RvdW 2010/1224
Onpartijdige rechter. Afgeleid verschoningsrecht. Brief advocaat gebezigd voor bewijs. Achterbankgesprekken vallen niet onder vertrouwelijke communicatie als bedoeld in art. 126l Sv.
HR 12-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN0526
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/02603
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BN0526
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN0526, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN0526, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
Zaak Willem H.
1. Het Hof heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de voorzitter van de Rechtbank na het vonnis met een journalist over de onderhavige strafzaak heeft gesproken, nog niet met zich brengt dat verdachtes vrees voor vooringenomenheid van die voorzitter objectief gerechtvaardigd was. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, ook niet van art. 6, eerste lid, EVRM.
2. Een advocaat kan zich slechts op zijn verschoningsrecht beroepen met betrekking tot de wetenschap die hij in de normale uitoefening van zijn beroep heeft verkregen. Oordeel van het Hof dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.