NJB 2015/1350
Nietigverklaring dagvaarding omdat deze een onvoldoende feitelijke omschrijving bevat van het bestanddeel ‘omzetten’ en van het bestanddeel ‘een gewoonte maken’ (art. 420bis lid 1 aanhef en onder b Sr jo. art. 420ter lid 1 Sr)? Nee, want aan deze – aan voormelde bepalingen ontleende termen – komt voldoende feitelijke betekenis toe
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1770
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00002
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1770, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2014
- Wetingang
(Sr art. 420bis,420ter)
Essentie
Nietigverklaring dagvaarding omdat deze een onvoldoende feitelijke omschrijving bevat van het bestanddeel ‘omzetten’ en van het bestanddeel ‘een gewoonte maken’ (art. 420bis lid 1 aanhef en onder b Sr jo. art. 420ter lid 1 Sr)? Nee, want aan deze – aan voormelde bepalingen ontleende termen – komt voldoende feitelijke betekenis toe
Uitspraak
Inleiding:
Aan de verdachte is (onder 3) – kort gezegd – tenlastegelegd dat zij ‘tezamen en in vereniging met een of meer andere (rechts)personen, althans alleen, een geldbedrag (van in totaal ongeveer € 1.406.180, zijnde de stortingen in de kas ad € 2.100.000 minus het onder verdachte in beslag genomen bedrag ad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.