op grond van artikel 225 van de Gemeentewet bevoegd gebieden aan te wijzen waarvoor een regime van betaald parkeren geldt of juist niet en welke verschillende tarieven en tariefgebieden er zijn. In [Z] kan het parkeerregime daardoor per buurt en zelfs per straat verschillen. Belanghebbende had een parkeerautomaat moeten raadplegen in de nabijheid van de locatie waar hij heeft geparkeerd, bijvoorbeeld de onder 2.4 vermelde parkeerautomaat. Daarop is ook aangegeven dat het betaaldparkerenregime geldt voor feestdagen en welke dagen als zodanig worden aangemerkt (waaronder Hemelvaartsdag). De onder 2.2 vermelde parkeerautomaat in de nabijheid van zijn woning waar belanghebbende in beroep naar heeft verwezen, ligt in een andere buurt (ongeveer anderhalve kilometer van de plek waar hij heeft geparkeerd), evenals de overige door hem genoemde automaten. Overigens had belanghebbende ook op de website van de gemeente [Z] informatie kunnen vinden over het ter plekke geldende parkeerregime. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.
5.3.
Het Hof verenigt zich met de hiervoor weergegeven beslissing van de rechtbank en maakt de gronden waarop deze beslissing berust (rechtsoverweging 3 tot en met 6) tot de zijne. Naar aanleiding van hetgeen partijen in hoger beroep hebben aangevoerd, overweegt het Hof voorts als volgt.
5.4.
Van een belanghebbende mag worden verwacht dat hij adequaat onderzoekt of voor het ter plekke parkeren parkeerbelasting verschuldigd is. Die onderzoeksplicht houdt onder meer in dat een parkeerder (i) alvorens te parkeren, oplet of hij bebording ‘betaald parkeren’, dan wel een parkeerautomaat, passeert; en (ii) dat hij, nadat hij heeft geparkeerd, enig onderzoek doet naar de aanwezigheid van een parkeerautomaat, en daarmee de mogelijkheid om parkeerbelasting te voldoen (vgl. onder meer Hof Amsterdam 29 maart 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1211). Het Hof is evenals de rechtbank van oordeel dat belanghebbende niet heeft kunnen volstaan met het raadplegen van de tekst op een parkeerautomaat in de buurt van zijn woning – anderhalve kilometer verwijderd van de parkeerlocatie, in een ander stadsdeel – en dat hij evenmin aan de algemene welkomsttekst op het beginscherm van die parkeerautomaat (“Welkom in [Z] ”) het vertrouwen kon ontlenen dat de nadere informatie op het scherm van die (willekeurige) parkeerautomaat uitsluitsel geeft over de vraag of op de plek waar belanghebbende heeft geparkeerd al of niet een regime van betaald parkeren geldt. Belanghebbende had op een parkeerautomaat moeten kijken in de nabijheid van de plek waar hij heeft geparkeerd, bijvoorbeeld op de onder 2.4 vermelde parkeerautomaat met nummer [# 2] . In dat geval was hij ervan op de hoogte geraakt dat hij op Hemelvaartsdag 2022 parkeerbelasting moest betalen voor het parkeren op de onder 2.1 vermelde locatie en het aldaar vermelde tijdstip. Dat hij dit niet heeft gedaan, komt voor zijn risico. Hetgeen belanghebbende voor het overige nog heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
Slotsom
5.5.
De slotsom van het hiervoor overwogene is dat het hoger beroep van belanghebbende ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.
6. Kosten
Het Hof vindt geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten in verband met de behandeling van het hoger beroep op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in verbinding met artikel 8:108 van die wet.
7. Beslissing
Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. H.E. Kostense, voorzitter, C.J. Hummel en B.A. van Brummelen, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando als griffier. De beslissing is op 25 april 2024 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Toelichting rechtsmiddelverwijzing
Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen. Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Digitaal procederen
Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op www.hogeraad.nl.
Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.
Per post procederen
Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op: