Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.12.69 [Opleggerkoppeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Indien de oplegger is voorzien van een koppelingspen van 2 inch:
| Leden 1 en 2: er wordt gemeten met een geschikt meetmiddel, bijvoorbeeld een kaliber, waarbij het meetgedeelte van het gereedschap ter plaatse van de koppelingspen ten minste 2 mm en ten hoogste 4 mm dik is. |
2. | Indien de oplegger is voorzien van een koppelingspen van 3,5 inch:
| |
3. | De plaat van de opleggerkoppeling mag niet in ernstige mate zijn vervormd of ingesleten. Indien de oplegger is voorzien van een koppelingspen van 2 inch of 3,5 inch, mag binnen een straal van 0,45 m gemeten vanuit het hart van de koppelingspen, de onvlakheid van de koppelingsplaat niet meer dan 5 mm bedragen. | Visuele controle. In geval van twijfel wordt met behulp van een geschikt meetmiddel en een aanliggende stalen rei in alle richtingen en zo dicht mogelijk bij de koppelingspen gemeten. |
4. | De profielen die deel uitmaken van de ondersteuning van de plaat van de opleggerkoppeling mogen niet ernstig door corrosie zijn aangetast. Indien sprake is van corrosie is het bepaalde in bijlage VIII, hoofdstuk 1, titel 2, afdelingen 1, 2 en 3, van toepassing. | Visuele controle. |