NJB 2011/1957
HR, 11-10-2011, nr. 10/02268
HR 11-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6755
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Sterk
- Zaaknummer
10/02268
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BQ6755
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ6755, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ6755, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2011
- Wetingang
EVRM art. 6, 288 en 410
Essentie
Niet altijd wint de aanhouder. Het hof bepaalt terecht dat het verzoek om drie getuigen te horen moet worden bepaald volgens het noodzaakcriterium. Tot twee keer toe heeft het hof aan de hand van dat criterium met de daarbij behorende redengeving de verzoeken afgewezen. Door die afwijzingen met motivering, kan volgens de Hoge Raad het tweede middel, dat stelt dat daardoor art. 6 lid 3 EVRM is geschonden, niet slagen: zij berust op een onjuiste opvatting van de genoemde verdragsbepaling. De A-G Silvis is in een breed opgezet betoog van oordeel dat het tweede middel slaagt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.