Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
Artikel 13 Grensbewaking
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Inwerkingtreding
10-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
1.
Grensbewaking heeft als voornaamste doel om onrechtmatige grensoverschrijdingen te voorkomen of vast te stellen, bij te dragen tot het vergroten van het situationeel bewustzijn, grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden en maatregelen te nemen tegen illegaal binnengekomen personen. Zij gaat ook gepaard met de uitvoering van risicoanalyses. Onverminderd de artikelen 3 en 4 wordt een persoon die een grens illegaal heeft overschreden en niet het recht heeft om op het grondgebied van de betrokken lidstaat te verblijven, aangehouden en onderworpen aan procedures die Richtlijn 2008/115/EG in acht nemen.
2.
De grenswachters zetten alle nodige middelen in, inclusief vaste of mobiele eenheden, voor grensbewaking. Grensbewaking wordt op zodanige wijze uitgeoefend dat onrechtmatige grensoverschrijding buiten de grensdoorlaatposten of ontwijking van de controles aan de grensdoorlaatposten wordt voorkomen en ontmoedigd, en ze wordt uitgeoefend met volledige inachtneming van de verplichtingen van artikel 4.
3.
De bewaking tussen de grensdoorlaatposten wordt verricht door grenswachters waarvan het aantal en de methoden op de bestaande of voorzienbare gevaren en bedreigingen zijn toegesneden. Daarbij wordt gebruikgemaakt van situatiebeelden, om het verlies van mensenlevens onder migranten aan, langs of nabij de buitengrenzen beter te kunnen beperken. De bewaking gaat gepaard met veelvuldige, niet te voorziene wijzigingen van de bewakingsperioden en andere methoden of technieken, om onrechtmatige grensoverschrijdingen doeltreffend vast te stellen of te voorkomen.
4.
De bewaking geschiedt door vaste of mobiele eenheden die patrouilles verrichten of zich aan onderkende of vermeende zwakke plekken posteren. Dergelijke bewaking heeft tot doel onrechtmatige grensoverschrijdingen te voorkomen of personen aan te houden in verband met een onrechtmatige overschrijding van de buitengrens. Die bewaking kan eveneens geschieden door technische middelen te gebruiken, waaronder elektronische middelen, apparatuur, bewakingssystemen en, waar passend, alle soorten vaste en mobiele infrastructuur.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 37 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende aanvullende maatregelen inzake bewaking, waaronder de ontwikkeling van gemeenschappelijke minimumnormen voor grensbewaking. Bij die gemeenschappelijke minimumnormen wordt rekening gehouden met het soort grenzen, d.w.z. land-, zee- of luchtgrenzen, de aan elk buitengrenssegment toegekende impactniveaus in overeenstemming met artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad (1) en andere relevante factoren, zoals geografische bijzonderheden.
Voetnoten
Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).