De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/7.3.2.1:7.3.2.1 Toegang tot het EG-verdrag
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/7.3.2.1
7.3.2.1 Toegang tot het EG-verdrag
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS371065:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zaak C-251/98 (Baars).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vestigingsplaatsfictie van artikel 7.5, lid 6, Wet IB 2001 roept buitenlandse belastingplicht gedurende tien jaar in het leven voor de buiten Nederland wonende houder van een aanmerkelijk belang in een feitelijk buiten Nederland gevestigde vennootschap, die ten minste vijf jaar in Nederland gevestigd is geweest. Buitenlandse belastingplicht op grond van de vestigingsplaatsfictie kan ontstaan in de volgende gevallen:
de emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder en de zetelverplaatsing vinden plaats op hetzelfde moment;
de aanmerkelijkbelanghouder emigreert eerst en vervolgens vindt zetelverplaatsing plaats;
eerst wordt de zetel van de vennootschap verplaatst en vervolgens emigreert de aanmerkelijkbelanghouder;
de aanmerkelijkbelanghouder woonde altijd al in het buitenland en de zetel van de vennootschap wordt verplaatst.
Evenals de zetelverplaatsingheffing is de vestigingsplaatsfictie uitsluitend relevant voor niet in Nederland wonende aanmerkelijkbelanghouders, en is voor de toepassing ervan vereist dat de werkelijke leiding van de aanmerkelijkbelangvennootschap uit Nederland is verplaatst. Ook bij de vestigingsplaatsfictie ligt een beroep op het vrije verkeer van de burgers van de Unie niet voor de hand. Betoogd zou kunnen worden dat de in Nederland wonende aanmerkelijkbelanghouder die de werkelijke leiding van zijn vennootschap uit Nederland heeft verplaatst, door het bestaan van de vestigingsplaatsfictie wordt weerhouden van emigratie uit Nederland. Het enige gevolg van emigratie is echter het ontstaan van buitenlandse belastingplicht en op grond daarvan wordt de emigrant niet anders behandeld dan ingeval hij in Nederland was blijven wonen. De emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder zelf wordt dus niet belemmerd door de vestigingsplaatsfictie. De mogelijk inroepbare verdragsvrijheden (ook door de niet voorheen uit Nederland geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouder) zijn de vestigingsvrijheid en de vrijheid van kapitaalverkeer. Ingeval de aanmerkelijkbelanghouder voldoet aan het Baars1-criterium, komt hem een beroep op de vestigingsvrijheid toe. Het grensoverschrijdende element is in ieder geval aanwezig, aangezien de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland is verplaatst. De aanmerkelijkbelanghouder die vanwege de omvang van zijn belang geen activiteitsbepalende invloed bezit, zou een beroep op het vrije kapitaalverkeer kunnen doen. Naar mijn mening vormt de verplaatsing van de werkelijke leiding geen kapitaalverkeer (zie paragraaf 7.2.1), maar het grensoverschrijdend aanhouden van een deelneming in een vennootschap valt als zodanig onder het kapitaalverkeer.