Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1165 betreffende de toelating van bepaalde producten en stoffen voor gebruik in de biologische productie en de opstelling van de lijsten van die producten en stoffen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 05-08-2021
- Bronpublicatie:
15-07-2021, PbEU 2021, L 253 (uitgifte: 16-07-2021, regelingnummer: 2021/1165)
- Inwerkingtreding
05-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2021, PbEU 2021, L 253 (uitgifte: 16-07-2021, regelingnummer: 2021/1165)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 15 juli 2021 betreffende de toelating van bepaalde producten en stoffen voor gebruik in de biologische productie en de opstelling van de lijsten van die producten en stoffen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (1), en met name artikel 24, lid 9, en artikel 39, lid 2, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Krachtens artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2018/848 mogen in de biologische productie alleen de uit hoofde van artikel 24 van die verordening toegelaten producten en stoffen worden gebruikt, mits het gebruik ervan ook is toegelaten in de niet-biologische productie overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het recht van de Unie. De Commissie heeft het gebruik van bepaalde producten en stoffen in de biologische productie reeds getoetst aan de doelstellingen en beginselen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (2). De geselecteerde producten en stoffen zijn bijgevolg onder specifieke voorwaarden toegelaten bij Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie (3) en zijn in bepaalde bijlagen bij die verordening opgenomen. De in Verordening (EU) 2018/848 vastgestelde doelstellingen en beginselen zijn vergelijkbaar met die van Verordening (EG) nr. 834/2007. Omdat de continuïteit van de biologische productie moet worden gewaarborgd, moeten die producten en stoffen worden opgenomen in de restrictieve lijsten die op grond van Verordening (EU) 2018/848 moeten worden opgesteld.
- (2)
Bovendien hebben een aantal lidstaten overeenkomstig artikel 24, lid 7, van Verordening (EU) 2018/848 aan de Commissie en aan de andere lidstaten dossiers over bepaalde producten en stoffen toegezonden met het oog op de toelating en opneming ervan in de krachtens die verordening op te stellen lijsten.
- (3)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel I, punt 1.10.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848, mogen bepaalde toegelaten producten en stoffen worden gebruikt om planten te beschermen. In dat verband moet de Commissie in artikel 24, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2018/848 bedoelde werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen toelaten en moet zij de lijst van die werkzame stoffen opstellen.
- (4)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel I, punt 1.9.3, deel II, punt 1.9.1.2, b), punt 1.9.2.2, d), punt 1.9.3.2, b), en punt 1.9.5.2, a), en deel III, punt 2.2.2, c), punt 2.3.2 en punt 3.1.5.3, vierde alinea, tweede streepje, van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848, mogen bepaalde meststoffen, bodemverbeteraars en nutriënten worden gebruikt voor plantenvoeding, verbetering en verrijking van strooisel, de algenteelt of de houderijomgeving van aquacultuurdieren. In dat verband moet de Commissie meststoffen, bodemverbeteraars en nutriënten als bedoeld in artikel 24, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijst van die stoffen opstellen.
- (5)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel II, punt 1.4.1, i), en punt 1.5.2.3, deel III, punt 3.1.3.1, d), en deel V, punt 2.3, van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848, mogen bepaalde van planten, algen, dieren of gist afkomstige niet-biologische voedermiddelen, voedermiddelen van microbiële of minerale oorsprong, diervoederadditieven en technische hulpstoffen worden gebruikt voor diervoeding. In dat verband moet de Commissie van planten, algen, dieren of gist afkomstige niet-biologische voedermiddelen; voedermiddelen van microbiële of minerale oorsprong, diervoederadditieven en technische hulpstoffen als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten c) en d), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijsten van die stoffen opstellen.
- (6)
Bovendien zijn sommige niet-biologische voedermiddelen rechtstreeks toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848. Omwille van de duidelijkheid moeten die voedermiddelen ook worden vermeld, samen met de voedermiddelen die krachtens deze verordening worden toegelaten, met een verwijzing naar de specifieke bepalingen van Verordening (EU) 2018/848.
- (7)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel I, punt 1.11, deel II, punten 1.5.1.6 en 1.5.1.7 en punt 1.9.4.4, c), deel III, punt 3.1.4.1, f), deel IV, punt 2.2.3, deel V, punt 2.4, en deel VII, punt 1.4, van bijlage II en de punten 4.2 en 7.5 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848, mogen enkel bepaalde producten en stoffen worden gebruikt voor reiniging en ontsmetting. In dat verband moet de Commissie producten voor reiniging en ontsmetting als bedoeld in artikel 24, lid 1, punten e), f) en g), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijst van die producten opstellen.
- (8)
Bepaalde producten voor de reiniging en ontsmetting van gebouwen en installaties voor de veehouderij, aquacultuurdieren en zeewierproductie zijn geëvalueerd en opgenomen in een lijst in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 889/2008. Producten voor de reiniging en ontsmetting van gebouwen en installaties voor plantaardige productie en van verwerkings- en opslagfaciliteiten worden tot dusver echter enkel op het niveau van de lidstaten geëvalueerd en toegelaten. Alvorens deze producten in de biologische productie toe te laten, moet op het niveau van de Unie een evaluatie worden uitgevoerd door de Commissie, bijgestaan door de deskundigengroep voor technisch advies inzake de biologische productie. Die evaluatie moet een herziening omvatten van alle bestaande toegelaten producten en stoffen voor reiniging en ontsmetting.
- (9)
Om de continuïteit van de biologische productie te waarborgen, moeten de in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 889/2008 vermelde producten en de op het niveau van de lidstaten toegelaten producten tot en met 31 december 2023 toegelaten blijven om de opstelling mogelijk te maken van de lijsten van reinigings- en ontsmettingsproducten overeenkomstig artikel 24, lid 1, punten e), f) en g), van Verordening (EU) 2018/848. Die producten moeten evenwel voldoen aan de toepasselijke vereisten van het recht van de Unie, met name Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5), en aan de biologische criteria van hoofdstuk II en artikel 24, lid 3, punten a) en b), van Verordening (EU) 2018/848.
- (10)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel IV, punt 2.2.1 en punt 2.2.2, a), van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 mogen bepaalde levensmiddelenadditieven, met inbegrip van voedingsenzymen voor gebruik als levensmiddelenadditieven, en bepaalde technische hulpstoffen worden gebruikt bij de productie van verwerkte biologische levensmiddelen. In dat verband moet de Commissie levensmiddelenadditieven en technische hulpstoffen als bedoeld in artikel 24, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijst van die stoffen opstellen.
- (11)
Een lijst van levensmiddelenadditieven en technische hulpstoffen die worden gebruikt bij de productie van verwerkte biologische levensmiddelen, is opgenomen in respectievelijk de delen A, B en C van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 889/2008. Afhankelijk van het gebruik en de functie ervan in het eindproduct kunnen sommige van deze producten echter als additieven en niet als technische hulpstoffen worden ingedeeld. Deze indeling vereist een specifieke en diepgaande analyse van die producten bij de productie van verwerkte biologische levensmiddelen. Een dergelijke analyse moet worden uitgevoerd voor alle producten die in Verordening (EG) nr. 889/2008 als technische hulpstoffen worden vermeld. Die analyse zal tijd vergen en kan niet worden afgerond vóór de datum van toepassing van Verordening (EU) 2018/848. Bijgevolg zullen de producten die momenteel in Verordening (EG) nr. 889/2008 als technische hulpstoffen zijn vermeld, in deze verordening als technische hulpstoffen worden opgenomen totdat een specifieke en diepgaande analyse is uitgevoerd.
- (12)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, die met name zijn vastgesteld in deel IV, punt 2.2.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848, mogen bepaalde niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong worden gebruikt voor de productie van verwerkte biologische levensmiddelen. In dat verband moet de Commissie die niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong als bedoeld in artikel 24, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijst van die stoffen opstellen. De overeenkomstig artikel 24, lid 7, van Verordening (EU) 2018/848 door de lidstaten toegezonden dossiers over niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong die mogen worden gebruikt voor de productie van verwerkte biologische levensmiddelen, zijn geëvalueerd in het Comité voor biologische productie. De geselecteerde producten en stoffen die voldoen aan de in Verordening (EU) 2018/848 vastgestelde doelstellingen en beginselen, moeten worden opgenomen in de bij deze verordening op te stellen restrictieve lijst, indien nodig onder specifieke voorwaarden.
- (13)
Om exploitanten echter voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe restrictieve lijst van toegestane niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong en met name om een bron te vinden van ingrediënten van agrarische oorsprong die overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848 zijn geproduceerd, is het wenselijk dat de lijst van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong die bij deze verordening worden toegelaten voor gebruik bij de verwerking van biologische levensmiddelen, van toepassing is met ingang van 1 januari 2024.
- (14)
Gezien de samenstelling van bepaalde niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong kunnen sommige vormen van gebruik van die ingrediënten in verwerkte biologische levensmiddelen neerkomen op gebruik als levensmiddelenadditief, technische hulpstof of product of stof als bedoeld in deel IV, punt 2.2.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848. Voor die vormen van gebruik is een specifieke toelating vereist overeenkomstig deel IV, punt 2.2., van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 en die vormen van gebruik mogen niet worden toegestaan via de toelating van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong.
- (15)
Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden, zoals met name uiteengezet in deel VII, punt 1.3., a), van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 mogen bepaalde technische hulpstoffen worden gebruikt voor de productie van gist en gistproducten. In dat verband moet de Commissie technische hulpstoffen voor de productie van gist en gistproducten als bedoeld in artikel 24, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2018/848 toelaten en moet zij de lijst van die stoffen opstellen.
- (16)
Overeenkomstig deel VI, punt 2.2., van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 mogen bij het vervaardigen van in artikel 1, lid 2, punt l), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) bedoelde producten van de wijnsector uitsluitend producten en stoffen worden gebruikt die krachtens artikel 24 van die verordening voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten. In dat verband moet de Commissie dergelijke producten en stoffen toelaten en moet zij de lijst van die stoffen opstellen.
- (17)
Op grond van artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2018/848 is de Commissie bevoegd om specifieke toelatingen te verlenen voor het gebruik van producten en stoffen in derde landen en in de ultraperifere gebieden van de Unie. In artikel 24, lid 7, van die verordening is beschreven hoe de door de lidstaten te volgen procedure ten aanzien van de ultraperifere gebieden van de Unie moet worden ingeleid. De procedure die voor dergelijke toelatingen ten aanzien van derde landen moet worden gevolgd, is echter niet nader omschreven in Verordening (EU) 2018/848. Daarom moet die procedure in deze verordening worden vastgesteld overeenkomstig de procedure die moet worden gevolgd om producten en stoffen voor gebruik in de biologische productie in de Unie toe te staan, zoals bepaald in artikel 24 van Verordening (EU) 2018/848. Aangezien die specifieke toelatingen kunnen worden verleend voor een hernieuwbare termijn van twee jaar, is het passend een lijst met de desbetreffende producten en stoffen in een specifieke bijlage op te nemen om verwarring met producten en stoffen die zonder tijdsbeperking zijn toegelaten, te vermijden.
- (18)
Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet Verordening (EG) nr. 889/2008 worden ingetrokken. Aangezien de lijsten van reinigings- en ontsmettingsproducten niet vóór 1 januari 2024 zullen worden opgesteld, dient bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 889/2008 echter tot en met 31 december 2023 van toepassing te blijven. In dat verband moet worden gespecificeerd dat in die bijlage opgenomen producten die niet krachtens Verordening (EU) nr. 528/2012 zijn toegelaten, niet als biociden mogen worden gebruikt. Voorts zal de bij deze verordening vastgestelde lijst van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong die mogen worden gebruikt bij de productie van verwerkte biologische levensmiddelen, slechts met ingang van 1 januari 2024 van toepassing zijn. Daarom moet worden bepaald dat verwerkte biologische levensmiddelen die vóór 1 januari 2024 zijn geproduceerd met in bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 889/2008 opgenomen niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong, in de handel mogen worden gebracht totdat de voorraden zijn uitgeput.
- (19)
Het certificaat dat overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EU) 2018/848 aan exploitanten wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten of, in voorkomend geval, de controleautoriteiten of controleorganen, kan worden afgegeven met ingang van 1 januari 2022. Op die datum zal het echter niet aan alle betrokken exploitanten worden verstrekt. Om de continuïteit van de biologische productie te waarborgen en in afwijking van artikel 35, lid 2, van Verordening (EU) 2018/848 moeten de bewijsstukken die de controleautoriteiten of controleorganen overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EG) nr. 889/2008 vóór 1 januari 2022 aan exploitanten hebben afgegeven, geldig blijven tot het einde van de geldigheidsperiode. Aangezien exploitanten op grond van artikel 38, lid 3, van Verordening (EU) 2018/848 ten minste eenmaal per jaar moeten worden onderworpen aan een controle op de naleving en de verstrekking van het certificaat overeenkomstig artikel 38, lid 5, van die verordening gebaseerd moet zijn op de resultaten van die controle, mag de geldigheid evenwel niet verder reiken dan 31 december 2022.
- (20)
Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) 2018/848. Om de in overweging 18 van deze verordening uiteengezette redenen moeten de bepalingen met betrekking tot de lijsten van reinigings- en ontsmettingsproducten en de lijst van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong voor gebruik bij de productie van verwerkte biologische levensmiddelen echter met ingang van 1 januari 2024 van toepassing worden.
- (21)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor biologische productie,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1.
Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft (PB L 250 van 18.9.2008, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia (PB L 104 van 8.4.2004, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).