RCR 2014/67
Ontbinding overeenkomst. Hoe wordt de hoogte van de ongedaanmakingsverbintenis berekend en wanneer gaat de wettelijke rente daarover lopen?
HR 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1490 (Eiser/Habitura)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/01861
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Roepnaam
Eiser/Habitura
- JCDI
JCDI:ADS918798:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1490, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:291, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑04‑2014
- Wetingang
Art. 6:119, 6:272 BW
Essentie
Ontbinding overeenkomst.
Hoe wordt de hoogte van de ongedaanmakingsverbintenis berekend en wanneer gaat de wettelijke rente daarover lopen?
Samenvatting
De eigenaar van een landgoed (hierna: opdrachtgever) geeft opdracht aan Habitura (opdrachtnemer). Habitura drijft een onderneming die zich bezighoudt met het ontwikkelen van voormalige agrarische percelen tot landgoederen. Habitura zou het landgoed ontwikkelen en vervolgens namens opdrachtgever verkopen. Bij een geslaagde verkoop zou de winst worden verdeeld. Opdrachtgever mocht de overeenkomst tussentijds ontbinden tegen betaling van specifieke posten en € 200.000 aan gederfde projectwinst. Een verkoop komt echter niet tot stand. Opdrachtgever ontbindt de overeenkomst vanwege wanprestatie door Habitura, die zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.