NJB 2019/14:Sint Maarten. Verzuim. Aanmaning nutteloos. Hoge Raad: Het hof heeft in de vordering kennelijk de stelling gelezen dat de schuldenaar door het uitbrengen van het verzoekschrift in verzuim is geraakt. Het heeft klaarblijkelijk uit de houding van de schuldenaar afgeleid dat aanmaning nutteloos was en heeft op grond daarvan geoordeeld dat het verzoekschrift voldeed aan de eisen van een ingebrekestelling van art. 6:82 lid 2 BW Sint Maarten. Deze oordelen geven niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en zijn evenmin onbegrijpelijk