RAV 2013/2
Onrechtmatige publicatie. Is er sprake van een onrechtmatige televisie-uitzending? Welk recht prevaleert bij botsing van het recht op vrijheid van meningsuiting met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer? Hoe ver gaat de ambtshalve onderzoeksplicht van de rechter bij de afweging van deze belangen?
HR 05-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/02231
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BW9230
- JCDI
JCDI:ADS912616:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW9230, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW9230, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2011
- Wetingang
BW art. 6:162; EVRM art. 8, art. 10
Essentie
Onrechtmatige publicatie.
Is er sprake van een onrechtmatige televisie-uitzending? Welk recht prevaleert bij botsing van het recht op vrijheid van meningsuiting met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer? Hoe ver gaat de ambtshalve onderzoeksplicht van de rechter bij de afweging van deze belangen?
Samenvatting
A. is in 1982 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld voor het ontvoeren, misbruiken en vermoorden van drie meisjes. In 2010 kondigt Peter R. de Vries aan dat hij voor een door Endemol geproduceerd televisieprogramma gebruik zal maken van heimelijk gemaakte cameraopnamen van A.. Deze opnamen zijn gemaakt door een jeugdvriend van A. in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.