RI 2018/97
Rechtbank kan R-C niet bevelen hoe hij met gefailleerde moet communiceren, maar geeft daarvoor in dit bijzondere geval wel aanwijzingen.
Rb. Oost-Brabant 04-07-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:3235
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
4 juli 2018
- Magistraten
Mr. M.G.A. Poelman
- Zaaknummer
C/01/260045 / FT RK 13/363
C/01/13/376 F
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929785:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2018:6148, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 12‑12‑2018
ECLI:NL:RBOBR:2018:3235, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 04‑07‑2018
ECLI:NL:RBOBR:2014:485, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 31‑01‑2014
ECLI:NL:RBOBR:2013:4282, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 28‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
De rechtbank kan de rechter-commissaris niet bevelen hoe hij met de gefailleerde moet communiceren, maar geeft daarvoor in dit bijzondere geval wel aanwijzingen.
Samenvatting
In het faillissement van X, die niet in Nederland verblijft, worden rechter-commissaris en gefailleerde het niet eens over de wijze van communiceren. Nadat de rechtbank al bij twee eerdere beschikkingen heeft moeten ingrijpen, doet zich opnieuw een conflict voor. Dat leidt tot een faxbericht van de R-C aan X van 17 april 2018. De R-C schrijft daarin dat de rechtbank weliswaar heeft bepaald dat brieven en beschikkingen aan X moeten worden gestuurd, maar dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.