Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure
Artikel 6 Rechterlijke bevoegdheid
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2006
- Redactionele toelichting
Dit artikel wordt toegepast vanaf 12-12-2008.
- Bronpublicatie:
12-12-2006, PbEU 2006, L 399 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1896/2006)
- Inwerkingtreding
31-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2006, PbEU 2006, L 399 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1896/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt de rechterlijke bevoegdheid bepaald volgens de ter zake geldende regels van het Gemeenschapsrecht, en met name Verordening (EG) nr. 44/2001.
2.
Wanneer de vordering evenwel betrekking heeft op een overeenkomst gesloten door een persoon, de consument, voor een gebruik dat als niet-bedrijfsmatig of niet-beroepsmatig kan worden beschouwd, en de consument de verweerder is, zijn de gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft in de zin van artikel 59 van Verordening (EG) nr. 44/2001, bij uitsluiting bevoegd.