Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2001
- Bronpublicatie:
19-01-2001, PbEG 2001, L 93 (uitgifte: 03-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2001, PbEG 2001, L 112 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
1.
Voor de administratieve en operationele kosten van de centrale eenheid van Eurodac dragen IJsland en Noorwegen aan de algemene begroting van de Europese Unie jaarlijks een bedrag bij van
- —
IJsland: 0,1 %,
- —
Noorwegen: 4,995 %
van een initieel referentiebedrag van 9 575 000 EUR aan vastleggingskredieten en 5 000 000 EUR aan betalingskredieten, en met ingang van het begrotingsjaar 2002 de desbetreffende begrotingskredieten voor het betrokken begrotingsjaar.
Voor wat betreft andere administratieve of operationele kosten die met de toepassing van deze overeenkomst gemoeid zijn, delen IJsland en Noorwegen in deze kosten door jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Unie een bedrag bij te dragen dat overeenkomt met het percentage van het bruto nationaal product van hun land ten opzichte van het bruto nationaal product van alle deelnemende staten.
2.
IJsland en Noorwegen hebben het recht om documenten betreffende deze overeenkomst te ontvangen en om op vergaderingen van het Gemengd Comité simultaanvertaling te verlangen in een officiële taal van de instellingen van de Europese Gemeenschappen naar keuze. Eventuele kosten voor vertalers of tolken in of uit het IJslands of het Noors worden evenwel gedragen door IJsland c.q. Noorwegen.